Dana Gazit: ‘Israël moet voor Nederlanders een gewone bestemming worden zoals Spanje of Turkije’

Momenteel maakt Israël zich weer op voor een nieuw toeristenseizoen. Het land heeft een klap gehad van de pandemie, maar krabbelt weer op dankzij het snelle en goede vaccinatieprogramma. Voor de coronacrisis boekte Israël record na record aan bezoekerscijfers, ook uit Nederland. Ons land is zo succesvol dat het Israëlische ministerie van Toerisme heeft besloten een diplomate naar het Israëlische verkeersbureau in de polder te sturen. Dat is voor het eerst sinds de jaren negentig. Haar naam is Dana Gazit en ze is erg enthousiast. “Het is mijn droom dat Israël een gewone bestemming wordt voor Nederlanders, vergelijkbaar met Spanje, Turkije of Griekenland.”

Wat komt u in Nederland doen?

“Sinds vijf jaar werk ik voor het ministerie en in augustus ben ik hier aangekomen. Ik ben de gelukkige die naar Nederland mocht komen en dit land mag ontdekken. Het was een droom die voor mij uitkwam. Wat ik nu doe is zowel mijn land als Nederland helpen. En ik moet iets opbiechten: ik heb enorme vliegangst. Voor mijn werk zou ik normaal gesproken veel moeten vliegen, maar omdat ik dit werk in Nederland zo leuk en mooi vind om te doen, stap ik toch graag in het vliegtuig.”

Waarom is uitgerekend Nederland ‘een droom’ voor u?

“Ik heb een bachelor in hotel en toerisme-management gedaan en daarna heb ik de masterstudie diplomatie en conflictoplossingen gedaan. Op deze plek kan ik beide achtergronden nu goed combineren. Mensen zijn hier erg aardig en tonen oprechte interesse in Israël. Ze luisteren en willen veel weten over land, en zeggen ook dat ze graag willen gaan. Vanuit hier help ik mijn land en kan ik ervoor zorgen dat mensen naar Israël reizen. Ons land is klein. Mensen denken: ik ga er heen om een paar dingen te zien, maar willen na verloop van tijd toch weer terugkeren om andere plekken te zien.”

Het aantal Nederlandse bezoekers was tot aan de coronacrisis vrij hoog. Hoe verklaart u dit?

“Het ligt aan een aantal dingen. Allereerst zijn er de vliegmogelijkheden. Het aantal wekelijkse vluchten was in de laatste jaren behoorlijk toegenomen en veel goedkoper geworden. In 2019 gingen er 43 vluchten per week van Nederland naar Israël. Al die vliegtuigen zaten vol. Daarnaast is er het goede werk van mijn collega’s en oud-collega’s op het verkeersbureau in Amsterdam. Zij hebben ontzettend hun best gedaan om Israël te promoten en dat zie je terug. Israël is ook geen niche-bestemming. Het heeft veel te bieden en is mede daarom populair geworden. Er vindt veel mond-tot-mondreclame plaats en er wordt veel over Israël gedeeld als vakantiebestemming op social media. We zagen een zwaan-kleef-aan-effect en hopen dat dat terugkeert.”

Nederland is een speerpuntland geworden voor Israël, waarom?

“Het aantal bezoekers uit Nederland liep ieder jaar op tot 93.000 in 2019. Voor een klein land is dat een hoog aantal. Het ministerie van Toerisme heeft in dat jaar consultancybureau Deloitte ingehuurd met de vraag: waar moeten we ons op richten? Nederland rolde uit de bus als een van de acht prioriteitslanden en dat is ook een van de redenen waarom ik hier nu ben. Het is heel bijzonder dat zo’n klein land als Nederland in dit rijtje is opgenomen. Dat Nederland in dezelfde categorie geschaard wordt als onder meer de Verenigde Staten, China, Rusland, Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland is heel bijzonder. Het zegt veel over de potentie van Nederland. Voor het eerst sinds de jaren negentig is er iemand van het ministerie in Amsterdam. We zijn nu met een dream team van drie mensen.”

De Israëlische toeristische sector heeft door corona een behoorlijke klap gekregen. Hoe probeert de sector er bovenop te krabbelen?

“Nadat corona kwam, heeft de overheid geprobeerd de toerismesector overeind te houden. We houden bedrijven drijvende en proberen alles te doen om ze op pijl te houden. Verder promoten we het binnenlandse toerisme. De meeste Israëli’s kunnen niet weg, dus gaan ze op vakantie in eigen land, dat ze aan het herontdekken zijn. In de zomer en tijdens de hoge feestdagen waren er veel binnenlandse toeristen. Momenteel in de Pesach-week zien we ook dat het erg druk is. Verder wordt er binnen de overheid gepraat over maatregelen om buitenlandse toeristen toe te laten.”

