Rutte praat met bezorgde Joodse organisaties
Premier Mark Rutte, minister Lodewijk Asscher (PvdA) van Sociale Zaken en minister Ivo Opstelten (VVD) van Veiligheid en Justitie hebben in het Catshuis gesproken met vertegenwoordigers van verschillende Joodse organisaties. De bijeenkomst werd onder meer bijgewoond door mensen van het Centraal Joods Overleg (CJO) en het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI). Zij spraken over de recente antisemitische incidenten in Nederland. Het kabinet deelt de zorgen van de instellingen, zo staat in een verklaring te lezen: ‘Wij verwerpen antisemitisme en elke vorm van discriminatie. In Nederland is daarvoor geen plaats’.
Door de oorlog in de Gazastrook neemt het aantal antisemitische incidenten in Nederland toe. Zo krijgt de Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan (PvdA) dagelijks meldingen binnen. In Den Haag werd eind juli een anti-Israël manifestatie gehouden, waar door pro-Palestijnse demonstranten anti-Joodse leuzen werden geroepen en de Hitlergroet werd gebracht. Ook zijn Joden in Amsterdam al aangevallen door buurtgenoten.
Het kabinet stelt dat het goed invoelbaar is dat Nederlanders uiting geven aan zorgen, verdriet en woede over wat er elders in de wereld gebeurt. ‘De vrijheid van meningsuiting en het recht om te demonstreren zijn een groot goed. Maar conflicten elders in de wereld mogen niet leiden tot spanningen tussen bevolkingsgroepen in Nederland’, aldus Rutte. ‘Daar zijn we met elkaar voor verantwoordelijk’.
De regering zegt alles te doen om discriminatie tegen te gaan en groepen te beschermen. Joodse instellingen krijgen de komende tijd extra beveiliging. Ook blijven de autoriteiten alert waar het gaat om nieuwe demonstraties met betrekking tot de oorlog tussen Hamas en Israël. Uit de verklaring: ‘In navolging van verschillende initiatieven in gemeenten en met verschillende gemeenschappen zullen we het initiatief nemen met alle betrokken partijen – waaronder het zogenaamde ‘CAIRO overleg’ – om de oplopende spanningen tussen groepen te bespreken en waar nodig te interveniëren. We juichen het initiatief toe van de Raad van Moskeeën en de Unie van Marokkaanse Moskeeën Nederland om in moskeeën op te roepen tot tolerantie en zetten het gesprek graag voort. De Joodse gemeenschap vormt een onlosmakelijk onderdeel van Nederland, net als andere minderheidsgroeperingen. Wij zijn het erover eens dat de gesprekken tussen de vertegenwoordigers uit al deze gemeenschappen van grote waarde zijn.’ [bl]
