Column Wielheesen: werkbezoek aan Israël

Brigitte Wielheesen
Brigitte Wielheesen

Als nieuwbakken directeur van de CIA behoor je de projecten waarvoor je fondsen werft te kennen. Op papier ken ik ze. Ik heb me immers goed ingelezen. Afgelopen week heb ik negen projecten waarvoor we werven, bezocht. Ik moet toegeven: dat gaat je niet in de koude kleren zitten. We focussen ons veelal op kinderen, ‘zielige kinderen uit achterstandswijken’. Het tegengestelde is waar. De verhalen achter de kinderen zijn vaak choquerend en hartverscheurend, maar de kinderen in de projecten lijken gelukkig, doen het goed op school en hebben pret. Ze zien een toekomst voor zich en doen er alles aan om het beste uit zichzelf te halen, ondanks de bagage die ze al op jonge leeftijd meekregen.

Een paar dagen geleden bezocht ik ons project Youth Futures in Afula, een stad in de Yezreel Vallei met 44.000 inwoners. Een vierde van de bevolking is nieuwe immigrant, met name uit Ethiopië, en een vijfde is alleenstaand. Het toelatingsexamen voor de universiteit wordt door vijftig procent van de middelbare scholieren gemaakt, ten opzichte van een landelijk gemiddelde van 75%. Zonder hulp zijn de toekomstkansen van de kinderen laag.

Youth Futures zorgt dat kansarme kinderen worden begeleid, zowel voor schooltijd, tijdens schooltijd als na schooltijd. Ze worden begeleid door een ‘mentor’. Een organisator die in contact is met instellingen, scholen, ouders en kind. Korte lijnen, alles zo geregeld ten behoeve van het kind. Deze universitair geschoolde mentoren die voor een schamel loon, betaald uit geworven fondsen, zich dag en nacht inzetten voor deze kinderen, maakten de meeste indruk op me. Ik sprak met enkelen van hen en drie jongens in het project, alle drie tien jaar oud. Je hart breekt als mentoren vertellen uit wat voor situatie kinderen komen en waar ze nu staan in hun leven. 

Aviv wordt begeleidt door Michal. Zij helpt hem onder andere met het schrijven van brieven naar zijn vader. Op mijn vraag “Waarom schrijf je brieven aan je vader?” werd hij even stil. Na een aarzeling antwoordde hij: “Mijn vader zit in de gevangenis.” Later fluisterde Michal mij toe dat zijn vader voor moord zit. Zijn moeder is dusdanig getraumatiseerd dat zij niet kan zorgen dat Aviv op tijd wakker wordt, ontbijt en naar school gaat. Michal zorgt dat Aviv en zijn moeder de juiste begeleiding krijgen. Drie jaar al begeleidt ze Aviv, naast 15 andere kinderen. Hij komt nu op tijd op school, haalt hoge cijfers en is weer vrolijk. “Michal is a dream!” roept hij met veel liefde in zijn ogen.
Voor me zie ik Michal en haar collegae-mentoren in het klaslokaaltje in Afula zitten. Gepassioneerd spreken zij over hun werk en de kinderen die ze begeleiden. Naast hen zitten drie jongens vol bewondering naar Michal te luisteren. “Ze is als mijn grote zus,” zegt de negenjarige Shimon.

Ik steun dit project. Ik steunde het voor de kinderen, maar na mijn bezoek steun ik het voor de mentoren. Bijzondere mensen die ervoor hebben gekozen niet een goed betaalde baan te ambiëren, maar hun leven te geven aan kinderen die geen leven meer hadden en met hulp van deze gemotiveerde mentoren weer een leven hebben gekregen.

Categorie: |

Home » Columns en opinie » Column Wielheesen: werkbezoek aan Israël