Opmerkelijk: ‘Gemeente Dordrecht roofde in jaren ’40-’45 geen Joods vastgoed’

P. van de Velde, Flickr

De gemeente Dordrecht heeft in de Tweede Wereldoorlog geen Joods vastgoed geroofd. Dat blijkt uit een quickscan (kort onderzoek) naar de situatie van destijds. Het onderzoek werd ingesteld nadat tv-programma Pointer meldde dat vele gemeenten Joods onroerend goed in beslag hadden genomen en hebben doorverkocht. Vaak moesten overlevenden na 1945 een boete betalen en hard vechten om hun geroofde eigendommen terug te krijgen. In Dordrecht vond van dit alles dus niets plaats, een unicum. In vele andere gemeenten was dat namelijk wel het geval, aldus het onderzoek. Het CJO heeft kritiek op het stadsbestuur: het onderzoek had veel uitgebreider moeten zijn.

Wel of niet fout?
Volgens Pointer zijn er in Nederland zo’n zevenduizend Joodse panden onteigend en zijn er in Dordrecht 44 geroofd. Elf ervan staan in de Voorstraat. De totale verkoop leverde destijds 350.000 gulden op en de huizen in de Voorstraat 123.000 gulden op. Hoe komt het dat het er volgens het eigen onderzoek van de gemeente Dordrecht géén huizen zijn geconfisqueerd en doorverkocht? Volgens de quickscan van het stadsbestuur heeft de gemeente niets gedaan en waren particulieren de boosdoeners. ‘Uit niets blijkt dat de gemeente directe bemoeienis heeft gehad met de verkoop en dat ze ook geen van de woningen heeft aangekocht’, aldus het Dordtse college van burgemeester en wethouders.

Archief vernietigd
Daarnaast blijft het onduidelijk of Dordrecht naheffingen van belastingen of boetes heeft opgelegd aan Dordtse Joden die de Sjoa overleefden en terugkeerden uit onderduik of kampen. De quickscan stelt dat uit de archieven niet is op te maken of de gemeente dergelijke kwalijke zaken heeft uitgevoerd, omdat die archieven deels zijn vernietigd. Het college schrijft: ‘Er kan hierdoor dus niet met honderd procent zekerheid gesteld worden dat er geen naheffingen hebben plaatsgevonden’. Kees Weltevrede van de Stichting Stolpersteine gaat hier in mee. “De eigenaren waren allemaal particulieren, vaak NSB’ers, die dachten er wel even een lucratief handeltje uit te slaan. En dat is dus ook gebeurd,” zegt hij tegen PZC.

Kritiek
Het Centraal Joods Overleg (CJO) is echter kritisch op de gang van zaken in Dordrecht. Een quickscan is een kort en bondig onderzoek en dus geen diepgravend onderzoek. Volgens voorzitter Ronny Naftaniel is dat ontoereikend. ,Er is alleen gekeken naar de Verkaufsbücher, maar er zijn bijna twee keer zoveel Joodse woningen onteigend. Bovendien is dit achter de schermen uitgevoerd, terwijl het essentieel is dat overlevenden en nabestaanden daarvan kennis kunnen nemen. Dan kunnen ze materiaal aanleveren, dat voor het onderzoek van belang kan zijn. Je staat er versteld van wat er meer dan 75 na dato soms nog aan documenten opduikt,” legt hij aan de krant uit.

‘Quickscan is ontoereikend’
Voorafgaand aan het onderzoek had er beter moeten worden overlegd met betrokken instanties en mensen uit de stad. Naftaniel: “Ik heb Dordrecht hier nog niet op aangesproken, maar dat ga ik zeker doen. En misschien gaan gemeenteraadsleden hier wel vragen over stellen aan het gemeentebestuur.” Het Dordtse college van burgemeester en wethouders vindt dat nader onderzoek ‘tot niet echt andere conclusies’ zal leiden. De vraag is wat de gemeenteraad hiervan zal vinden. Mogelijk zijn er raadsleden even kritisch als het CJO, want het gaat inderdaad om een quickscan. Die worden vaak in korte tijd uitgevoerd en daar is vaak ook minder budget voor gereserveerd. Quickscans gaan vaak vooraf aan grotere onderzoeken en worden in veel gevallen gebruikt om verder onderzoek in gang te zetten.

Gemeenten herstellen fout
Na de onthullingen van Pointer in 2020 kwam er in vele gemeenten onafhankelijk onderzoek op gang naar de handel en wandel van het gemeentebestuur in de bange jaren ’40-’45. Gemeenten zetten onafhankelijke onderzoekers aan het werk om in hun verleden te graven en om te ontdekken of en zo ja, hoeveel Joods vastgoed er was geroofd. Ze zochten ook uit of er na de bevrijding boetes en belastingen werden opgelegd aan Joden die de Sjoa hadden overleefd en terugkeerden. In veel gevallen bleek de beerput groot te zijn: per gemeente werd er vaak grof geld (soms wel honderdduizenden guldens) verdiend aan het onroerend goed. Veel gemeenten zijn tot schadevergoedingen, regelingen en tegemoetkomingen met hun huidige Joodse bewoners overgegaan. Het gaat om bedragen die oplopen tot in de miljoenen euro’s. De gemeente Dordrecht hoeft dat niet te betalen.

Lees ook:
35 gemeenten doen geen onderzoek naar geroofd Joods vastgoed
Zeker 73 gemeenten hebben een onderzoek naar geroofd Joods vastgoed in de bange jaren ’40-’45 ingesteld en daarvan hebben er vijftien hun onderzoek al afgerond. Zeker 35 gemeenten doen geen onderzoek. Dat blijkt uit een rondje langs de velden door onderzoeksprogramma Pointer. Wel overwegen nog 21 gemeenten zo’n onafhankelijk onderzoek te laten doen. De journalisten deden een vragenronde onder gemeenten die in de zogeheten Verkaufsbücher staan, de registratie van deze roofhandel. 




Categorie:

Home » Nieuws » Opmerkelijk: ‘Gemeente Dordrecht roofde in jaren ’40-’45 geen Joods vastgoed’