Dijkgraaf keurt verbreken banden met Israël ‘onder druk’ af

Het is ‘niet wenselijk’ dat onderwijsinstanties de banden met hun Israëlische partners onder druk van derden verbreken, zeker als die druk de doorslag geeft. Dat vindt demissionair minister Robbert Dijkgraaf (D66) van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Hij reageert daarmee op het toenemende aantal universiteiten en hogescholen in Nederland dat de relaties met Israëlische onderwijsinstellingen verbreekt onder druk van anti-Israël-activisten.

Druk, intimidatie of dreiging van demonstranten moeten niet de doorslag geven in het besluit om de banden met samenwerkingspartners in Israël te verbreken, aldus Dijkgraaf in een brief aan de Tweede Kamer. In het schrijven benadrukt hij dat onderwijsinstanties het recht en de vrijheid hebben om zelf een afweging te maken over hun relaties met derden. In de academische gemeenschap moet en kan daar wel ‘een open en stevige discussie’ over zijn, aldus Dijkgraaf.

Verder vindt de demissionair onderwijsminister dat de eisen van de anti-Israël-activisten botsen met de kernwaarden van de academische wereld. De activisten eisen dat alle vormen van verbanden met Israël door universiteiten en hogescholen worden verbroken. ‘Deze eis gaat voorbij aan de wijze waarop instellingen tot beslissingen over internationale samenwerking komen op basis van zorgvuldige, inhoudelijke en democratische processen, vrij van intimidatie, druk of dreiging met geweld’, schrijft de politicus.

Zorgen

Tweede Kamerleden van de beoogde regeringspartijen PVV, VVD, NSC en BBB, maar ook van andere partijen, maken zich zorgen over de veiligheid van studenten en medewerkers. In de afgelopen weken is er bij bezettingen en protestacties geregeld sprake geweest van geweld, intimidatie en vernielingen. Verder blijkt uit verschillende onderzoeken en vormen van berichtgeving dat studenten en personeelsleden zich niet langer veilig voelen. Joodse studenten op de Universiteit Utrecht, bijvoorbeeld.

Volgens Dijkgraaf hebben ‘geweld en intimidatie geen plek op de campus’. Hij schrijft ‘met afschuw’ te kijken naar de relatief kleine groep activisten ‘die niet komt voor een vreedzaam protest, maar uit is op escalatie en vernieling’. De D66’er is voor een harde aanpak van deze amokmakers en verwijst naar de landelijke richtlijn die hoger onderwijsinstellingen hebben opgesteld over hoe om te gaan met de acties. Ook staat daarin hoe en wanneer het beste tot aangifte kan worden overgegaan. Medewerkers moeten zich aan deze regels houden en kunnen in het uiterste geval ontslagen worden.