‘Eerst tot tien tellen’ – column Bart Vink

Vink
Bart Vink

Johan Derksen maakte jaren geleden op televisie grappen over ‘zwartjes’. Sommigen vonden het heel grappig toen hij dat een paar jaar terug herhaalde en koppelde aan Sylvana Simons. Dat mag in Nederland. Maar zou hij daarmee de ideale man zijn om te spreken bij de herdenking van het slavernijverleden? Zou hij goed passen bij het herdenken van het leed en het verdriet dat Surinaamse, Antilliaanse of Ghanese Nederlanders voelen? Zou het feit dat hij verbinding kan leggen met andere groepen Nederlanders dan de direct getroffenen en hun nakomelingen, daarvoor voldoende zijn?

Zo kan ik nog wel even doorgaan, want het waren toch maar grappen die hij maakte? En de meeste directe slachtoffers van de slavenhandel zijn toch ook allang overleden? Als hij vlak voor die herdenking alsnog excuses maakt aan Sylvana Simons, zegt dat hij zich niet had gerealiseerd dat zij zwart was of zei dat het echt niet persoonlijk bedoeld had, zou het dan niet gewoon een goed idee zijn? Derksen als spreker. Bij de slavernijherdenking?

Natuurlijk zouden velen aangeven waarom het hen zou kwetsen en pijn zou doen om uitgerekend hem op die dag en bij dat evenement te horen spreken. Natuurlijk zou Sylvana Simons zeggen dat de excuses zoveel jaar na dato erg laat komen en lijken te zijn ingegeven door de commotie die rond het evenement ontstond. Sommigen zouden deze negatieve gevoelens en reacties op Derksen wegzetten als een ‘hetze’ tegen autochtone Nederlanders. Johan Derksen mag immers alles zeggen en vinden. Maar toch: als spreker op 1 juli in het Amsterdamse Oosterpark? Dat lijkt niet erg op zijn plaats.

Ongelukkige keuze
Deze vergelijking zag ik op Twitter (in een tweet van Shanty Elena) langskomen toen Abdelkader Benali werd genoemd als spreker op de Dam op 4 mei. Natuurlijk is Sylvana Simons geen Ruben Oppenheimer. Natuurlijk is de slavernijherdenking iets anders dan de 4 mei-herdenking. En natuurlijk zijn de grappen van Benali over Joden in Amsterdam-Zuid niet hetzelfde als eventuele grappen over zwarte Nederlanders die de Bijlmer op Afrika zouden laten lijken. Desondanks trof deze vergelijking mij en snapte ik waarom de heer Benali voor dit event een ongelukkige keuze was. Ook al reageerden sommigen wel heel heftig, toch verandert dat hier niets aan. Dat hij een aansprekende en sympathieke schrijver is, neem ik onmiddellijk aan. Dat hij goede bedoelingen heeft, ook. Maar zou dat niet net zo zeer voor de heer Derksen gelden? Ik moet trouwens aan hem excuus maken dat ik dit weer oprakel, maar verwacht dat hij snapt dat het beeld mij door dit recente voorval niet losliet.

Van Randwijk
Het lijkt er sowieso meer en meer op dat gevoelens die met de nazi-terreur en het leed uit de oorlog te maken hebben, makkelijk terzijde worden geschoven. Ook bij de ‘demonstratie’ van zondag op het Amsterdamse Museumplein tegen de coronamaatregelen gebeurde dat. Zonder enig historisch besef werd dat protest met een bloemlegging met de tekst van Van Randwijk gestart: “Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht…” Alsof een link met de naziterreur hier op zijn plaats was. Alsof de gepleegde massamoord op de Europese Joden en de onvrijheid tussen 1940 en ’45 te vergelijken zou zijn met de maatregelen tegen corona nu.

Misschien raakt het mij extra nu mijn moeder net is overleden en haar onderduikervaringen weer zijn ‘opgerakeld’.  Misschien ben ik sneller geraakt dan anders. Maar toch. Het lijkt hoog tijd voor meer inleving in elkaar. Maar ook voor meer kennis van de Europese en Nederlandse geschiedenis. En voor ‘eerst tot tien tellen’ alvorens keuzes te maken, uitspraken te doen of in actie te komen. Als de genoemde incidenten daartoe leiden, boeken we met elkaar winst.

Lees ook:
Doorgaan – column Bart Vink

‘Het is intussen meer dan twee maanden geleden. Maar het voelt als gisteren. Elke dag denk ik aan haar. Hoor haar stem. Zie haar gezicht. In het ziekenhuis vertelde ik haar hoe mijn nieuwe woning eruit zou gaan zien. De verbouwing vlot, maar zij zal het resultaat niet kunnen zien. Dat wist ik al toen erover vertelde in het ziekenhuis. Mijn moeder Henriette die als tiener de onderduik doorstond en de oorlog overleefde, overleefde deze ziekenhuisopname niet…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: | |

Home » Nieuws » ‘Eerst tot tien tellen’ – column Bart Vink