Bouchallikht & De Miranda – column Paul Damen

Paul Damen (Foto: J. Blik)

In zijn column twijfelt Paul Damen aan het morele kompas de PvdA en GroenLinks. Dat laten de casussen Kauthar Bouchallikht, de motie over Israël en Hamas, en het tragische lot van de Amsterdamse wethouder Monne de Miranda zien. Die laatste werd als Joodse sociaaldemocraat dubbel gepakt. Eerherstel is er nog steeds niet, aldus Damen.

Het steevast gehoofddoekte Tweede Kamerlid Kauthar Bouchallikht, nummer zeventien op de GroenLinks-PvdA-lijst, was vooral bekend omdat ze ontkende iets te maken te hebben met de aan Hamas gelinkte Moslimbroederschap, terwijl haar vader Mostapha voorzitter was van de Nederlandse afdeling en zijzelf bestuurslid van de jeugdorganisatie (Dat de bron van die feiten later bleek te werken voor de Verenigde Arabische Emiraten doet aan die feiten niks af). Deze week haakte, na 2,5 jaar onzichtbaarheid in de Kamer, Bouchallikht boos af. Volgens haar legde GrL-PvdA bij het jongste conflict teveel ‘de schuld bij Hamas’.

Burenruzie

Ja, koekkoek, dat krijg je ervan als Hamas als eerste aanvalt – dan krijgt die de schuld. Maar volgens Bouchallikht viel die terreurgroep weinig te verwijten: het conflict was immers ‘al 75 jaar bezig’, zolang Israël bestaat. Dus ontbrak het Kamerlid dat ooit tegen Israël protesteerde tussen hakenkruisvlaggen, even weinig subtiel als opvallend bij de Kamerbrede herdenking van de Hamas-moorden. Overigens is ‘al die tijd de schuld van Israël’ niet zo’n sterk argument. Het is als wanneer u uw buurman afschiet, diens vrouw verkracht en de dochter ontvoert, en dan ter verdediging zegt: “Ja, maar die burenruzie speelde al jarenlang.”

Kletskoek

Dat Israël die driekwart eeuw alle oorlogen veroorzaakte, is trouwens ook kletskoek. Bij de stichting van de staat in 1948, de Zesdaagse Oorlog van 1967, de Jom Kippoeroorlog van 1973, en nu bij deze weer, waren de Arabieren, zoals de Palestijnen toen nog heetten, steeds de aanstichters. Een oude traditie: al in 1929, twee decennia voordat Israël bestond, werden in Safed en Hebron honderden Joden vermoord.

Khaibar

Nu nog herdenken Palestijnen de genocide in 629 op de Joden van Mekka door de profeet Mohammed, en wordt zijn massamoord op de Joden van Khaibar nog in elke pro-Palestina-demonstratie gescandeerd en toegejuicht. Moord op Joden omdát ze Jood zijn: het is een antisemitische Arabische traditie, thans voortgezet door Hamas, een moderne melange van ISIS, Khomeini’s knokploegen en de Waffen SS.

Vergeetachtig

Maar dat vergeet Bouchallikht liever, zoals ook het recente partijcongres vaker vergeetachtig bleek. En dus om begrip vroeg voor het ‘verzet’ van Hamas, de pogroms, moorden, verkrachtingen en ontvoeringen een terreurclub die hen wegens vrijdenkerij, homoseksualiteit of hoofddoekloos rondlopen binnen tien minuten op zou hangen.

De Miranda

Links is allerminst vrij van Jodenhaat. Dat was altijd zo (Karl Marx was een notoire antisemiet), ook in de jaren dertig, toen Israël nog niet bestond en Hitler nog komen moest. Ik moest deze week denken aan de voormalige Amsterdamse wethouder Monne de Miranda, omdat hij in 1942 in deze maand in het concentratiekamp Amersfoort werd afgemaakt werd door links-christelijke en communistische medegevangenen. De Jood De Miranda heeft de gaskamers niet eens gehaald – dat akkefietje was hier al rond.

Geen steun

In een antisemitische haatcampagne, een innige samenwerking tussen hoofdredactie van De Telegraaf en NSB, werd De Miranda (onterecht, zo bleek later) beschuldigd van corruptie bij de uitgifte van bouwgronden. De wethouder stortte geestelijk in, ook en vooral omdat al zijn partijgenoten van de SDAP, waar hij notabene in het partijbestuur zat, hem massaal lieten barsten. Ze hadden lak aan hun Joodse ex-wethouder. Die schreef vergeefs een verweerschrift waar partij-uitgever De Arbeiderspers zich niet aan waagde.

‘De Geuzen’

De Miranda werd in de zomer van 1942 opgepakt naar het concentratiekamp Amersfoort. Daar werd hij vermoord. Hoewel Lou de Jong in zijn standaardwerk schreef dat ‘niet uit te maken [was] wie de eigenlijke daders zijn geweest’, (deel acht, tweede helft, bladzijde 611) is inmiddels duidelijk dat leden van de links-christelijke verzetsgroep ‘De Geuzen’ en communisten die daar Kapo, bewaker, waren, zijn dood veroorzaakten. Ze bestempelden de zevenenzestigjarige naakt met het cijfer zeven – zoveel dagen had hij nog. Het werden er tien.

De sociaaldemocraat werd in elkaar geslagen in in een kruiwagen rondgereden, levend begraven onder puin en stenen, en uiteindelijk in een wasruimte net zolang met een keiharde koudwaterstraal op zijn hart bespoten tot hij dood was.

Geen eerherstel

Na de oorlog stuurde de koningin een condoleance, herdacht de gemeenteraad hem, en een halve eeuw later bood PvdA-burgemeester Schelto Patijn de familie eindelijk De Miranda’s gedrukte verweerschrift aan. Maar geen enkele rehabilitatie voor de antisemitische beschuldigingen, geen enkele excuses van de geestelijke opvolgers van die hem lieten barsten, de huidige PvdA én GroenLinks dus. Ofwel: geen enkel eerherstel.

Excuses?

De gemeente Amsterdam biedt zelfs voor slavernij waar die als gemeente part noch deel aan had, excuses aan. Maar voor het laten barsten van een wethouder en zijn dood, excuses, ho maar. Misschien hadden ze het te druk met het vergoelijken van Hamas. Het zal ook, met de verkiezingen in het vooruitzicht, wel niet uitkomen. Maar ja, vermoord worden kwam De Miranda ook niet mooi uit.

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Columns en opinie » Bouchallikht & De Miranda – column Paul Damen