Het COA en religie – column Hanneke Gelderblom

Hanneke Gelderblom
Beeld: K. Rijken

‘In alle landen bestaat iets wat de grondwet heet. Die wet is de basis, de grond onder alle andere wetten die regering en parlement vaststellen. Gelukkig leven wij in een land waar de grondwet je zekerheid biedt voor al je rechten. Het is niet zomaar een stuk papier. Het maakt rechten en plichten duidelijk. Deze heb je omdat je woont in een land waar rechters onafhankelijk zijn en geen verlengstuk van de regering. Maar hoe zat het ook alweer. Graag citeer ik Artikel 1 uit onze grondwet:

“Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan”.

De volgorde feiten uit Artikel 1 zijn van nog grotere betekenis (onze voorvaderen hebben daar echt over nagedacht). Allereerst staat er “rechten voor allen”, dus ook voor de vluchtelingen die zich in Nederland bevinden; zelfs als ze nog geen officiële status hebben, want er staat “allen die zich in Nederland bevinden”.

Wie de discussie over de opvang van vluchtelingen in de media een beetje heeft gevolgd zal hebben gemerkt dat de woorden “godsdienst” en “levensovertuiging” zelden of nooit gebruikt worden, maar het begrip “discriminatie” des te meer. Zelf ben ik actief voor het landelijk Overleg Joden Christenen en Moslims (OCJM). Vanuit onze interreligieuze instelling vinden wij dat mensen, die met ons tegen discriminatie wil strijden, onze grondwet niet zo moeten versmallen. Het gaat immers niet alleen om discriminatie, maar ook om religie en levensbeschouwing. Bij teveel focus op het eerste verschraalt de grondwet tot een soort opgestoken vinger met “pas op hoor, discrimineren op grond van geslacht of geaardheid mag niet”. Daarbij worden religie en levensbeschouwing dan vergeten.

Scheiding kerk en staat ontbreekt
De meeste vluchtelingen komen ook uit een land waar het begrip “scheiding tussen kerk en staat” niet bestaat. In tegendeel; je religieuze wortels zijn daar een integraal onderdeel van je identiteit. Zo is het staatsonderwijs er vaak nauw verweven met de staatsgodsdienst, die daar dan ook in de grondwet verankerd is. Het maximum aan tolerantie is dat een religieuze minderheid er mag zijn, mits onderdanig en niet teveel op de voorgrond tredend.

En dan komen die vluchtelingen terecht in Nederland, waar ze met opgeheven vinger worden toegesproken met “discriminatie mag niet”. Maar of die boodschap overkomt is kennelijk geen vraag. Je kunt bijvoorbeeld de vraag stellen aan deze nieuwkomers of ze homo’s , korte rokjes en LHBT’s prachtig vinden? Dat hoeven ze niet prachtig te vinden. Immers, je mag het omarmen en je mag het zelfs op religieuze gronden afkeuren; mits je die andere in hun waarde laat en respecteert.

Andere houding COA svp
Het COA, Centraal Orgaan Asielzoekers, en zijn medewerkers zouden zich de vraag moeten stellen: “Hoe gaan wij om met de termen godsdienst en levensovertuiging uit artikel 1?” Immers, de opvang van vluchtelingen is de eerste stap van het integratieproces in de Nederlandse samenleving. Echter, tot nog toe gaan ze bij het COA die vraag uit de weg. Ze weten er zich er geen raad mee, beschouwen het liever als oude, achterhaalde begrippen. Want wie zichzelf “religieus” noemt is “een soort curiositeit, ofwel een holbewoner of een fanaticus” (citaat van prof Schilderman hoogleraar Religie en Zorg in Nijmegen).

Wij van het OJCM zijn al een jaar met het COA in gesprek. Zo langzamerhand zijn de mensen bij het COA een beetje gewend aan onze organisatie – manier van denken en onze gezamenlijke inzet om met vluchtelingen te kunnen praten over dat mooie land waar ze terecht gekomen zijn. Het is een voortgaand gesprek over rechten en plichten vanuit de brede betekenis van onze grondwet.’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Het COA en religie – column Hanneke Gelderblom