Yad Vashem-onderscheiding voor ambtenaren hoofdstad

Vijf voormalige Amsterdamse ambtenaren van het bevolkingsregister hebben maandag postuum de Yad Vashem-onderscheiding gekregen. Het gaat om Hermanus Alers, Andreas Balvers, André de Kok, Teunis van de Bunt en Boudewijn Leenheer. Zij werkten tijdens de Tweede Wereldoorlog voor de gemeentelijke basisadministratie. Door identiteitsbewijzen te vervalsen, hielden ze tijdens de bange jaren ’40-’45 veel Joden en verzetsstrijders uit het zicht van de Duitse bezetter. Honderden Joden en verzetsmensen hebben dankzij het werk van deze ambtenaren de oorlog kunnen overleven.

Indertijd werden zes ambtenaren doodgeschoten nadat bekend was geworden met welke activiteiten ze zich bezig hielden. Een van deze medewerkers, Pieter Landweer, kreeg al in 2008 postuum een Yad Vashem-onderscheiding. Op maandag 11 september werd stilgestaan bij de vijf anderen door hen ook met een onderscheiding te eren. De penningen werden in aanwezigheid van verkeerswethouder en locoburgemeester Pieter Litjens (VVD) aan de nabestaanden uitgereikt. Dit deed de Israëlische ambassadeur Aviv Shir-On. Hij is sinds vorig jaar ambassadeur van Israël in Nederland.

Yad Vashem is de officiële staatsinstelling van Israël voor het herdenken van de Joodse slachtoffers van de Sjoa en de redders van Joden. Yad Vashem betekent gedenkteken (letterlijk: de Hand van G’d, red.). Zeker 5.516 Nederlanders hebben een onderscheiding gekregen van Yad Vashem als ‘Rechtvaardige onder de Volkeren’, omdat ze in de Tweede Wereldoorlog een of meer Joden voor deportatie door de nazi’s hebben behoed. Hoeveel Joden er door de redders zijn gered is niet duidelijk, omdat Yad Vashem dit over het algemeen niet publiceert. Wereldwijd zijn er 26.120 mensen onderscheiden voor het redden van hun Joodse medeburgers.