‘Anne Frank verraden door Joodse notaris’, aldus Coldcaseteam

csm

Anne Frank, haar onderduikende familieleden en de andere onderduikers in ‘het Achterhuis’ aan de Amsterdamse Prinsengracht zijn verraden door de Joodse notaris Arnold van den Bergh. Dat stelt een zogeheten Cold Case-team van 23 onderzoekers uit binnen- en buitenland dat onderzoek heeft gedaan naar de vraag wie deze onderduikers in 1944 verraden heeft. Het team zegt het ‘voor 85 procent zeker te weten’ dat het gaat om notaris Van den Bergh, die in de bange jaren ’40-’45 lid was van de Joodsche Raad, de raad van prominente Joden die collaboreerde met de nazi’s. Over de zaak komt vandaag het boek ‘Het verraad van Anne Frank’ uit. Jonet.nl komt later vandaag met een uitgebreide reactie van Anne Frankdeskundige en Jonet-columnist David Barnouw.

Inval en dagboek
Het gebeurde allemaal op 4 augustus 1944. Toen deed de Sicherheitsdienst een inval op Prinsengracht 263 en werden in het achterhuis daarvan acht Joodse onderduikers ontdekt, onder wie Anne Frank en haar drie familieleden. Van hen was vader Otto Frank de enige die de Sjoa overleefde. Hij liet na de bevrijding het dagboek van zijn jongste dochter uitgeven, dat vervolgens een bestseller werd. Hoewel het verhaal van Anne Frank wereldwijd bekend werd en velen ervan kunnen leren, blijft tot op heden onduidelijk wie de onderduikers heeft verraden. Vanaf de jaren vijftig werd erover gespeculeerd en werden er verschillende onderzoeken uitgevoerd, maar alle uitkomsten ervan waren niet sluitend.

FBI betrokken
Ongeveer zes jaar geleden kwam documentairemaker Thijs Bayens op het idee voor een nog uitgebreider onderzoek dan voorheen. Hierbij werd onder andere voormalig FBI-onderzoeker Vince Pankoke betrokken. Hij noemt deze ‘Cold Case’-zaak een van de lastigste en moeilijkste waar hij vooralsnog bij betrokken is geweest, aldus de NOS. “Dit was geen cold case, de zaak was bevroren.” Omdat er bij een dergelijke oude zaak geen dna-bewijs of videobeelden zijn, zul je altijd moeten uitgaan van indirect bewijs, stelt Pankoke vast. “Toch heeft onze theorie een waarschijnlijkheidspercentage van zeker 85 procent. We hebben geen smoking gun, maar wel een warm wapen met lege hulzen ernaast.”

Vanaf nul aan de slag
De onderzoeksgroep ging vanaf nul aan de slag: ze deden alsof ze helemaal opnieuw moesten beginnen zodat ze mogelijk een andere inkijk konden krijgen in deze zaak. Het materiaal was divers en ruim: oude en nieuwe interviews, dagboeken, adreslijsten en oorlogsdossiers uit dertien archieven in zeven landen. Ook werd kunstmatige intelligentie ingezet om 66 gigabyte aan informatie te onderzoeken. De computer heeft ook zijn werk gedaan om correlaties en analyseren tussen andere invallen op onderduikadressen. Verder bracht die de buren van het Achterhuis in kaart. Er werd door het team tevens gekeken naar eerdere verdenkingen van het verraad. Onder meer verdachten Willem van Maarten, Tonny Ahlers en Ans van Dijk werden opnieuw onder de loep genomen.

Dertig theorieën
In Het verraad van Anne Frank staat tevens hoe de theorie dat de ontdekking van het Achterhuis toeval zou zijn geweest werd onderzocht. In totaal werden er circa dertig theorieën getoetst. Allemaal met één doel: het ontrafelen van het mysterie wie deze later bekende onderduikers heeft aangegeven bij de nazi’s. Nederlandse onderzoeker en journalist Pieter van Twisk stelt dat het team kan zeggen dat 27, 28 van de circa dertig theorieën ‘onwaarschijnlijk tot onmogelijk zijn geweest’.

De Amerikanen zijn gefocust op het onderzoek. Een item van ’60 Minutes’ op 17 januari 2021

Kattebel
Otto Frank zou na de bevrijding een anoniem briefje hebben gekregen waarin de naam van notaris Arnold van den Bergh werd genoemd. Hierop heeft gestaan: ‘Uw schuilplaats te Amsterdam werd indertijd medegedeeld aan de Jüdische Auswanderung te Amsterdam, Euterpestraat, door A. van den Bergh, destijds woonachtig nabij het Vondelpark, O. Nassaulaan. Bij de J.A. bestond er een hele lijst door hem doorgegeven adressen’. Frank biechtte het bestaan van de kattebel op toen er in 1964 voor de tweede keer onderzoek werd gedaan naar het verraad. Hij had het briefje niet meer, maar de huidige onderzoekers hebben een kopie ervan gevonden bij in het familiearchief van een agent. In de jaren zestig werd deze agent vrijgepleit door politieonderzoeker Arend van Helden.

