Strijd over Pimmetje – column Naomi Italiaander

Naomi Italiaander
A. Schippers

‘Pimmetje o Pimmetje wat ben je lief. Toen zij zes weken oud was heb ik haar opgehaald, ze paste net niet meer in een hand. Ik was verliefd op Pimmetje, mijn aller liefste kat.
Ik woonde toen op de Ferdinand Bolstraat in de Amsterdamse Pijp, waar wij samen ruim zes jaar gewoond hebben.
In 2014 besloot ik naar Israël te gaan, om daar te kijken of ik een toekomst zou hebben. Helaas kon Pimmetje niet mee naar Israël, aangezien katten daar op straat leven en geen huisdier zijn. Ik zocht een veilige haven voor haar en na maanden zoeken wilde een kennis van mij haar graag hebben. Ik noem deze man in dit geval even Damian, zo heet hij niet, maar de kwestie ligt nogal gevoelig.
Damian had een hele mooie tuin, waar Pimmetje meer ruimte en plezier zou kunnen beleven, dan ze ooit bij mij op de tweede verdieping in de Pijp heeft gehad.
Ik was blij en liet haar met een goed gevoel achter.

Na een jaar in Israël te hebben gewoond, besloot ik om terug te keren. Natuurlijk wilde ik Pimmetje zien en ik bezocht haar in haar nieuwe huis. Ik besloot haar achter te laten, met pijn in mijn hart, omdat ik dacht dat het beter was om een kat niet zo vaak van omgeving te laten veranderen. Ze had het daar immers goed.

Een jaar later belde ik Damian om te vragen hoe het met Pimmetje gaat. Maar Pimmetje was weg en had via Damian een nieuw baasje gekregen: Ruben (ook niet de echte naam van deze man in kwestie).
Ondanks dat ik nu enorme spijt heb dat Pimmetje weg is, neem ik aan dat ze een goed huis gevonden heeft.
Toch probeer ik al ruim twee jaar contact te zoeken met Ruben, maar al die tijd werd ik door hem totaal genegeerd. Wel hebben hebben wij veel gemeenschappelijke kennissen, waaronder Damian.
Ik heb via Facebook meerdere berichten gestuurd en via gezamenlijke vrienden gevraagd of hij mij wilde bellen. Ongeveer een maand geleden kreeg ik het volgende bericht retour:

“Beste Naomi, via verschillende wegen heb ik vernomen dat je graag Pim wilde zien. Excuus dat ik tot nu toe niet heb gereageerd. Aangezien ik chronisch tijdgebrek heb stond je niet op mijn prioriteitenlijst. Daarnaast kennen wij elkaar niet persoonlijk. En alhoewel we allebei Pim hebben gehad, betekent het niet dat ik het prettig vind dat je hier bij mij over de vloer komt. Dat je in eerste instantie via meerdere wegen meermaals geprobeerd hebt mij met jou contact op te laten nemen, heeft dat gevoel ook niet weggenomen. Eerder versterkt. Ik bedoel… het gaat hier om een kat die je lang geleden hebt verzorgd en niet om een kind. Daarnaast is Pim een schuchtere kat en niet comfortabel bij vreemden. Waardoor ik ook niet denk dat je er perse veel aan gaat hebben om haar op te zoeken. Het gaat verder goed met haar. Ze heeft het hier erg naar haar zin. En ik ben ook heel erg blij om haar te hebben. Het is een heel lief beestje met een goede dosis aanhankelijkheid. Wij komen elkaar ongetwijfeld eens tegen. Het lijkt me een beter idee dat wanneer we elkaar een beetje kennen via een ongeforceerde omgang je eens op bezoek komt bij mij en mijn vriendin en Pim.”

Een nogal tegenstrijdig bericht, waarin ik weerhouden word van enig contact met Pimmetje. Iets wat in mijn optiek totaal onbegrijpelijk is.
Ik heb hier verder geen werk meer van gemaakt, maar als de strijd om een kat al zoveel misverstanden teweeg kan brengen, snap ik dat de strijd om kinderen bij een scheiding een groot drama kan zijn.’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Archief Oud-columnisten » Strijd over Pimmetje – column Naomi Italiaander