Trots gevoel op Bevrijdingsdag – column Brigitte Wielheesen
‘Bevrijdingsdag heb ik dit jaar anders gevierd. Er stonden geen defilés of festivals in mijn planning. Ik stond vroeg op en genoot van de serene stilte. Het dorp waar ik woon, was in een diepe slaap. Ik hoorde geen auto’s, geen spelende kinderen, alleen maar het getjilp van allerlei soorten vogels. De avond ervoor had ik nog gesproken op de Dodenherdenking en mij daarna thuis voor de buis verbaasd over een naïeve Filemon Wesselink, die niet doorvraagt als Joden door Marokkanen worden bespuugd omdat het zionisten zijn ?!?! Genietend van de rust sloot ik me af van de wereld om mijn gedachten te laten gaan.
Tegen het middaguur – de stilte duurde me net iets te lang – belde ik mijn dochter Naomi. Dit jaar viel Jom Hasjoa in Israël tegelijk met Bevrijdingsdag in Nederland. Ze had net een herdenkingsceremonie van het leger achter de rug en aan haar stem hoorde ik dat het haar erg had aangegrepen. Een vrouw die als kind de kampen had overleefd, vertelde haar verhaal aan de militairen. De spreekster had na de bevrijding als twaalfjarig meisje een jaar lang alleen door Europa gezworven met de wetenschap dat niemand van haar familie de verschrikkingen had overleefd. Uiteindelijk is zij in op de boot gestapt naar Palestina, waar zij later een groot gezin stichtte.
De vrouw huilde toen ze haar verhaal vertelde. Mijn dochter huilde mee en kon daarna niet meer stoppen met huilen. “Mama, iedereen op de basis keek mij met van die grote ogen aan, maar ik ging steeds harder huilen.” “Er sloeg toch wel iemand een arm om je schouder?”, vroeg ik haar. “Nee, iedereen bleef mij met van die grote ogen aankijken en toen kwam mijn mevaked (leidinggevende, BW). Hij vroeg mij heel verbaasd of er iets gebeurd is?” Aan de andere kant van de lijn glimlachte ik. Ik wist precies waar dit verhaal naartoe zou leiden. Naomi antwoordde de mevaked dat het verhaal van de vrouw haar zo had aangegrepen. Een nog grotere verbazing maakte zich meester over de leidinggevende: “Naomi, je moet het positief zien. Al haar kleinzonen dienden in een elite-eenheid!!” Na dit gezegd te hebben, liep hij hoofdschuddend weg.
“Naomi, we herdenken, ” zei ik aan de andere kant van de lijn, “Opdat we niet mogen vergeten. Maar, je moet het positief zien”, vervolgde ik in de trant van haar mevaked, “Omdat de staat Israël bestaat, kan het antisemitisme in Europa nooit meer tot een genocide leiden zoals tijdens de Sjoa. “ Ik hoorde mijn dochter aan de andere kant van de lijn haar brok in de keel weg slikken. “Ik snap het”, hoorde ik zacht. “Het is ze niet gelukt om ons uit te roeien. Nu schaam ik me helemaal dat ik gehuild heb…..”
Even later, genietend van het middagzonnetje kreeg ik ook een brok in mijn keel. De serene rust maakte plaats voor gedachten. Ik besefte dat de angst die we in Nederland voelen overbodig is, meer dan bezorgdheid mag het niet zijn want wij hebben Israël. Zoals de Joden uit het Midden-Oosten door Israël zijn gered van islamitische pogroms, zal de staat Israël alle Joden beschermen waar ook ter wereld. Zonder Israël zijn wij de zwakste schakel en dat weten antisemieten maar al te goed. Antizionisme = antisemitisme! En wat ben ik trots op mijn dochter, empathisch en strijdbaar.’
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren