Vrijheid van meningsuiting begrensd – column Hanneke Gelderblom

Hanneke Gelderblom
Beeld: K. Rijken

‘Vrijheid van meningsuiting, kritiek kunnen uiten zonder angst daarvoor te worden opgepakt is een van de kernwaarden van onze democratie.

We zien wereldwijd dat het afschaffen van deze vrijheid het eerste is wat autoritaire leiders doen. Dit soort leiders pretendeert te weten wat “het volk” wil.
Of er zoiets als “het volk” bestaat, is een vraag die niet in hun denkwereld past. Iedereen die het niet met hen eens is, is ziek of slecht.
Niet langer bestaan er in dat soort landen meerdere tv-stations met onafhankelijke redacties. Daarnaast zijn er slechts één of twee kranten die weinig van elkaar verschillen, ook al hebben ze een andere naam.
In Rusland is dat inmiddels opnieuw een feit. Ooit waren daar twee kranten: De Waarheid (Pravda) en Het Nieuws (Iswestia). Er staat geen waarheid in Het Nieuws en geen nieuws in De Waarheid, aldus het oude grapje uit de communistische tijd.
In Turkije is het nu ook raak. Daar gebruikt president Tayyip Erdogan de mislukte coup van afgelopen zomer om zo ongeveer iedereen, die het niet met hem of zijn AK-partij eens is, uit zijn functie te ontzetten en in de gevangenis te gooien.

Of ook Amerika met president elect Donald Trump die kant opgaat? Ik hoop het niet.
Maar zijn uitlating dat hij geen persconferenties gaat geven en zijn mening wel via Facebook zal laten weten, voorspelt niet veel goeds. Vragende journalisten vindt hij immers lastig, want dan moet je uitleg geven.
Ik ben een hartstochtelijke voorstander van de vrijheid van meningsuiting die wij in Nederland hebben. De discussie die dat oplevert is vrijwel altijd een verruiming van je blik over de diverse kanten van een vraagstuk. Mits dat natuurlijk binnen de spelregels gaat. Daarbij gaat het om de argumenten, niet om onbewezen feiten of het verspreiden van nep-nieuws. Wie dat doet of zijn tegenstander alleen maar voor rotte vis of vergelijkbare narigheid uitscheldt, heeft meestal geen argumenten.

Tot de vrijheid van meningsuiting behoort ook grappen maken. Dat is al vele malen vastgesteld, ook al kunnen die grappen voor sommige mensen best kwetsend zijn.
Het is immers de bedoeling van de tekenaar of de cabaretier om mensen als individu te laten nadenken, aan het lachen te brengen en het is niet de opzet om te kwetsen.

Proces Wilders
De uitkomst van het proces tegen Geert Wilders over zijn oproep op verkiezingsavond om de zaal “minder minder Marokkanen” te laten scanderen, is daarom opnieuw een toetssteen of het recht op vrijheid van meningsuiting grenzen kent en zo ja waar die grens getrokken wordt.
Dat er een grens bestaat tussen wat wel en niet mag, werd in september 1985 duidelijk gemaakt, toen de evangeliste Jenny Goeree door de Zwolse rechtbank werd veroordeeld. Zij beweerde dat de Joden Auschwitz als straf over zichzelf hadden afgeroepen door Jezus niet te aanvaarden als hun Heiland. Het verspreiden van deze opvatting wordt gezien als een onrechtmatige daad.

Ondanks dit verbod ging het echtpaar Goeree door met het publiekelijk verspreiden van deze mening die door veel nabestaanden van de Sjoa als opzettelijk kwetsend werd ervaren. In een proces tegen de Goerees bevestigde de Hoge Raad op 18 oktober 1988 dat het echtpaar discrimineerde en oordeelde ze dat in dit geval de aard van de uitlating doorslaggevend is.

Het artikel uit het wetboek van strafrecht dat een hoofdrol speelt in het proces tegen Wilders is artikel 137: “Hij die zich in het openbaar mondeling bij geschrift of afbeelding opzettelijk beledigend uitlaat over een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst, hun hetero-of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap, wordt gestraft…..

Dat de toespraak van Wilders op die verkiezingsavond in het openbaar was zal niemand betwisten.

Dat het opzettelijk was zal zelfs Wilders niet ontkennen, in tegendeel: hij ziet deze oproep als een politieke mening en als zijn taak om zich als politicus zo te uiten

Zijn advocaat Geert-Jan Knoops heeft in een bijna tweehonderd pagina’s lang en knap betoog geprobeerd een gaatje te vinden om Wilders vrij te pleiten.
Hij heeft uitgebreid stilgestaan bij de begrippen wegens ras, het begrip discriminatie en het verschil tussen, ras, nationaliteit en nationale afkomst.
Die discussie is juridisch gezien uitermate boeiend.
Gaat het over nationaliteit – Marokkaans– of nationale afkomst geboren in Nederland dus Nederlander met Marokkaanse grootouders?.

Maar is dit wel de kern van de zaak??

Artikel 137 stelt de grens bij het opzettelijk beledigen van een groep mensen.
Het gaat dus niet over honden of lantarenpalen.
Wilders probeert de grens waar de vrijheid van meningsuiting overgaat in opzettelijk beledigend uitlaten over een groep mensen te verleggen of weg te halen.
Hij mag dat proberen.
Op 9 december zal de rechter daarover oordelen.

Ik prijs mij gelukkig te wonen in een land waar deze grens wordt bewaakt en indien nodig opnieuw wordt getrokken door een onafhankelijke rechter.
En ik hoop niet op 10 december wakker te worden in een land waar die grens niet blijkt te bestaan.
Dan is immers de roep om “minder, minder Israëli’s”– lees Joden – in Nederland ook niet meer onbestaanbaar…’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Vrijheid van meningsuiting begrensd – column Hanneke Gelderblom