Historici maken gehakt van coldcase-onderzoek Anne Frank, uitgever trekt boek terug
Zes onderzoekers van verschillende universiteiten en instituten hebben een kritisch rapport geschreven over het boek ‘Het verraad van Anne Frank’. Op basis van eigen historisch onderzoek en bronnenraadpleging zeggen zij dat er geen bewijs is dat de Amsterdamse notaris Arnold van den Bergh de onderduikers in het Achterhuis heeft verraden. Inmiddels heeft uitgeverij Ambo Anthos besloten het boek uit de handel te nemen.
Eerherstel
De geschiedkundigen richtten zich met hun tegenonderzoek vooral op het verhaal van de Joodse notaris Arnold Van den Bergh. Volgens het Amerikaans-Nederlandse coldcaseteam was hij ‘met 85 procent zekerheid’ degene die de onderduikers in het Achterhuis verraadde aan nazi’s. Dat zou hij hebben gedaan om zijn eigen gezin te redden van deportatie. Deze studie stond aan de basis van het boek ‘Het verraad van Anne Frank’ van de Canadese schrijfster Rosemary Sullivan. De zes wetenschappers van onder meer het NIOD, Het Duitsland Instituut en de Universiteit van Amsterdam hebben die beschuldiging en het aangevoerde bewijs intensief onderzocht. Volgens hen had Van den Bergh noch het motief, de mogelijkheid, noch de kennis voor het verraad. De notaris is valselijk beschuldigd en verdient eerherstel, luidt hun eensgezinde oordeel.
Leemkuil
In de eerste plaats vonden de onderzoekers overtuigend bewijs dat Arnold van den Bergh in ieder geval tussen januari 1944 en maart 1945 met zijn gezin ondergedoken zat in een woning aan de Leemkuil in Laren. Zijn twee dochters waren daar al eerder naartoe gevlucht. Toen begin 1944 een arrestatiebevel tegen de notaris werd uitgevaardigd, vertrok hij met zijn vrouw naar datzelfde schuiladres. Dat hij hier woonde, blijkt uit het dagboek van een buurman, de schilder Gerard Huijssen. In zijn dagboek schrijft Huijssen op 3 maart 1945 dat hij de notaris en zijn gezin heeft ontmoet.
Het feit dat het gezin op een relatief veilige plek verbleef, haalt het argument onderuit dat hij zijn gezin moest redden. Hij had geen motief. “Om Anne Frank, haar familieleden en de andere onderduikers in het Achterhuis te verraden, had Van den Bergh zijn schuilplaats in Laren moeten verlaten,” zegt Bart Wallet, hoogleraar Joodse Studies aan de Universiteit van Amsterdam.
Ten tweede had hij die mogelijkheid niet. Door het onderduikadres te verlaten, zou hij zichzelf juist in gevaar hebben gebracht. Volgens het coldcaseteam kon Van den Bergh zich vrij bewegen omdat hij beschikte over een zogeheten niet-Joods-verklaring. Tot begin van 1944 was dat inderdaad het geval. Daarna werd hij verklikt door een collega, een NSB’er die zijn kantoor wilde overnemen, die aan de Duitsers meldde dat Van den Bergh wel degelijk Joods was. Daarop trok de bezetter die vrijstelling in en vaardigde een arrestatiebevel wegens fraude tegen hem uit.
Geen lijsten
Tot slot hebben de historici geen enkel bewijs gevonden voor het bestaan van lijsten met onderduikadressen voor Joodse landgenoten. Arnold van den Bergh zou die lijsten in bezit hebben gehad, omdat hij lid was van de Joodsche Raad. Met die kennis zou hij het geheim van het Achterhuis aan de Duitse bezetter hebben doorgespeeld.
