Een softe coup van Defensie? – column David Barnouw

Foto: K. Rijken

Tijdens en na de oorlog werden kinderen vooral als onschuldig slachtoffer gezien en op oorlogsmonumenten staan ze er altijd zielig bij, met hun moeder, maar zonder hun vader. Na de oorlog werden kinderen ook altijd meegenomen naar 4 mei-bijeenkomsten; al of niet klassikaal bloemen leggen bij het lokale oorlogsmonument.

Wel werd bij de Hortus in Amsterdam in 2010 een monument (natuurlijk van Truus Menger) onthuld ter nagedachtenis van dove Joodse kinderen. Dat het de Duitsers echt niets kon schelen of de Joden die ze gingen vermoorden, doof waren of niet, schijnt van geen belang te zijn bij dit monument. Je kan wel zeggen dat kinderen geen hoofdrol spelen in de herinnering en de herdenking van de oorlog, maar dat is aan het veranderen. 

Vorige maand werd een bijeenkomst in Madurodam gehouden als startsein voor de Nationale Kinderherdenking op 4 mei. Dat roept een paar vragen op. Madurodam zou een goede startplaats kunnen zijn, omdat dit prachtige mini-Nederland gesticht is ter nagedachtenis van de Joodse Curaçaose George Maduro, die in de meidagen militair actief was en in 1945 in Dachau werd vermoord.

Maar Madurodam kent geen oorlog, het is het fijne knusse Nederland van Mark Rutte: in mijn Haagse jeugdjaren was Beatrix daar burgemeester. Waarschijnlijk om te oefenen voor het Grote Nederland. Pas als er een mini-Parool drukkerij, een mini-Muur van Mussert en een mini-barak van Westerbork bij komt, mag je daar met de oorlog flirten. Over twee jaar is er weer een oorlog-jubeljaar en met subsidie van het rijke V-Fonds moet er vóór die herdenking wel wat te boetseren zijn.

Tot pakweg een jaar of tien geleden moesten schoolkinderen klassikaal luisteren naar ex-verzetsstrijders (M/V) of ex-overlevenden (M/V), want die hadden het ‘echt’ meegemaakt. Persoonlijke getuigenissen zijn al een halve eeuw een mantra bij het vasthouden van ‘de herinnering’. Dat ging zover dat dankzij de genereuze Spielberg duizenden getuigenissen van overlevenden op beeld staan en geraadpleegd kunnen worden. Het grote nadeel is dat de interviewers indertijd op het hart werd gedrukt niet door te vragen, laat staan tegen te spreken, want survivors hebben altijd gelijk. Voor de geschiedschrijving hebben deze getuigenissen te weinig waarde en voor de herinneringscultuur ook weinig.

Ze zijn tot stand gekomen, omdat duidelijk was dat de oorlogsgeneratie natuurlijk op een zeker moment uitgestorven was. Het is ook de vraag of je leerlingen met hoogbejaarde getuigen kan blijven opschepen. Opmerkelijk is dat wel altijd werd verteld dat deze getuigen immer ‘grote indruk’ maakten, de klas een les lang ‘geboeid was’ en dat ze er veel van geleerd hadden. Hoopvolle taal, maar of het waar is …

Maar nu; Debby Petter vertelt met haar kleinzoon over haar moeder en kinderen voeren een zelfgemaakt toneelspel op, gebaseerd op een oorlogsverhaal van een negentigjarige, wat ‘hem zichtbaar emotioneerde.’ En er was ook nog een luitenant-generaal en een veteraan, die verhalen vertelden.

Staatssecretaris van Defensie, Christophe van der Maat, heeft het eerste lespakket ‘Herdenken’ in ontvangst genomen: “De verhalen en herinneringen van de Tweede Wereldoorlog zijn van onschatbare waarde en moeten worden doorgegeven aan de volgende generaties. Het is mooi om te zien dat deze Verhalendag en het lespakket ‘Herdenken’ op een laagdrempelige manier helpt met het behoud van deze waardevolle geschiedenis. Ik hoop dat veel scholen gebruik zullen maken van dit lespakket en dat het bijdraagt aan het bewustzijn van onze vrijheid en de offers die daarvoor zijn gebracht.”

Altijd gedacht dat herdenken en de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid berustte, maar sinds de oorlog in Oekraïne heeft Defensie zeker het stokje overgenomen.

Bij alle discussies door de jaren heen, wie er herdacht moest worden, kwamen tientallen groepen langs, maar kinderen waren er nooit bij. Is dit wel goedgekeurd door het Nationale 4 en 5 mei Comité, die meestal gedetailleerd voorschrijft hoe de vlag moet worden gehesen en gestreken en waar je wel of niet mag zaklopen op 5 mei (op 4 mei vanzelfsprekend niet).

Is dit een softe coup van Defensie? Want van Nationale Kinderherdenking naar de Nationale Herdenking voor Grote Mensen is een kleine stap. Weinig voorgesteld in de oorlog (na vijf dagen vechten al opgeven) en de Prinses Irene Brigade had een mooie naam, maar verder. Maar nu wel mooi weer vieren met die oorlog.

Zijn er al mini-houwitsers in Madurodam gesignaleerd?

Lees ook:
Het populaire Jiddisch, tijden veranderen – column David Barnouw

‘Kort geleden overleed Chaim Topol, de acteur die veertig jaar lang Tevje de melkboer in de musical Fiddler on the roof (1964) vertolkte. Het moet aan het eind van de jaren zestig zijn geweest dat ik met mijn ouders naar deze musical ging, in het Nederlands Anatevka genaamd. De musical was gebaseerd op een Jiddische roman van een Russisch-Joodse schrijver, maar het was een vrolijke musical geworden, juist voor niet-Joden…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Een softe coup van Defensie? – column David Barnouw