Zum Krieg! – column Paul Damen

Damen

‘Wollt ihr den totalen Krieg?’ Die vraag stelde propagandaminister Joseph Goebbels op 18 februari 1943, toen die Krieg zich tegen de kansen van de nazi’s keerde, in het Berlijnse Sportpalast. Zijn publiek scandeerde massaal: “Ja! Ja! Ja!” Goebbels is dood, het Sportpalast afgebroken, maar de vraag leidt een tweede leven in Gaza, waar Hamasleider Haniyeh hetzelfde antwoord kreeg: “Ja! Ja! Ja!”
Het blijft een raadsel waarom mensen die tóch al keer op keer als kanonnenvlees door hun islam-dictatuur de daken op werden gejaagd, zo dom zijn een voorspelbare verliezersoorlog uit te lokken. Want nu dat brandbommen-volksvliegerfeest opgeleukt wordt met rakettenregens, gaan er in Israël steeds steeds meer stemmen op om eindelijk eens een einde te maken aan het Hamasbewind. Terwijl ik dit tik, op zondagmiddag, vraagt het Israëlische veiligheidskabinet zich opnieuw af wat de opties zijn bij een totale oorlog.

Hamas lijkt daarop aan te sturen met steeds zwaardere Palestijnse provocaties. Afgelopen week woensdag werd Be’ersjeva met een raket beschoten. Niemand geloofde de mythe van Hamas dat die raket was geactiveerd door de bliksem. Een bewind dat burgers dwingt ballonnen op te laten met als opschrift وحدة برق (wahdat bariq – ‘Bliksem Brigade’) geeft niet geloofwaardig de weergoden de schuld. Aan de Israëlische zijde is men het zat elke nacht in een bunker te moeten zitten – aan de grens is letterlijk de grens bereikt.
Wat zou ú bijvoorbeeld doen als vanuit een overbevolkt Aken elke week tientallen zelfgemaakte raketten werden afgeschoten op dromerige Zuid-Limburgse dorpen als Vaals, Vijlen, Camerig en Kuttingen? Als huisvlijtraketten zelfs de buitenwijken van Maastricht bereikten, afgeschoten door verstokte oudstrijders die zich niet neerleggen bij de nederlaag van WO2? Die speciaal voor kinderen brandballonnen met ‘I love U’ oplaten? Misschien vindt u dat een absurde vergelijking. Maar wat hebben die kibboetsniks, die tomatenkwekers met politiek te maken?

Met een bewonderenswaardige vasthoudendheid noteert de Israëlische Adele Raemer alweer maandenlang op Facebook hoe het leven aan de grens met Gaza een hel werd. Volgens de linkse kibboetsbewoners laat hun regering hen in de steek, terwijl ze het liefst in vrede met hun buren willen leven. Alleen: die buren willen hén het liefst in brand steken. En dóen dat ook: volgens Keren Kayemeth le’Israel, hier beter bekend als het collectebussen plaatsende en bomenplantende Joods Nationaal Fonds (JNF), is met ruim 1.100 brandbommen sinds april zo’n 1.200 hectare aan bos verbrand. Dat is meer dan de helft van het totaal in de regio, ooit boom voor bom geplant op deze dorre vlakte. Wil je zien wie er wérkelijk van het land houdt, schakelt op ‘Google Earth’ het vinkje ‘grenzen en labels’ uit: zie hoe Israël letterlijk een groenstrook is in de Arabische zandvlakte. In een gebied waar élke boom wordt gekoesterd is élke brand een oorlogsmisdaad. Er komt een moment dat die met oorlog beantwoord wordt.

Het probleem is echter: als oorlog volgens Clausewitz ‘een gewelddaad is met het doel de tegenstander te laten doen wat jij wil’, dan zijn alle vorige oorlogen in Gaza mislukt. Hamas kan hardleers zijn, omdat haar bevolking er niet toe doet, tenzij op het dak als menselijk schild. Niettemin dreigt Israëls defensieminister Avigdor Lieberman met een totale aanval, omdat hij denkt dat enkel een harde hand Hamas jaren kan laten ophouden met terreur. Hij lijkt gelijk te krijgen, want pas met pantserwagens massaal aan de grens bleek Hamas deze week bereid via Egypte te praten. De afgelopen vrijdag, traditioneel het moment waarop de bevolking van Gaza de dag van gebed inluidt door brandbommen per ballon naar de buren te sturen, was het aanzienlijk rustiger.

Israël op haar beurt weet bij een volgende aanval al meteen met 4-0 achter te staan, zolang de lichamen van luitenant Hadar Goldin en sergeant Oron Shaul, die bij de vorige operatie ‘Beschermend Schild’ in 2014 werden ontvoerd en vermoord (hoor ik daar iemand de Conventie van Génève mompelen?) en die twee verwarde mannen Avera Mengistu en Hisham al-Sayed die zelf de grens met Gaza overstaken, nog niet zijn vrijgelaten uit de gijzeling waarin Hamas hen houdt als ‘wisselgeld’.

Niettemin raakt ook voor Hamas dat wisselgeld op. Binnenkort is het winter en dan is het land te nat om af te branden. Dan moet men terugvallen op die tunnels die door de steeds geavanceerder Israëlische technologie een voor een opgerold en opgeblazen worden. Als het regime uit al die acties aan de grens nog énig strategisch voordeel wil halen – deels opheffing van de blokkade, nog meer geld – moeten ze opschieten. Eerder verdubbelde Hamas dan de terreur met raketten, in de hoop dat Israël overstag zou gaan. Overgaan zou tot bombardementen waarna Hamas weer demonstratief met burgerslachtoffers (die later voor driekwart militanten blijken) kan gaan jongleren.

Alleen: dat doet Israël niet. Nog niet. Want Lieberman weet dat het Hamasbewind enkel bij een grondaanval mogelijk een goed heenkomen zoekt. De twee Libanonoorlogen bewezen Israël al dat enkel bombarderen niet genoeg is om Hezbollah weg te krijgen, integendeel. Maar ook als Gaza grotendeels vernield zou zijn, levert een grondoorlog tegen Hamasmilitanten in al die hoeken en gaten aan beide zijden onaanvaardbaar veel doden op. En dus zitten zowel Israël als Hamas in een patstelling waarbij de Palestijnen kunnen doorgaan met waar ze wél goed in zijn: het pesten van grensbewoners, het oplaten van brandbommen. Alleen spelen ze daarbij met vuur. Letterlijk.

Categorie:

Home » Columns en opinie » Zum Krieg! – column Paul Damen