Constant Vecht (72), de ‘rode’ kunsthandelaar, is overleden

winkelstories

Constant Vecht, kunsthandelaar, oud-journalist en -uitgever, is afgelopen dinsdag op 72-jarige leeftijd aan hartfalen overleden. De entrepreneur was eerst communist en wilde de zaak van zijn familie niet overnemen, maar verzoende zich ermee en ging later alsnog de kunsthandel in. Daarmee zette hij een jarenlange zakelijke familielijn voort. Vecht was van Joodse komaf en stond in de traditie van Joodse kunsthandelaars en antiquairs zoals Goudstikker, Polak en Aronson. Vecht leidde in de Spiegelstraat in Amsterdam Kunstzalen A. Vecht, een familiebedrijf dat begin 20ste eeuw was opgericht door zijn grootvader Aäron Vecht. 

Kunsthandelfamilie
Constant Vecht kwam in 1947 ter wereld als telg van de eerder genoemde Joodse kunsthandelfamilie Vecht. Zijn overgrootvader Mozes Vecht, een Elburgse veehandelaar, trok rond 1902 met zijn vrouw Diena van Hamburg naar Amsterdam, waar hij een antiekzaakje begon. Hun zoon Aäron had al op jonge leeftijd grote belangstelling voor ceramiek en Aziatische kunst en cultuur. Hij leerde Jacob Stodel kennen, die een antiekzaak had in de Zanddwarsstraat. In 1906 werden ze compagnons en vestigden ze zich in de Nieuwe Hoogstraat.

PAN en TEFAF
In 1910 trouwde Aäron Vecht met Stodels dochter Mary. Ze kregen twee kinderen, Didi en Jack, en een paar jaar later begon Aäron voor zichzelf met de kunsthandel ‘Eigen Haard’. In 1926 verhuisde Vecht naar het Rokin, waar verzamelingen van glas, vroege majolica, Perzische miniaturen en ook nieuwe realistische schilders in aparte zalen werden getoond. Inmiddels was hij een vooraanstaand antiquair en verzamelaar geworden. In 1939 verscheepte Vecht zijn zeldzame kunstobjecten al naar de Verenigde Staten en sloot hij zijn winkel. Hij overleefde de oorlog en werd na zijn overlijden in 1965 opgevolgd door zoon Jack. Zeker 22 jaar later was die medeoprichter van de Amsterdamse kunst- en antiekbeurs PAN. Ook was hij een van de oprichters van de TEFAF, de jaarlijkse internationale kunstbeurs in Maastricht.

Communisme
De jonge Constant moest niets van zijn vaders zakelijke activiteiten hebben. Hij verzette zich ertegen en ontwikkelde zich in de jaren zestig tot linkse rebel. De kunsthandel noemde hij ‘Nutteloos en onproductief’ en zag hij als een kapitalistisch wangedrocht. Als student sociologie en filosofie ging hij het activistische studentenleven in. Zo was hij een van de bezetters van het Maagdenhuis en werd hij voorzitter van de studentenvakbond ASVA. Indertijd werd die gedomineerd voor de Communistische Partij Nederland (CPN). Tot verdriet van zijn vader, die rechtser was dan de VVD, bevond zoon Constant zich aan de uiterst linkse zijde van het politieke spectrum.

De Waarheid
Na zijn studietijd werd Vecht actief in de journalistiek. Eerst bij het communistische blad ‘De Waarheid’, waarvan hij tussen 1983 en 1986 hoofdredacteur was, en later bij het progressieve weekblad De Groene Amsterdammer. In dat laatste magazine schreef journalist Martin van Amerongen eind jaren negentig een portret over Vecht. Volgens hem had Vecht als hoofdredacteur van De Waarheid ‘zonder meer de zwaarste betrekking in de Nederlandse journalistiek’, omdat het ging om ‘een krant zonder een cent, met minimale mankracht en eigenlijk zonder bestaansrecht’. Tegelijkertijd zat Vecht in de tang tussen de autoritaire partijleiding van de CPN en redacteuren die tevergeefs vochten voor hun socialistische ideaal. Lezers liepen ook massaal weg.

