Helden – column David Barnouw

David Barnouw (foto: K. Rijken)

Straatnamen of wijknamen zeggen veel over de geschiedenis, of hoe we de geschiedenis willen zien. Als we het over helden hebben, zijn er maar twee keuzes: zeehelden of verzetshelden. Die eerste categorie gaat in een steeds slechtere reuk staan, bijvoorbeeld Jan Pieterszoon Coen, die namens de VOC flink huishield in de Oost. En dan Piet Hein, bekend als de held van de zilvervloot. Nu hadden de Spanjaarden dat zilver eerst uit Amerika geroofd, dus het was meer een zeventiende eeuwse rip deal dan een glorieuze overwinning. Het West-Indisch Huis in Amsterdam is van een deel van de opbrengst betaald en er is nog een rijmpje bekend.

Een negentiende eeuwse zeeheld is Jan van Speijk , die in 1831 zijn eigen schip in Breda tot ontploffing bracht om de Nederlandse vlag te redden. Hij nam 28 van zijn matrozen mee in de dood, ongevraagd, dus eerder een massamoordenaar dan een held. En moeten we admiraal Karel Doorman een held noemen, enkel en alleen omdat hij sneuvelde in een verloren zeeslag?

En dan die verzetshelden in die verzetsheldenbuurten: hoe komen we daaraan?

Onder verzetsmensen, ook wel ‘illegalen’ genoemd, wilde na de oorlog een groot deel geen erkenning in de vorm van medailles, maar dat gold niet voor het militaire deel van het verzet. Oud-militairen waren gewend aan medailles en leden van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) vonden dat ze er recht op hadden. Dat gebeurde ook, maar dat waren militaire medailles.

Voor de andere groep kwam een compromis naar voren; er werd een Verzetskruis ingesteld, die alleen postuum werd uitgereikt aan 93 omgekomen verzetslieden en één aan een zwaargewonde blind geworden verzetsman. Onder deze verzetslieden waren zes vrouwen, vier adellijke lieden, drie communisten, 45 protestanten en tien katholieken: een echte doorsnee van de bevolking dus.

Er ging één medaille naar ‘De onbekende Joodse soldaat uit het Ghetto te Warschau, die gevallen is strijdende voor de vrijheid van alle volken’. Het was de bedoeling dat in New York een monument voor de vermoorde Joden en met name voor de Warschau Ghetto-strijders zou komen. Verder dan een rotonde, genaamd Warsaw Ghetto Memorial Plaza (83th Street West) is het niet gekomen, behalve dan die medaille dus.

In de loop der decennia kwam er toch behoefte aan een verzetsmedaille en dat werd het in 1980 ingestelde Verzetsherdenkingskruis, die aan 15.500 betrokkenen of hun nabestaanden, zou worden uitgereikt. Hadden wij er nu opeens meer dan 15.000 verzetshelden bij?

Juist deze ‘verzetshelden’ zeiden keer op keer dat zij geen held waren geweest, maar gewoon hun plicht hadden gedaan. Dat kan je wegzetten als valse bescheidenheid, maar ik hecht daar meer aan dan aan de criticasters, die zich opwonden over de nieuwe opstelling van het Verzetsmuseum in Amsterdam, helaas vaak zonder er zelf geweest te zijn. Het was hen ook nog eens ontgaan dat het museum het nooit over helden heeft gesproken, maar teveel kennis is natuurlijk hinderlijk voor een opinie.

Om nu bijna tachtig jaar na de oorlog het museum om te dopen in Verzetsheldenmuseum lijkt me een gotspe.

Lees ook:
Boekencensuur en ander ongemak – column David Barnouw

‘Wat verbindt Anne Frank, Mark Twain, Henry Miller, Ernest Hemingway, John Steinbeck en Kurt Vonnegut? Het zijn Joodse schrijvers die, met een heleboel andere schrijvers, voorkomen in Banned Books. The World’s Most Controversial Books, Past and Present. Dit boek met honderden boektitels en schrijvers, kwam op tijd uit voor de Banned Books Week, die in de USA jaarlijks ‘gevierd’ wordt aan het begin van het nieuwe schooljaar…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Helden – column David Barnouw