In Istanbul – reisverhaal ‘De Joodse horizon’

Istanbul, Gouden Hoorn en Bosporus (foto: J. Brantjes)

Istanbul gold in de zestiende en zeventiende eeuw als een van de belangrijkste Joodse centra ter wereld. Ottomaanse Joden blonken uit in handel en nog meer in de geneeskunst; in 1600 was 62 procent van alle geregistreerde artsen in de stad Joods. Wat is er nu nog over van Joods Istanbul? Reisjournalist Joost Brantjes vloog naar Turkije om het uit te zoeken. 

Elke keer als ik land op Sabiha Gökçen, de kleinere luchthaven van Istanbul, valt tijdens het landen op hoe ongelooflijk veel moskeeën er zijn. Vanuit het vliegtuig zie ik half afgebouwde of net opgeleverde moskeeën in zulke aantallen dat je je afvraagt waarom het er zo veel zijn. Nu stad en land onder president Recep Tayyip Erdoğan zichtbaar islamiseren, is het interessant om terug te gaan in de tijd. Ik kies voor twee wijken, Balat en Beyoğlu. Maar eerst ga ik naar de wijk Nisantasi, want daar ontmoet ik rabbijn Mendy Chitrik.

Uitgenodigd door de sultan
Met een cappuccino volgt een mini-college van de Amerikaans-Israëlisch rabbijn die, ook voorzitter is van ARIS, de Alliance of Rabbis in Islamic States. “Joden zijn aantoonbaar al 2700 jaar in wat nu Turkije heet,” zegt Chitrik. “Maar de grootste groep kwam vanaf 1492 uit Spanje en Portugal toen zij daar werden verbannen.”

Rabbijn Chitrik (J. Brantjes)

Het Ottomaanse Rijk ontving de Joden vooral in Thessaloniki en Istanbul. Sultan Bayezid II nodige Joodse vluchtelingen zelfs uit zich hier te vestigen. Dat was niet enkel vanuit liefdadigheid; Joden deden zaken waar moslims weinig bedreven in waren. Daarnaast waren de Ottomanen huiverig voor christenen van wie ze in hun expansiedrift in Europa landen hadden afgepikt.

Zo kon de Joodse gemeenschap de stad uitgroeien tot 30.000 mannen en vrouwen en waren er al snel 44 synagogen. Bayezid stond de Joden toe om zich te vestigen aan de oever van de Gouden Hoorn. Daar tref je nu nog huizen van samenkomst, dus na mijn koffie met rabbijn Chitrik neem ik bus T55 naar Balat. Na wat vragen vind ik de Ahrida-sjoel, een van de oudste in Istanbul en vanaf 1430 door Romanioten (Macedonische Joden) gebouwd. In 1992 is de synagoge gerenoveerd om te vieren dat vijfhonderd jaar eerder de eerste Sefardische Joden aankwamen.

Dichtbij ligt een andere synagoge van recenter datum: de Balat Yanbol of Bulgaarse sjoel uit de achttiende eeuw. Deze was ook van Sefardische Joden, maar is gebouwd door Bulgaren uit de plaats Yambol. De wijk Balat is momenteel ‘hipster Istanbul’. Meisjes maken Instagrammable foto’s met street art of met gekleurde deuren, en ook alles wat ze eten of drinken in Ballad (of een fijn restaurant met open binnenplaats) wordt vastgelegd.

Vissers op de brug

Omdat de zon schijnt en je in Istanbul nooit genoeg kunt wandelen, volg ik het water van de Gouden Hoorn naar de Galatabrug, waar het aantal vissers zo groot is dat je je afvraagt hoe ze allemaal nog wat weten te vangen. Beyoğlu, de wijk rond de Galata-toren, en de buurt Pera kenden grote Joodse gemeenschappen. Neve Shalom, uit 1951, is de grootste Sefardische synagoge in de stad en wordt nog altijd gebruikt voor sjabbat-diensten, bar mitswa’s, bruiloften en begrafenissen. Dit witte gebouw is na drie aanslagen zeer zwaar bewaakt.

Beyoglu, Galatabrug (foto: J. Brantjes)

Dichtbij vind je de negentiende eeuwse Italiaanse sjoel, uiteraard ook Sefardisch, en de Schneidertempel uit 1884, een Asjkenazische sjoel van Oost-Europeanen waarvan het merendeel werkzaam was als kleermaker – vandaar de naam. Sinds 1999 is deze tempel een museum voor moderne Joodse kunst en karikaturen. In het trappenhuis is op de muren de tijdlijn geschilderd van de Joden in Istanbul.

Beroemde trappen
In dezelfde wijk woonde een van de beroemdste Joodse families, de Camondo’s. Bankiers en filantropen die uitwaaiden over heel Europa maar altijd hun hechte band met Istanbul behielden. De helix-vormige Camondo-trappen – prachtige Art Nouveau – overbruggen het hoogteverschil tussen de twee straten waar de banken aan lagen en waar de bankiers woonden. Wil je de trappen zónder mensen fotograferen, dan zul je héél vroeg moeten opstaan. Laat je inspireren door Henri Cartier-Bresson’s beroemde foto uit 1964. Of door de anekdote dat de trappen bochten hebben om te voorkomen dat als de Camondo-kinderen onderweg naar school zouden struikelen, ze niet de hele trap zouden afstuiteren.

Camondo-trappen (foto: J. Brantjes)

Als ik aan het einde van de middag naar mijn favoriete hotel ga, het Grand Hôtel de Londres in de wijk Pera, voor een welverdiend biertje op hun dakterras met fenomenaal uitzicht over de stad, denk ik terug aan mijn gesprek met Chitrik. Hij vertelde de huidige Joodse gemeenschap van 15.000 zielen ‘weinig praktiserend’ is. Er wordt gemengd gehuwd, kosjere winkels zijn er niet (hoewel de Turken wel veel kosjere fabrieken in hun land hebben) en altijd blijft Israël trekken. Voor zijn eigen acht kinderen (and counting) hoopt de 45-jarige rabbijn, die reeds in 2001 naar Istanbul kwam, dat ze met Joodse partners thuis zullen komen.

Dat zal de tijd leren. Net zoals de tijd zal leren of er in de toekomst nog een Joodse gemeenschap van betekenis in Istanbul zal zijn.   

Foto: J. Brantjes
De Schneider-tempel is thans een museum (J. Brantjes)
Ahrida-synagoge, 15de eeuw (J. Brantjes)

Lees ook:
Mexicooooooooo ! – reisverhaal ‘De Joodse horizon’

Dat zelfs het über-katholieke Mexico een actieve Joodse gemeenschap kent, weten slechts weinigen. Reisjournalist Joost Brantjes ging op zoek in CDMX, de hoofdstad van Mexico, en kwam meer te weten over welke Joden wanneer arriveerden, en waar ze vandaan kwamen.

Beeldmerk Jonet.nl.Waardeert u dit artikel?

Donatie
Betaalmethode
American Express
Discover
MasterCard
Visa
Maestro
Ondersteunde creditcards: American Express, Discover, MasterCard, Visa, Maestro
 
Kies uw betaalmethode
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren

Categorie: | |

Home » Nieuws » In Istanbul – reisverhaal ‘De Joodse horizon’