Klikken voor de Mossad – column Paul Damen

Paul Damen (Foto: J. Blik)

Je leest wel eens dat de Mossad, de Israëlische geheime dienst voor het buitenland, over de hele wereld mensen werft, liefst Joden. Maar dat is een mythe. Wél heeft de Mossad het liefst agenten met een Israëlisch paspoort zodat die bij fouten onder de Israëlische wet vallen. Dat het ook heel anders kan lopen, bewees de niet-Joodse brunette Sylvia Rafael, die als Mossad-agente vrijwel vergeten lijkt, maar dat geldt niet voor haar fotowerk dat vanaf deze week in Tel Aviv te zien is.

Klasje

Rafael groeide op in een welvarend Zuid-Afrikaans gezin, vader Joods, moeder christelijk, maar na familieverhalen over de voormalige vervolgingen in Rusland liet ze huis, haard en verloofde in de steek en trok naar Israël. Waar ze vanaf 1959 in een kibboets bij een blikjesfabriek werkte, en later als lerares. Tot ze begin 1962 benaderd werd door ene ‘Gadi’, in werkelijkheid Moti Kfir, chef van Unit 188, Mossads ‘klasje’ voor speciale buitenlandse operaties.

Bij de afspraak, een dag later in het nu niet meer bestaande Hadley Café in de Juda Halevistraat in Tel Aviv, lijfde hij haar in als agente, en voorzag haar van een de nieuwe naam en identiteit. Voortaan heette ze Patricia Roxborough, volgens haar overigens van de échte Patricia gestolen paspoort, uit Canada. De Mossad trainde haar als agente, én fotografe, omdat ze daar talent voor had. En uiteraard omdat ze zo bij allerlei mensen in de buurt kon komen zonder meteen verdacht te zijn. Zo stond ze meermaals naast Palestijnse prominenten als Arafat, die geen moment vermoedde dat de aartsvijand naast hem stond. Ook kon Rafael / Roxborough locaties fotograferen waar de Mossad van plan was in actie te komen.

Lillehammer

Rafael verwierf ongewild bekendheid als lid van een team dat in 1973 een van de de moordenaars op de Israëlische Olympische ploeg in München zou executeren. In het Noorse Lillehammer was de Palestijn Ali Hassan Salameh het doelwit – organisator van de Münchener moorden, chef van de terreurclub Zwarte September en rechterhand van PLO-chef Jasser Arafat. Maar die actie mislukte jammerlijk. Rafael had al twijfels: weliswaar had ze, door hem na te duiken in het hotelzwembad, opgevangen dat hij Frans sprak, wat de ‘echte’ Salameh ook deed, maar verder gedroeg het beoogde doel zich allesbehalve als iemand op de vlucht voor de meest gevreesde geheime dienst ter wereld. Hij zat gewoon aan de bar, en reed zelf auto, zonder bewakers.

Pas nadat hij op 21 juli 1973 in die auto voor de neus van zijn zwangere vrouw met veertien kogels was geëxecuteerd, ontdekte het team dat het niet Salameh was, die niet eens in het land was, maar de Marokkaanse ober Ahmed Bouchiki. Door nog meer blunders werd de hele ploeg gearresteerd en veroordeeld – onder andere omdat een van de agenten claustrofobisch was, en onder dreiging met een nog kleinere cel doorsloeg. Volgens sommigen verraadde hij zelfs de atoomgeheimen van Israël. Het was nog een geluk dat Noorwegen die kennis niet verspreidde.

Wantrouwen

Maar de mislukte actie had grote gevolgen voor de Mossad. Hoewel Sylvia bijvoorbeeld loyaal aan de dienst bleef, bekeek zij vanaf dit moment haar superieuren met scepsis. En ze was daarin de enige niet. Het wantrouwen naar de voordien onaantastbaar geachte geheime dienst had grote gevolgen, en leidde tot een ingrijpende reorganisatie. Door deze publicitaire en politieke deuk was ook voor het eerst duidelijk wie de daders waren van de al enige jaren onverklaarbare aanslagen op de moordenaars van München. PLO-kopstuk Salameh zou overigens in 1979 alsnog door (waarschijnlijk) de Mossad geëxecuteerd worden in Beiroet. Die aanslag komt wel voor in ‘Munich’, Steven Spielbergs verfilming van de Mossad-campagne ‘Wraak van God’, maar de daaraan voorafgaande actie in Lillehammer ontbreekt.

Lelijke klokkentoren

Niet alleen uit schaamte, maar omdat de trauma’s van de actie Noorwegen nog lang doorspeelden. In de film houdt de agent ‘Avner’ het voor gezien en kiest voor zijn gezin. In de werkelijkheid koos ook Sylvia Rafael ervoor de dienst te verlaten na haar gevangenisstraf van vijf jaar, waarvan ze wegens gezondheidsproblemen  maar vijftien maanden hoefde uit te zitten. Ze trouwde, hoe romantisch, met haar Noorse verdediger Annæus Schjødt. Met hem verhuisde ze naar Zuid-Afrika waar ze in 2005 zou overlijden. Maar in feite stierf ze twee doden: een in Pretoria, en een op de begraafplaats van de kibboets Ramat HaKovesh, in centraal Israël. waar haar gecremeerde resten werden bijgezet. In het noorden, in Migdal, werd nog een rotonde met een wel heel erg lelijke betonnen klokkentoren erop naar haar vernoemd.

Rabin

Recent echter leidt Rafael een tweede leven nu haar opgedoken foto’s geëxposeerd worden in het Yitzhak Rabin Centrum in Tel Aviv. Decennia lang lagen die in de Mossad-archieven, een van de best bewaakte locaties in Israël, te verstoffen. Maar nu kunnen Israëli’s haar werk bewonderen, al ontbreken nogal wat opnamen die tot op heden als ‘geheim’ gelden. Wat er wél te zien is, getuigt niet alleen van een groot fotografisch talent, maar ook van een gedreven spionne, die al klikkend allerlei aartsvijanden van Israël vastlegde. Zoals de Egyptische presidenten als Nasser en Sadat die, vrolijk in de lens kijkend, die geen moment vermoed zullen hebben dat de knappe en goedlachse fotografe voor hun neus in dienst was van de staat die zij het meest haatten.

Lees ook:
Een koosjere Kerst – column Paul Damen

‘Sommige Joden zitten elk jaar eind december te dubben over ‘wel of geen kerstboom’, want Joden en Kerst, maar ja, de kinderen enzovoorts. Luid leed. Of zoals Ischa Meijer z’l al riep wanneer op de krap dertig meter van het Koffiehuis naar zijn voordeur hem een lichte motregen overviel: “Ons Joden Blijft Ook Werkelijk Niets Bespaard!” Terwijl Kerstmis een door-en-door Joods feest is…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Klikken voor de Mossad – column Paul Damen