‘Burgers die Joodse monumenten willen, krijgen te maken met afhoudende gemeente’

monument Winschoten
comité 4 en 5 mei

Burginitiatieven voor het oprichten van een Joodse monumenten worden door gemeenten niet altijd met open armen ontvangen. Een aantal ervan reageert ambtelijk, formalistisch en zuinig. Dit blijkt uit onderzoek van het blad Binnenlands Bestuur. Uit de casussen blijkt dat de financiering vaak een rol speelt bij gemeenten. Sommige burgemeesters of ambtenaren worden ook als weinig invoelend ervaren. En in een aantal gevallen duurt het jaren voordat een Joods monument geplaatst kan worden. Hetzelfde geldt voor struikelstenen. Dit tot ergernis en teleurstelling van de initiatiefnemers.

‘Geen ballen’
Het leggen van Stolpersteine of het laten plaatsen van een Joods monument heeft soms veel voeten in aarde. Binnen Joods Nederland kent men deze situaties wel. In in het magazine worden enkele daarvan uitgediept. Allereerst is er de gemeente Arnhem, waar Willem-Hein Leeraar en zijn verwanten struikelstenen wilden plaatsen voor hun vermoorde Joodse familieleden. Dat was begin jaren 2010. Toenmalig burgemeester Pauline Krikke (VVD) werd ingelicht en zij polste de Joodse gemeente. Het gemeentebestuur bleek tegen de stenen te zijn, omdat mensen erover lopen en honden erop kunnen ­poepen of plassen. Krikke moest de familie Leeraar meedelen dat de stenen er niet zouden komen. Leeraar: “Ze had naar mijn mening geen ballen en zette niet door. Het nee van de gemeente ­Arnhem was voor mij een uitdaging om wél door te ­zetten.”

Zuinig aan
En Leeraar zette door. In de Arnhemse gemeenteraad werd raadsbreed een voorstel aangenomen voor meer educatie over de Tweede Wereldoorlog in Arnhem, ook door het leggen van struikelstenen. Inmiddels was Krikke opgevolgd door Herman Kaiser (CDA), met wie Leeraar in gesprek ging. “In dat gesprek werd en passant genoemd dat niet alle Joden van onbesproken gedrag waren. Ik was met stomheid geslagen en zei maar niets terug,” aldus de Joodse Nederlander. Een gemeenteraadslid zat erbij. Zij benadrukte dat Kaiser het raadsbesluit moest uitvoeren. In de Sjoa zijn zeker 1.200 Arnhemse Joden vermoord. “Een ambtenaar merkte op dat het wel érg duur zou worden als we voor alle slachtoffers stenen zouden leggen,” aldus Leeraar.

Raad pakt door
Volgens Leeraar ging de burgemeester met veel partijen in gesprek, maar bleef die uiteindelijk besluiteloos. Op een gegeven moment werden de stenen er door de raad doorheen gedrukt. In 2018 en 2019 werden 39 struikelstenen in Arnhem gelegd en in de toekomst volgen er mogelijk meer. Leeraar is inmiddels vrijwillig coördinator voor de gemeente. “Sinds de gemeente ‘om’ is, krijg ik alle medewerking van de ambtenaren. Niets dan lof.” De opvolger van Kaiser, burgemeester Ahmed Marcouch (PvdA) kreeg ook te maken met een groep burgers die een Joods monument wilde. Hij stemde meteen toe en zette ambtenaren in om het mogelijk te maken. Binnen korte tijd was het geregeld en eind 2019 werd het monument in het centrum van de Gelderse hoofdstad onthuld.

De oorlog leeft
Deskundigen zeggen in Binnenlands Bestuur dat er de laatste jaren een hoos aan Joodse monumenten en aan Stolpesteine is ontstaan. De oorlog leeft onder de mensen. Omdat er steeds minder Joodse overlevenden zijn die hun verhaal kunnen vertellen, moeten de slachtoffers een gezicht krijgen, zegt hoogleraar Oorlogserfgoed Huub van der Laarse. Namenmonumenten zijn in trek, evenals Stolpersteine. Bij gemeenten komen initiatieven om dergelijke gedenktekens op te richten soms als een verrassing. “Een paar medewerkers krijgen het plotseling op hun bord waardoor gemeenten soms afwachtend of te laat handelen. Het hangt ook sterk samen met het draagvlak in gemeenten. Hoe kort zijn de lijntjes met burgers die dit soort dingen organiseren?”

Kerkclubjes
Zijn collega David Barnouw, voorheen NIOD-onderzoeker, onderkent wat Van der Laarse zegt. “In Nederland zijn namenmonumenten voor niet-militaire slachtoffers sinds een jaar twintig of populair. Mensen vinden de ouderwetse monumenten maar kaal.” Niet-Joden zijn volgens hem vaak de voortrekkers. “Dominees maken verwaarloosde Joodse begraafplaatsen schoon en komen zo met hun kerkclubjes op het idee om een Joods monument te stichten.” Barnouw stelt vast dat het in de gemeente vaak aan de houding van de burgemeester ligt of de wens van burgers voor een Joods gedenkteken of Stolpersteine wordt ingewilligd.

Levenslicht
Niet alleen Joodse monumenten en struikelstenen, maar ook het tijdelijke monument Levenslicht leverde in sommige gemeenten problemen op. De creatie van designer Daan Roosegaarde, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Nationaal Comité 4 en 5 Mei toerde begin dit jaar – en voor de coronacrisis – rond door Nederland. In de jaren daarvoor werden alle gemeenten aangeschreven om mee te doen. Zeker 172 daarvan stapten aan boord. Een daarvan was de gemeente Geertruidenberg, waar oud-burgemeester Job Cohen van Amsterdam een lezing gaf en het gedenkteken opende. Ook hier waren burgers de voortrekkers. Het duurde even voordat de gemeente van stal kwam. Die stelt in het blad dat lang niet duidelijk was wat de bedoeling van Levenslicht was. Pas toen dit duidelijk werd, is het project gerealiseerd.

Stroffelstiennen
Tot slot komt in het magazine ook de Friese gemeente Smallingerland aan bod, dat als enige niet meedeed aan Levenslicht. Hoewel de gemeente in 2018 werd benaderd door het Nationaal Comité, besloot die daar van af te zien omdat het lokale Comité over te weinig mankracht zou beschikken. Eind 2019 meldde de Commissie Stroffelstiennen zich, een lokale werkgroep die eerder met succes Stolpersteine had gelegd. Volgens commissielid Sofia Krol liet de samenwerking met de gemeente te wensen over. De deadline van 20 december 2019 werd niet gehaald en de gemeente was daarna volgens haar onbereikbaar.

‘Niet haalbaar’
De gemeente Smallingerland laat in een reactie weten dat de zaken anders in elkaar zaten dan Krol voorstelt. De gemeente herkent zich ook niet in het beeld dat wordt geschetst. “Wij hechten veel waarde om alle mensen te herdenken uit de oorlogstijd. Levenslicht was een landelijke actie, die wij zeker kunnen waarderen. Maar helaas voor ons niet haalbaar.” Krol zegt nog steeds ‘plaatsvervangende schaamte’ te voelen over haar gemeente.

De toekomst: digitale monumenten
Volgens experts Van der Laarse en Barnouw zal het slaan van Stolpersteine en het oprichten van Joodse monumenten na 4 mei niet stoppen, integendeel. Zij verwachten dat deze golf nog een tijdje kan aanhouden. In de toekomst zullen er naar hun verwachting meer digitale monumenten ontstaan, waarbij mensen de vermoordde Nederlandse slachtoffers online kunnen vinden, met hun verhaal en afbeelding erbij. Volgens Barnouw biedt de komst van het Nationale Holocaust Namenmonument in Amsterdam uitkomst voor gemeenten die toch geen namenmonument willen. “Ze kunnen dan verwijzen naar de namenwand in de hoofdstad, want daar komen straks alle 104.000 slachtoffers op.”

Lees ook:
‘Krikke moet van stal komen voor Joods monument Den Haag’

Het nieuwe Joodse monument van Den Haag wordt nog onvoldoende bezocht. Daarom roept de Stichting Haags Joods Monument burgemeester Pauline Krikke (VVD) van Den Haag op om van stal te komen. Zij moet haar ambtenaren aansporen om in actie te komen. 


Verzakt Joods monument Cuijk nog steeds niet klaar voor herdenking
De herstelwerkzaamheden aan het Joodse monument van Cuijk hebben ernstige vertraging opgelopen. In 2018 raakte het gedenkteken – dat bestaat uit een steen en de voormalige sjoel van het stadje – ernstig beschadigd na graafwerkzaamheden.

Categorie:

Home » Nieuws » ‘Burgers die Joodse monumenten willen, krijgen te maken met afhoudende gemeente’