Israëlische maatschappijen mogen na twaalf jaar mogelijk weer op Turkije vliegen

El Al vliegtuig
El Al, commons.wikimedia.org

Er lijkt een einde te komen aan de ban op rechtstreekse vluchten van Israëlische luchtvaartmaatschappijen in Turkije. Twaalf jaar geleden stelde de Turkse regering die in vanwege het incident met de Flotilla ofwel Mavi Marmara. Beide landen halen sinds vorig jaar hun banden steeds meer aan en zijn momenteel in vergevorderde gesprekken verwikkeld om weer volledig te kunnen vliegen. De Israëlische ministers Yair Lapid en Turkse minister Mehmed Cavusoglu van Buitenlandse Zaken spraken afgelopen week bilateraal met elkaar.

Burgerluchtvaart
Lapid en Cavusoglu hielden op woensdag een gezamenlijke digitale persconferentie. Daarop liet de Turkse politicus doorschemeren dat rechtstreeks vliegen naar en van Turkije door carriers uit Israël er mogelijk in zit. “We zijn overeengekomen onze betrekkingen op veel gebieden te versterken. Ook zullen we de besprekingen over de burgerluchtvaart te hervatten,” zei Cavusoglu. “We zien ernaar uit uw nationale luchtvaartmaatschappijen en andere Israëlische bedrijven te zien vliegen naar verschillende bestemmingen in Turkije en tussen verschillende steden in Turkije en Israël.”

Voor Turkije is het hervatten van de vluchten van groot economisch belang. Door het bekoelen van de banden met Israël, in 2010, is de grote jaarlijkse Israëlische toeristenstroom opgedroogd. Veel Israëli’s gingen met regelmaat naar de Turkse zuidkust om te genieten van een zon-zee-standvakantie. De Turken konden deze klap opvangen door in te zetten op meer goedkoop toerisme uit opkomende landen zoals Rusland. Maar tijdens de coronacrisis stortte de vakantiebranche in het land in en door de Oekraïne-oorlog komen er nu ook nog vrij weinig Russen langs. Israëli’s zijn dus meer dan welkom.

Gazaconflict
Israël was lange tijd ook een populaire bestemming voor Turkse reizigers. Voor 2010 overtrof het aantal Turkse reizigers op vluchten naar Israël ruimschoots het aantal Israëlische reizigers op vluchten naar Turkije. Het aantal Israëli’s dat naar Turkije afreisde daalde al na een oorlog in Gaza tussen Israël en Hamas in 2008 en 2009, en het standpunt van Turkije daarover. De spanningen rond en na de komst van het schip Mavi Marmara, waarop negen Turkse opvarenden door de Israëlische marine werden gedood omdat het schip niet in de wateren van de Gazastrook mocht komen.

Harde knauw
De diplomatieke relatie tussen Israël en Turkije, die al vanaf kort na de oprichting van de staat Israël bestond, kreeg een harde knauw in 2010. Toen voeren verschillende Turkse schepen met pro-Palestijnse activisten van Istanbul naar de Gazastrook. De activisten hadden voedsel en andere hulpgoederen aan boord. Ze wilden de blokkade van Gaza over zee doorbreken. Deze was in 2007 ingesteld door Israël nadat terreurorganisatie Hamas in de strook aan de macht was gekomen. Dit werd gedaan om het nieuwe regime, dat weigert om Israël te erkennen, te ondermijnen en te voorkomen dat er goederen naar binnen gingen, die konden worden gebruikt in de productie van raketten en andere wapens.

Flotilla
Toen de boten, door de Israëlische media ook wel de ‘flotilla’ genaamd, de kust van de Gazastrook naderden, negeerden ze stopseinen van het Israëlische leger (IDF). Daarom werden de schepen geënterd en vielen er negen doden, allen Turkse activisten. Toenmalig premier Recep Tayyip Erdogan – thans president – was furieus en bevroor alle diplomatieke contacten met Tel Aviv. Er ontstond een diplomatieke koude oorlog, die tot op de de dag van vandaag voortduurt. Door de jaren heen nam Turkije minder water van Israël af en kromp de handel aanzienlijk. Onder druk van de Verenigde Staten en wegens de veranderde veiligheidssituatie in de regio gingen de twee kemphanen echter onderhandelingen aan om de betrekkingen te normaliseren.

Haat-liefdeverhouding
Nadien zijn de landen langzaamaan nader tot elkaar gekomen. In 2016 kwam er een deal waarbij de nabestaanden van de negen slachtoffers van het incident met de Mavi Marmara 21 miljoen euro aan schadevergoeding van Israël kregen. Turkije liet daarop een aanklacht tegen Israël bij het Internationaal Strafhof in Den Haag vallen. Sindsdien hebben beide landen een haat-liefdeverhouding. In een aantal gevallen was er strijd of vielen er harde woorden, onder meer om de rel rond de Turkse toeriste Ebru Özkan (2018) en toen Turkije claims legde op Israëlische zeedelen (2019-20). Anderzijds hielp Ankara Israël aan het begin van de pandemie (2020) en kwam er een grote handelsdeal rond bussen tot stand. Het lijkt erop dat politici en beide landen profiteren van ageren tegen elkaar wanneer het hen uitkomt voor binnenlandse politieke consumptie.

Categorie: |

Home » Nieuws » Israëlische maatschappijen mogen na twaalf jaar mogelijk weer op Turkije vliegen