De Groene Amsterdammer
Na zijn tijd bij De Waarheid kwam Vecht dus bij De Groene Amsterdammer terecht. Daar werd hij directeur en in die hoedanigheid lukte het hem om het blad meer rendabel te maken. Er de oplage ging omhoog en ook werden er adverteerders gevonden. Tevens schreef Vecht geregeld stukken voor het blad. In 1987 onving hij de Anne Vondelingprijs, de prijs die jaarlijks wordt uitgereikt aan journalisten die de politiek op een heldere manier weten over te brengen. Van Amerongen in 1997: ‘De Groene Amsterdammer heeft nooit een excellenter directeur gehad dan Constant Vecht. Ondanks het feit dat hij soms een zekere neiging had zich te bemoeien met dingen waarmee hij zich niet te bemoeien had’.

Vaderlijke erfenis
Begin jaren negentig verzuchtte vader Jack Vecht, die al op leeftijd was, in HP/DeTijd: “Ik had het leuk gevonden als iemand de zaak had voortgezet, als een van mijn zoons samen met mij had leren inkopen, kijken, beurzen doen, als ik een van hen het vak had kunnen bijbrengen, zoals ik het van mijn vader heb geleerd.” Toen zijn vader twee jaar na het interview overleed had hij plotseling twee betrekkingen, directeur van De Groene Amsterdammer en beheerder van zijn vaderlijke erfenis. De ene helft van de dag werkte hij op de redactie en de andere helft was hij in de kunsthandel te vinden. Uiteindelijk verliet hij de journalistiek om zich volledig op de kunstwereld te storten.

‘Joods boek’
Vecht moest als tweede generatiekind ook leren leven met het trauma van de Sjoa. Zijn grootouders en vader wisten in de oorlog op het nippertje onder te duiken, maar zijn tante Didi en haar zesjarige zoontje redden het niet en werden vermoord. Zijn vader Jack was nooit heel erg met het Jodendom bezig. Nadat Constant begin jaren negentig zijn semi-memoires had uitgebracht zei zijn vader tegen HP/DeTijd: “Zijn boek is veel te joods. Ik heb nooit iets met Joden te maken gehad, heb geen verhouding met Israël, geen Joodse vrienden, niks. Dus waar Constant het vandaan heeft, het is me een raadsel.”

Spinoza
Vader Jack vond hem wel ‘een flinke vent’ toen hij zag hoe die als studentenleider ‘de massa’s’ toesprak. “Dat had ik als Jood nooit gedaan, was zijn adagium. Ben je Joods, hou je dan gedeisd, want voor je het weet roep je een golf antisemitisme over jezelf af. Zo was hij geworden.” In 2016 kwam Vecht in het nieuws omdat hij meende een geschilderd portret van de filosoof Spinoza van historieschilder Barend Graat te hebben ontdekt. Het zou het eerste bij leven gemaakte portret van de Joodse filosoof zijn. Kunsthistorici vonden dat Vechts bewijsvoering rammelde en wilden zijn vondst niet erkennen. Daar sprak de antiquair zelf schande van.

Joden en moslims
In de laatste jaren zette Constant Vecht zich als bestuurslid in voor het Joodse vriendschapsinitiatief Salaam-Shalom. Volgens zijn zoon Ruben vond hij het onzin dat er geen vriendschappen tussen Joden en moslims zouden kunnen ontstaan. “Iedereen was bij ons altijd welkom. Hij noemde ons huis een jeugdherberg. De scherpe randjes waren er natuurlijk wel van af, maar links en politiek betrokken is hij altijd gebleven. Gelukkig heeft hij nog kunnen meemaken dat Biden de verkiezingen in Amerika won,” aldus Ruben Vecht tegen Het Parool. Afgelopen dinsdagmiddag overleed Constant Vecht aan de gevolgen van hartfalen. Hij werd 72 jaar oud, was gescheiden en laat twee zoons achter.

Lees ook:
Robert Aronson: ‘Het vaasje van Rutte stond er in twaalf minuten op’

Voor antiquair Robert Aronson is de kunstbeurs TEFAF het hoogtepunt van het jaar. Aronson, wiens familie sinds 1881 handelt in kunst- en antiek, is gespecialiseerd in 16de en 17de eeuw Delfts aardewerk. Hij runt zijn familiebedrijf, is actief voor kunstprogramma ‘Tussen Kunst en Kitsch’ en werkte onlangs mee aan een promotievideo van VVD-premier Mark Rutte. 



Categorie: | |

Home » Nieuws » Constant Vecht (72), de ‘rode’ kunsthandelaar, is overleden