Aliyah maken – column Brigitte Wielheesen

Afbeelding met tekst: Om dubieuze claims te voorkomen is deze afbeelding verwijderd.

‘Anno 2016, achttien jaar later, is mijn jeugdroom van toen nog altijd dichtbij me. Wat zou het heerlijk zijn om weer de stap te maken en de droom te leven? Aliyah! Ik ga in Israël wonen. Het negatieve klimaat in Nederland, berichtgeving over toenemend antisemitisme, stijging van het aantal emigrerende joden en de vraag “Wanneer vertrek jij?” op iedere bijeenkomst hebben mij laten meeslepen. Ik had genoeg van Nederland. Het gras bij de buren is soms veel groener dan het lijkt.

Praktisch is emigreren naar Israël een fluitje van een cent. Digitaal open je een file bij het Israëlisch ministerie van absorptie, het Aliya department. Volgens een aantal vragenlijsten loop je door de procedure. Zij geven je een digitale kluis voor je documentatie. Omdat je voornemens bent ‘burger’ met of zonder stemrecht te worden en bureaucratie een Israëlische vinding is, zijn er Nederlandse verklaringen en apostilles nodig om te overleggen. Bij iedere goed ingevulde stap een ‘vinkje’ en de beloning van het Aliyah department volgt steevast. Met veel geduld en een belletje rechtstreeks naar het department voor wat gezonde ‘Israëlische druk’ komt snel de mazal tov! In twee a drie maanden is de procedure rond. Ze betalen je ticket, op het vliegveld Ben Goerion wordt je verwelkomd en krijg je je ID kaart. Je leven in Israël kan beginnen.

En dan kom je op het punt dat idealisme en realiteit met elkaar kruisen. Israël zit, ondanks de oproep van premier Netanyahu, helemaal niet te wachten op nieuwe immigranten. Economisch gaat het niet goed in Israël. De helft van de Franse immigranten overweegt zelfs om weer terug te gaan naar Frankrijk. De huurprijzen rijzen de pan uit. Israëlische salarissen zijn fooien in vergelijking met de Nederlandse salarissen en werk vinden als je boven de veertig bent, schijnt onmogelijk te zijn. Volgens Irgoen Olei Holland zijn er daarom maar weinig gezinnen die naar Israël verhuizen. “Het is echt geen makkelijke stap, zeker niet als je een goede carrière hebt in Nederland. Het zijn overwegend gepensioneerden, die onder andere hun pensioengeld meenemen en jongeren die nog een hele toekomst voor zich hebben, die emigreren.”

Ik ben geen achttien meer en nog niet oud genoeg om bij de eerste groep te horen. De kans op een goed leven in Israël als je boven de veertig bent en nog niet gepensioneerd, bestaat alleen als je die grote zak geld meeneemt om het tot je pensioen uit te zitten. En dan nog moet je het heel wat tandjes zuiniger doen, want zelfs de basisbehoeften zijn duurder dan in Nederland.

Gelukkig is er nog steeds een tussenweg. Als ZZP’er met internationale opdrachten en een goede voorbereiding kun je ook deels in Israël wonen als je de veertig bent gepasseerd. Een betrouwbare makelaar om je woning bij afwezigheid te verhuren en een betrouwbare advocaat die je zaken regelt, zijn daarbij essentieel. Ik ben niet de enige die hiervoor kiest. Een been in Nederland, het andere been alvast in Israël om je er pas later definitief te gaan vestigen. En met later bedoel ik dat wanneer het in Nederland echt de spuigaten uitloopt of gezegend bent de leeftijd van pensioengerechtigde te halen. Israel is voor velen van ons een droom die om veel verschillende redenen bij ons hoort. Cultureel en als volk zullen we elkaar nooit los laten, maar Oj ve, het is wel lastig als je bestaan in Nederland best goed is!

Behatslacha, vebeshana haba baJeroesjalaiem’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Aliyah maken – column Brigitte Wielheesen