Aan Max van Weezel. Van je dochter (2)

Natascha van Weezel
Uitgeverij Balans

‘Salaam aleikum Aboe,

Ik lig nu in een bizar groot bed in het belachelijk luxueuze Mövenpick hotel te Ramallah en ik wil je graag vertellen over de verwarrende dagen die ik achter de rug heb. Zoals je weet ben ik sinds zondag mee op een journalistenreis naar Israël en de Palestijnse gebieden. We begonnen in Jeruzalem, waar we de oude stad, Yad Vashem, een kantoor van de IDF en de Knesset bezochten. We zijn ook al in Sderot geweest en zullen later deze week afreizen naar de Golan en Tel Aviv. De komende twee dagen besteden we op de West Bank. Vandaag was Ramallah aan de beurt, morgen zullen we een bezoek brengen aan het nieuwe (nog niet opgeleverde) Rawabi, de eerste Palestijnse stad die in duizend jaar is gebouwd, het vluchtelingenkamp Jalazone en ’s middags gaan we op de thee bij een kolonist. Ik ben meegegaan, omdat ik hoopte dat sommige van mijn prangende vragen over het conflict zouden worden beantwoord. Maar hoe meer ik zie en hoor, hoe minder ik ervan begrijp.

Ik hoop dat de selfie die ik bij het graf van Arafat heb gemaakt via whatsapp is aangekomen. Ik had er eigenlijk wat meer van verwacht, omdat deze plek bekend staat als de attractie van Ramallah. Zoals je hebt gezien was het niet meer dan een marmeren tombe met twee statige Palestijnen erachter, geflankeerd door een groot aantal rood-wit-groen-zwarte vlaggen. Jij hebt hem ooit ontmoet toch, toen je hem interviewde voor je werk? Ik herinner me een foto uit 1995 waarop jij zijn baby Zachwa op schoot hebt. Was hij echt een terrorist zoals de meeste Israëli’s zeggen?

Zodra we de West Bank opreden kwamen we langs de ‘barrière’. De checkpoints zijn zwaar beveiligd door soldaten met grote geweren, die iedereen die er langs wil nauwkeurig controleren en soms mensen terugsturen. Ik werd er verdrietig van. Volgens de meeste Israëli’s die ik heb gesproken is dit nodig, omdat er sinds deze maatregelen een stuk minder aanslagen zijn gepleegd. Volgens de Palestijnen is het echter zo dat de aanslagen zijn afgenomen doordat er tegenwoordig een goede samenwerking is tussen de Israëlische en de Palestijnse politie en dat de muur er alleen staat omdat Israël meer land wil annexeren. Hoe denk jij daarover? Vroeger gingen we wel eens gewoon een dagje naar Jericho toe toch, als jij daar een reportage voor de krant moest maken?

Ramallah is welvarender dan ik had gedacht. Ons hotel is zeker niet representatief voor de rest van de stad (hier slapen dan ook alleen Amerikaanse zakenlieden), maar de chaos en armoede vallen reuze mee. Het doet me een beetje denken aan Cairo. De mensen zijn hartelijk en roepen allemaal: ‘Welcome to Ramallah!’ Ik geloof dat ze erg blij zijn om toeristen te zien. We hebben over de markt gelopen en wilden eigenlijk koffie drinken bij de Stars&Bucks (tja, ze hebben hier hun eigen variatie op grote internationale ketens), maar dat kon niet, want het is natuurlijk Ramadan.

Het is hier niet onveilig. Vanmiddag heb ik samen met een vrouwelijke reisgenoot een taxi genomen die ons keurig naar het centrum heeft gebracht. Ik kon de gedachte alleen niet uit mijn hoofd krijgen of hij ook zo netjes zou zijn geweest als hij wist dat ik Joods was. Uit voorzorg heb ik mijn Mogen David afgedaan toen we Jeruzalem uitreden. Ik heb mezelf ooit beloofd mijn identiteit nooit meer te verbergen, maar aangezien er in de Palestijnse gebieden af en toe Israëli’s worden ontvoerd of vermoord wilde ik nu toch geen risico nemen. Wat ik ook lastig vind is dat hier overal posters van martelaren aan de muur hangen en graffiti van de landkaart van Israël met prikkeldraad eromheen. Ik voelde me ook een beetje unheimisch bij de aanblik van popcornstalletjes met namen als ‘Jihad Corn’, kooplieden die ballonnen in de vorm van raketten aan de man brengen en winkels waar babyrompertjes met de tekst: ‘Free Palestine’ niet aan te slepen zijn.

Aan het begin van de avond hadden we een ontmoeting met Mustafa Barghouti; cardioloog, PLO politicus en fervent aanhanger van de BDS-beweging. Hij vertelde dat Israël af en toe de elektriciteit en het water in dorpen op de West Bank afsnijdt als strafmaatregel. Ook zei hij dat er aparte wegen zijn aangelegd voor Israëli’s en Palestijnen. Zou dit echt waar zijn? Ik weet inmiddels echt niet meer wie of wat ik moet geloven. De ‘muur’ noemde hij een betonnen apartheidsmuur van 850 km lang en acht meter hoog, terwijl onze gids in Jeruzalem nou net had gezegd dat de barrière voor 95 procent uit hek bestond. Daarnaast liet hij afschuwelijke foto’s van de afgelopen Gaza-oorlog zien en vermeldde hij daarbij dat er 2.272 Palestijnen werden vermoord, waarvan 83 procent burgers. Maar volgens de woordvoerder van de IDF waren er nauwelijks burgerslachtoffers en waarschuwde het leger hen elke keer van te voren als er een luchtaanval kwam. Hij beëindigde zijn betoog met de mededeling dat Palestijnen niets anders willen dat vrijheid en dat hij open staat voor een twee statenoplossing (inclusief een Joodse staat). Mooie woorden, maar waarom had hij dan een broche van een sleutel, het symbool voor de terugkeer van alle vluchtelingen, op zijn nette pak gespeld?

Tijdens de maaltijd verkeerden we in het gezelschap van twee vertegenwoordigers: een van Fatah en een van Hamas. Een gekke gewaarwording om van humus, pita, labeneh en tahina te genieten terwijl de goedlachse Hamas-man ontkende dat zijn partij alle Israëli’s en joden wil doden, hoewel er in het handvest iets heel anders staat. Toen ik hem na afloop toevertrouwde dat ik Joods ben en hem voor geen cent vertrouwde, schudde hij mijn hand en wilde zelfs met me op de foto. “Ik heb niets tegen Joden, Israëli’s zijn mijn enige probleem”.

Hierna zijn we wat gaan drinken bij de Snowbar, een idyllisch café waar expats en seculiere Palestijnen genoten van waterpijp en eigen gebrouwen bier uit Ramallah. Ik had meer behoefte aan een groot glas pure wodka.

Ik heb meer dan ooit het gevoel dat het conflict muurvast zit. Iedereen houdt vast aan zijn eigen meningen, ideeën en wensen en kijkt geen seconde naar de ander. Zo komt er toch nooit vrede?

Heb jij nog enige hoop?

Natascha’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Archief Oud-columnisten » Aan Max van Weezel. Van je dochter (2)