Spoorzoeken in Wenen – ‘De Joodse horizon’ – reisverhaal

Donaukanaal, Wenen (foto: J. Brantjes)

Een road trip met treinen. Rond Pesach bezocht reisjournalist Joost Brantjes drie Midden-Europese steden om meer te weten te komen over het Joodse verleden, maar ook om te zien wat er tegenwoordig van over is. En natuurlijk om te zien wat ze voor de Joodse reiziger te bieden hebben. Na Praag neemt hij de trein naar de ‘Stadt der Musik’, Wenen. 

Het zijn net Amsterdammers, denk ik, als ik uitstap op de Schwedenplatz. Ook Weners hebben aan twee zonnestralen genoeg om de terrassen aan het Donaukanaal te doen vollopen. Vanaf de brug zie ik hoe op de kade aan lange picknicktafels wordt genoten van de zon. Aan de overkant ligt de Taborstrasse, de slagader van Joods Wenen. Hotel Stefanie, dat al in het jaar 1600 haar deuren opende en daarmee het oudste hotel van de stad is, ligt midden in deze wijk, Leopoldstadt. Het tweede district van Wenen was vanaf de zeventiende eeuw tot aan de Sjoa dé Joodse wijk. Hotel Stefanie had zelfs de bühne van het Budapester Orpheumgesellschaft, een theaterensemble dat stukken in het Duits en in het Jiddisch opvoerde.

Scoren met Scrabble
Nu nog kent Leopoldstadt een Joods karakter. Chabad zit er met een enorm pand, er zijn koosjere winkels en hippe restaurants, en er kan in een handvol synagogen gebeden worden. De Weense synagoge die me het meeste interesseert, is de Stadttempel of Seitenstettengassetempel (onthoud dat woord, mocht je ooit met Duitstaligen gaan Scrabbelen). Gebouwd als een schuilkerk in 1825, is het de enige sjoel die de Kristallnacht van 1938 overleefde. De reden is dat de rooms-katholieke keizer Jozef II had verordend dat uitsluitend rooms-katholieke kerken een voorgevel mochten hebben aan de openbare weg. De synagoge werd daarom bij de bouw ingepakt tussen appartementencomplexen. Brand zou veel meer hebben verwoest dan alleen de sjoel.

Stadttempel (foto: J. Brantjes)


We zijn een internationaal gezelschap met Duitsers, Amerikanen en Israëli’s als we donderdagochtend een rondleiding krijgen door de Stadttempel. Voor de bouw heeft de Weense architect Joseph Kornhäusel overduidelijk gekozen voor de Biedemeier-stijl en de synagoge vertoont grote gelijkenissen met een theater. Ovaal van vorm, klein en intiem en met een blauwe koepel die rust op twaalf zuilen. David Pinchasov vertelt over de geschiedenis van de Joodse gemeenschap van Wenen die teruggaat tot de twaalfde eeuw. Hoe verschillende keizers of zeer antisemitisch waren of juist rechten voor Joden waarborgden. En hoe Wenen rond de vorige eeuwwisseling een van de belangrijkste centra van Joodse cultuur in Europa was en de bevolking voor tien procent uit Joden bestond.

Anschluss
Dat veranderde letterlijk van de ene op de andere dag de Anschluss van Oostenrijk bij nazi-Duitsland in maart van 1938. Weners vernederden Joden door ze met tandenborstels hun straten te laten poetsen. Winkels werden geplunderd en in september 1938 volgden de Rassenwetten van Neurenberg. De anticlimax was de Kristallnacht van 10 november, toen ook in Wenen vrijwel alle synagogen in brand werden gestoken. De brandweer werd verboden te blussen en Joseph Goebbels noteerde in zijn dagboek: ‘Wir lassen nur soweit löschen, als das für die umliegenden Gebäude notwendig ist. Sonst abbrennen lassen’.


Anti-graffiti laag
Van de 200.000 Joden die in 1938 in Wenen woonden, waren er in 1945 slechts vijfduizend over. De 65.000 die werden vermoord, worden sinds 2000 geëerd met het Judenplatz Holocaust Memorial in het eerste district van Wenen. Voor het plein ontwierp de Britse kunstenaar Rachel Whiteread een ‘Naamloze Bibliotheek’ van staal en beton die op een grote sarcofaag lijkt. De boeken symboliseren het Joodse geloof als een geloof van het boek en staan allen met hun rug naar binnen opgesteld, we kunnen niet zien om welke titel(s) het gaat.

Whiteread koos er bewust voor om het monument geen anti-graffiti laag te geven: “Als iemand er een hakenkruis op spuit, kunnen we proberen het eraf te schrobben, maar een paar bekladde hakenkruizen zouden mensen echt aan het denken zetten over wat er in hun samenleving gebeurt.”

Holocaustmonument Wenen (J. Brantjes)


Wilde bloemkool
’s Avonds ga ik naar Gastwirtschaft Miznon waar de beroemde Israëlische chef Eyal Shani ‘wild Israeli streetfood’ serveert in een gezellig rustiek restaurant. Ik moet aan Praagse Pavlina denken, als de heerlijke geroosterde bloemkool op tafel komt.

Ook de volgende dag, in het Joodse Museum van Wenen, waar de bijdragen van de Weense Joden aan de kunst, cultuur en geschiedenis van de stad worden tentoongesteld, denk ik aan haar. Een van de permanente tentoonstellingen is namelijk gewijd aan de Weense tak van de Rothschild-familie en hoe groot hun bijdrage was aan de stad Wenen.

‘Him’ (foto: J. Brantjes)

Op een andere verdieping sta ik plots oog-in-oog met Adolf Hitler. Hij draagt wollen straatkleren en zit op zijn knieën tussen lege boekenkasten te bidden. Het is een kunstwerk van de Italiaan Maurizio Cattelan die het ‘Him’ noemde en er drie van maakte. De Weense versie werd in 2016 gekocht voor 17,2 miljoen dollar door Stefan Edlis. Hij vluchtte met zijn familie in 1941 naar Amerika waar hij zo succesvol boerde dat hij zonder met zijn ogen te knipperen meer dan zeventien miljoen neertelde voor een standbeeld van ‘Hitler’.

In 2019 overleed hij op 94-jarige leeftijd. Een van zijn wensen was dat zijn paspoort, met de kenmerkende ‘J’, permanent in het Joodse Museum getoond wordt. Dat we nooit mogen vergeten hoe razendsnel en meedogenloos getracht is om alles wat Joods was aan Wenen te vernietigen. Maar gelukkig is dat niet gelukt en groeit de Joodse gemeenschap van Wenen inmiddels weer, mede door Joden uit de Centraal-Aziatische Sovjetrepublieken.

Ik ben benieuwd hoe dat in Boedapest zal zijn en met een lekker koud Gösser biertje trein ik via Györ naar de Hongaarse hoofdstad.

Lees ook:
Hoop aan de Moldau – ‘De Joodse horizon’ – reisverhaal

‘Hoewel het nog geen negen uur ’s ochtends is, lopen de eerste groepen toeristen al over de kasseien van Praags Joodse wijk Josefov. In het Spaans, Frans of Duits vertellen de gidsen meer over het ontstaan van de wijk. Vanaf 1893 werd het getto gesaneerd. De straatjes en stegen moesten verdwijnen om plaats te maken voor boulevards naar Parijs’ voorbeeld en er kwamen appartementengebouwen in Art Nouveau-stijl…’

Categorie: | |

Home » Nieuws » Spoorzoeken in Wenen – ‘De Joodse horizon’ – reisverhaal