Welke uitdagingen ziet u voor de komende tijd?

“We kunnen toeristen uit het buitenland ontvangen en kijken nog naar de praktijk. In het land ligt alles er mooi bij. In het afgelopen jaar hebben we toeristische attracties en monumenten kunnen opknappen, zoals de Massada of de Heilig Grafkerk. Normaal gesproken kwamen we daar niet aantoe vanwege de vele bezoekersstromen. We hebben dus van de nood een deugd gemaakt. Ook hotels, restaurants en parken zijn opgeknapt. We zijn er klaar voor.”

Heeft het vaccinatieprogramma daar ook mee van doen?

“Op dit moment is negentig procent van de bevolking gevaccineerd. Langzaamaan verwachten we dat het oude leven terugkeert. Hier in Nederland is het nog allemaal anders, maar ik kan niet wachten op het moment dat ook dit land open gaat en de Nederlanders weer naar Israël kunnen komen om te genieten van de ervaring die ons land is.”

Wanneer denken jullie dat de oude bezoekersaantallen weer op peil zullen zijn?

“Ik vermoed dat de oude cijfers eind 2023 of 2024 terug kunnen zijn. Deze pandemie was een behoorlijke rem en we hebben dat nog nooit eerder gezien. Kijk alleen al naar de bezoekers uit Nederland. Van 93.000 naar nul, dat is een heel bijzondere teruggang. Om de oude aantallen te laten terugkeren zijn we afhankelijk van het buitenland. Israël zou in dit voorjaar dus alweer open kunnen gaan, maar dat betekent niet dat Nederland er al klaar voor is. We zitten samen in hetzelfde schuitje. Onlangs is er een experiment op Rhodos met vakantiegangers aangekondigd en dat houden we in de gaten.”

Wat wordt jullie promotiestrategie voor de komende tijd?

“Als eerste zeggen we: houd Israël in gedachten. Wij gaan er dan ook voor zorgen dat mensen over ons zien en horen. Het idee is om Israël in de hoofden van de mensen als vakantiebestemming te houden. Van humus tot wijn, zeg maar. Daarnaast gaan we niet alleen de stedentrip Jeruzalem-Tel Aviv promoten, maar ook andersoortige trips. Israël heeft namelijk meer te bieden dan de traditionele religieuze of geschiedenisreizen. Het land is een veelzijdige bestemming. Als je van eten houdt, van de natuur of van feest vieren, dan kun je in Israël terecht. We willen ook meer vluchten vanaf vliegvelden zoals Eindhoven en Rotterdam. Waar in Nederland je ook woont, het moet eenvoudig zijn om op het vliegtuig naar Israël te stappen. Tegelijkertijd zijn er allerlei plannen om de toerisme-infrastructuur in Israël zelf uit te breiden. We komen nog steeds hotelbedden, accomodaties tekort. Meer treinen, wegen en andere mogelijkheden worden ook bekeken. Het moet de toeristen comfortabel worden gemaakt.”

Loopt Israël niet het risico om aan zijn succes ten onder te gaan?

“We zitten nog niet op dat punt. Ik kan echter niet wachten tot de dag komt waarop we moeten zeggen: we hebben genoeg toeristen en we moeten maatregelen nemen. Het idee van massatoerisme is inderdaad een problematisch idee. Maar als we op dat punt komen, dan denk ik dat wij het aan kunnen omdat heel Israël een bestemming is. Je kunt bezoekers dus goed spreiden.”

Wat is het ideale toekomstscenario?

“Dat Israël voor Nederlanders als bestemming mainstream wordt. Nederlanders zijn allemaal in Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië geweest, maar vaak nog niet in Israël. Het zou mooi zijn als ons land een bestemming wordt zoals Spanje, Turkije of Griekenland, waar mensen snel een eenvoudig naartoe vliegen. Net als daar kun je in Israël alles doen. Je kan de steden in, de natuur in of op het strand zijn. Het heeft gewoonweg veel te bieden. Je kunt ‘s ochtends in de voetstappen van Jezus lopen en ‘s avonds in een restaurant aan het strand zitten. We zijn klein en divers, qua mensen en qua natuur en qua locaties. Israël is geen pure zon-zee-stand bestemming. Het is een bestemming voor iedereen.”

Lees ook:
‘Halsema’s woorden waren niet gericht aan Netanyahu’ – interview ambassadeur Gilon
Naor Gilon is sinds enige tijd de Israëlische ambassadeur in Nederland. In de afgelopen periode was hij steeds vaker zichtbaar in en buiten Joods Nederland. Vorige week nam hij het voor Israël op nadat de Amsterdamse burgemeester Halsema kritiek uitte op Netanyahu. Hoog tijd dus voor een lang interview op Jonet.nl met de hoogste vertegenwoordiger van Israël in Nederland.