Calmeyer
De onderzoekers van het Cold Case-team wilden het briefje eerst negeren, omdat Van den Bergh lid was van de Joodsche Raad, die in 1943 zelf werd opgepakt. Echter, deze notaris wist zijn wegen om te overleven, zo blijkt. In eerste instantie kreeg hij van de bezetters een Sperre, waardoor hij en zijn gezin niet op transport hoefden. Tezelfdertijd meldde hij zich bij de Duitse jurist Hans Calmeyer, die belast was met het wel of niet Joods verklaren van Nederlanders die bezwaar maakten, om te zeggen dat hij een niet-Jood was. Ook regelde hij een onderduikadres voor zijn dochters. Hij kreeg een Calmeyerstatus, maar die werd na een conflict met een NSB’er in 1944 weer ingetrokken. Dat moet voor hem de reden zijn geweest om verschillende onderduikadressen te verraden en zo zijn eigen leven te redden, aldus de onderzoekers. De Sperres waren toen al niet meer geldig.

Joodsche Raad
Volgens de onderzoekers kon Van den Bergh aan het adres van het Achterhuis komen omdat hij lid was geweest van de Joodsche Raad, die een adressenlijst van onderduikplekken bezat en deze aan de nazi’s kon overhandigen voor het geval dat nodig zou kunnen zijn. De notaris zou deze lijst in handen hebben kunnen krijgen en in augustus 1944 kunnen hebben gebruikt. Indertijd moet de hoge nazi Julius Dettmann zijn getipt en volgens het team kan die tip niet komen van Jan met de Pet. “Je kwam als gewone Nederlander niet bij Dettman uit. Daarvoor zat hij veel te hoog in de boom en bovendien sprak hij geen Nederlands. Zijn nummer stond ook niet in het telefoonboek. Dettmann was een hooggeplaatste nazi, dus de tip moet uit de Duitse hiërarchie zijn gekomen,” aldus journalist Van Twisk.

Missende puzzelstukken
Het onderzoeksteam kon echter niet achterhalen hóe Van den Bergh de onderduikers moet hebben verraden en wie het anonieme briefje geschreven heeft. Ze hopen erop dat mensen nu naar voren komen die de ontbrekende puzzelstukjes kunnen aanleveren. Wel heeft Otto Frank volgens de cold case-onderzoekers waarde gehecht aan dat kleine document, want aan de hoofdredacteur van Het Parool zou hij zich volgens auteur Sytze van der Zee eens hebben laten ontvallen dat ‘we werden verraden door Joden’. Mogelijk wilde hij hier geen groot punt van maken en frustreerde hij eens een onderzoek naar deze theorie, mogelijk uit angst voor antisemitische reacties en aantijgingen, aldus de huidige onderzoekers. Van den Bergh was weliswaar in 1950 overleden aan keelkanker, maar had nog wel twee dochters rondlopen.

Wrok
Het team zegt geen oordeel te willen geven over Van den Bergh. Pankoke tegen de omroep: “De enige slechteriken waren de nazi’s, zonder hen was dit allemaal niet gebeurd. Als je Van den Bergh iets verwijt, moet je je eerst afvragen hoever je zelf zou zijn gegaan om de levens van dierbaren te redden.” Desalniettemin zit de wrok tegen de Joodsche Raad onder veel nazaten van vermoordde en vervolgde Joden in Nederland erg diep. Zij verwijten de leden van de Raad nog steeds mede-Joden te hebben verraden voor eigen gewin en zullen hen dat nooit vergeven. Als dat niet zou zijn gebeurd, zo betogen zij, zouden er nu veel meer Joden in Nederland hebben geleefd.

Lees ook:
Boosheid om Godwin-stickeractie op poster Anne Frank-film

In Amsterdam zijn filmposters van ‘Mijn beste vriendin Anne Frank’ beplakt met stickers met de tekst ‘voor ongevaccineerden verboden’. Opnieuw vergelijken tegenstanders van het coronabeleid de huidige situatie met de Jodenvervolging in de bange jaren ’40-’45 en wederom is de verontwaardiging groot. Deze Godwin is een nieuw dieptepunt in het steeds naargeestiger wordende debat rond het coronabeleid van de demissionaire regering.

Categorie: |

Home » Nieuws » ‘Anne Frank verraden door Joodse notaris’, aldus Coldcaseteam