Hey belangrijkste bewijs van het coldcaseteam is het anonieme briefje dat Otto Frank na de oorlog ontving. De schrijver wijst Van den Bergh aan als de verrader van het Achterhuis. Het team voert aan dat de schrijver iemand moet zijn geweest die veel wist, een insider. Toch blijkt het briefje fouten te bevatten. Zo klopt het adres van de zogenoemde Zentralstelle, het bureau dat verantwoordelijk was voor de deportatie van Joden uit Nederland, niet.
Het Amerikaans-Nederlandse onderzoek gaat voorbij aan de context waarin dit briefje moet worden gezien. Na de oorlog kwam het vaker voor dat onschuldige mensen ervan werden beschuldigd verraad te hebben gepleegd. Dat gebeurde om een oude rekening te vereffenen, uit wraak of om de eigen daden te verhullen. Daarom heeft zo’n briefje geen enkele waarde, zegt Bart van der Boom, die co-auteur was van het rapport over de handel en wandel van het coldcaseteam en het boek het ‘Het verraad van Anne Frank’. Ook is niet duidelijk wanneer Otto Frank het bewuste briefje kreeg. ‘Vlak na de oorlog’ is volgens hem een breed begrip. Als hij het kreeg nadat het dagboek van Anne Frank meer bekendheid kreeg, maakt dat het anonieme briefje nog ongeloofwaardiger.
Amateuristisch
De onderzoekers zijn hard en duidelijk in hun oordeel. Het coldcaseteam is aantoonbaar slordig omgegaan met bronnen en het ontbrak aan de kennis om die in de historische context te zien. Hun aanpak was ronduit amateuristisch. Daarom moet het team de conclusie intrekken dat Arnold van den Bergh de verrader is, aldus de historici. “Zij hebben gezegd dat ze dat zouden doen bij nieuw, aanvullend bewijs. We nodigen hen bij deze uit dat ook te doen.”
Boek uit de handel
Vrij snel na het bekendmaken van de onderzoeksresultaten van de zes geschiedkundigen besloot uitgeverij Ambo Anthos het boek ‘Het verraad van Anne Frank’ uit de handel te nemen. Boekhandels en -verkopers krijgen het verzoek om de bestaande voorraad terug te sturen, zegt de uitgeverij in een verklaring. ‘Op basis van de conclusies van het rapport hebben wij besloten dat het boek per direct niet meer leverbaar is. De boekhandel zullen wij oproepen hun voorraad te retourneren. Wij hechten eraan nogmaals onze oprechte verontschuldigingen aan te bieden aan degenen die door de inhoud van het boek gegriefd zijn’, schrijft de directie van Ambo Anthos.
Reactie coldcaseteam
Pieter van Twisk van het coldcaseteam laat in een reactie weten nog steeds achter het onderzoek te staan. Hij is niet overtuigd van het rapport van de zes historici, hoewel hij dat een ‘heel gedetailleerd en zeer degelijk’ onderzoek noemt. Het gegeven dat Van den Bergh wel zat ondergedoken is voor van Van Twisk niet onoverkomelijk. “Hij kan de lijsten ook eerder hebben ingediend,” zegt hij tegen de NOS. Dat er geen betrouwbaar bewijs is van het bestaan van de lijsten, is voor hem slechts een kwestie van interpretatie: je kunt naar getuigenissen toe redeneren of er van af. Woorden als ‘amateuristisch’ vindt hij ‘modder gooien’. Niet hij en zijn team maar juist de critici maken zich volgens hem schuldig aan tunnelvisie. “Wij zijn nooit eropuit geweest om meneer Van den Bergh als dader aan te wijzen, terwijl hij hier heel duidelijk coûte que coûte moet worden vrijgepleit.”
Lees ook:
Gemeente Amsterdam onderzoekt terugvordering onderzoekssubsidie voor Anne Frank-boek. De gemeente Amsterdam onderzoekt of zij de onderzoekssubsidie voor de studie naar het verraad van Anne Frank gaat terugvorderen. De gemeente stelde honderdduizend euro beschikbaar. In ruil daarvoor zouden de data worden overgedragen aan het Stadsarchief .
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren