Berlijn toen en nu – ‘De Joodse horizon’ – reisverhaal

Neue Synagoge Oranienstrasse Berlijn (J. Brantjes)

De man aan de deur is van het soort dat je weet dat je er geen grappen mee moet maken. Of ik een time slot heb geboekt, wil hij weten. Als ik nee zeg, zucht hij diep en pakt zijn iPad. Hij zegt dat ik geluk heb. En dat als ik aardig ben, hij mij over vier minuten binnenlaat, in het Jüdisches Museum Berlin. Waarna hij gebaart dat ik weer naar buiten moet, terug de stromende regen in, tot die vier minuten zijn verstreken. 

Het Joodse Museum van Berlijn is het grootste van Europa en een van de meest interessante en meest informatieve die ik heb bezocht. Deze keer wil ik meer weten over het Duitsland van een eeuw geleden, de Weimarrepubliek. Toen Duitsland in 1918 voor het eerst een volwaardige democratie was, tot Hitler in 1933 aan de macht kwam.

Jüdisches Museum (J. Brantjes)

On the Way to the Opera
Na de Eerste Wereldoorlog volgden de crisisjaren tot 1923, met twee, door rechts-radicale groeperingen gepleegde politieke moorden: de minister van Financiën Matthias Erzberger in 1921 en Walther Rathenau, de Joodse minister van Buitenlandse Zaken, in 1922. De moord op Rathenau wordt algemeen gezien als het begin van niet alleen een periode van instabiliteit maar ook het begin van het einde van de Weimarrepubliek.

On the way to the Opera (J. Brantjes)

Het Joods Museum is voor een deel ingericht volgens een tijdlijn en in de zaal Art and Artists wordt mijn blik gevangen door het schilderij On the Way to the Opera van Joseph Oppenheimer. Het is geschilderd in 1925 en toont rechter Karl Mensch en architect Ludwig Guttmann, beiden gesoigneerd in rokkostuum met hoge hoed, en op weg naar de opera.

Het is Berlijn tijdens de Glücklicher Zwanziger Jahre, zoals de periode tijdens de Weimarrepublik van 1924 tot de krach van 1929 werd genoemd. De stad is de op twee na grootste ter wereld en beleeft een ongekende bloeiperiode in de kunsten, architectuur en wetenschap.

Buitgemaakt zilverwerk
Joden speelden een grote rol tijdens de Weimarrepubliek en wisten sociale gelijkheid te bereiken met posities in niet alleen de politiek, het zakenleven en de wetenschap maar ook in het medium dat dit tijdperk zo kenmerkte: de film, denk aan Metropolis van Fritz Lang uit 1927, destijds een van de duurste films ooit gemaakt. Maar als langzaam maar zeker het antisemitisme opsteekt, stellen veel Joodse families zich de vraag: blijven we of gaan we? Hitler wordt in 1933 kanselier, en wie het zich veroorloven kan, vertrekt.

De anti-Joodse maatregelen die stapsgewijs overal in Duitsland worden ingevoerd, zijn in het museum op witte banieren opgeschreven en gerangschikt op datum. Zo lees je hoe het leven voor Joden steeds onmogelijker wordt gemaakt en sta je plots voor een vitrine tjokvol buitgemaakt zilverwerk als symbool van de graaizucht en schaamteloosheid van de nazi’s.  

Mijn interesse voor het Berlijn van een eeuw geleden is gewekt door het huidige Berlijn, waar het Joodse deel van de bevolking weer groeit, door de aanwas van niet alleen Joden uit de ex-Sovjet republieken, maar meer nog door Israëli’s die de Middellandse Zee voor de Spree hebben verruild. Inmiddels wonen zo’n 30.000 Israëli’s in Berlijn. Jonge creatieven die genoeg hebben van staatsbemoeienis, het dure leven in Israël of de voortdurende oorlogsdreiging. Of homo’s die nog meer vrijheid willen, maar ook investeerders, die volop kansen zien in onroerend goed.

Hotel AMO (J. Brantjes)

Tel Aviv in Berlin
Mijn hotel, Hotel AMO in de Friedrichstrasse, om de hoek van de Neue Synagoge in de Oranienburgerstrasse, is er een van binnenkort acht Berlijnse hotels van de AMANO Group. Ariel Schiff is de Managing Director met een goede neus en originele ideeën voor wat de gast wil. Ook qua eten; het Israëlische restaurant JOSEPH in mijn hotel, met veel vegetarische en vegan gerechten, haalt Tel Aviv (en de chefs) naar Berlijn en elke tafel is vanaf de lunch tot na middernacht non-stop bezet.

Restaurant JOSEPH (J. Brantjes)

Boze Geesten
In het Joods Museum hangt een grafiek met het aantal Joden in Duitsland. In 1933 waren dat er 500.000, in 1953 50.000 en in 2018 (laatste cijfers) 275.000. Een optimistisch stijgende trend met Berlijn als belangrijkste magneet.  

Duitsland heeft geleerd van haar geschiedenis en gaat daar zorgvuldig mee om. Philippe Remarque, voormalig correspondent en hoofdredacteur van de Volkskrant, schreef daar een zeer lezenswaardig boek over: Boze Geesten van Berlijn, waarin hij onder andere, af en toe ronduit hilarisch, beschrijft hoe de Rijksdag, de bondskanselarij en het Holocaustmonument tot stand kwamen.

Met het boek in mijn rugzak en mijn Berlin on Bike-fiets (Berlijn is gróót) fiets ik me vijf dagen lang het schompes. Want in Berlijn verveel je je nooit, al ben je er voor de tiende keer.

Op de fiets door Berlijn kom je wat tegen (J. Brantjes)

Lees ook:
Kosjer Frankfurt ontdekken – ‘De Joodse horizon’ – reizen
‘De matgrijze ICE-trein, ook wel ‘Deutschlands schnellster Klimaschützer’ genoemd, heeft nog geen vier uur nodig om vanaf Amsterdam het Frankfurter Hauptbahnhof te bereiken. We komen op donderdagmiddag aan. Een kort wandelingetje brengt ons bij AMERON Frankfurt Neckarvillen Boutique. De Joodse eigenaren hebben vier prachtige villa’s uit de Wilhelminische periode van de vorige eeuwwisseling, met oog voor detail en heel diepe zakken, in vijf jaar tijd verbouwd tot een boutique-hotel…’

Categorie: |

Home » Nieuws » Berlijn toen en nu – ‘De Joodse horizon’ – reisverhaal