Leviathan of het Hart in de steen – recensie

Balans

‘Albert Steinberg is werkzaam in een niet nader genoemde wetenschappelijke instelling in Amsterdam waar conflicten en oorlogen worden onderzocht. Steinberg is al jaren bezig aan een biografie over Theo van Gogh, in 2004 vermoord door de geradicaliseerde moslim Mohammed Bouyeri. Door tegenwerking van ondermeer Theo’s familie komt het project nauwelijks van de grond. Het uitzichtloze werk van Steinberg kabbelt een beetje door tot hij door toedoen van een enigmatische collega, Vanter, geconfronteerd wordt met zijn eigen turbulente familiegeschiedenis.

Er volgt een boeiende geschiedenis over het verleden van de Joodse familie Steinberg, eind negentiende, tot het midden van de vorige eeuw. Tijden waarin Alberts voorouders diamantbewerkers waren, een ambacht dat destijds voornamelijk door Joden werd uitgeoefend. De rechteloosheid van de arbeiders, de onmenselijke leef- en arbeidsomstandigheden van deze ‘onderklasse’, zo’n honderd jaar geleden, wordt gedetailleerd – soms té gedetailleerd – en spannend beschreven. Bijvoorbeeld de oprichting van ‘De Arbeiders Vereeniging voor Lijkverbranding’. Schrijnend is de levensloop van Alberts grootvader, David Steinberg, die zich als jonge idealist met anderen sterk maakte voor crematie in ons land. ZIjn leven zou eindigen in een Nazi-crematorium. De in 1919 opgerichte Vereeniging heet sinds 2001 Yarden.

Er wordt kennis gemaakt met de firma Asscher, die in opdracht van de Engelse koning Edward VII de grootste diamant ter wereld – de Cullinan – moet zien te kloven en te slijpen. Beslist enerverend en schitterend verteld, is het moment waarop Joseph Asscher na minutieuze voorbereidingen de speciale hamer ter hand neemt om de diamantsteen te kloven. Dan geeft hij de bepalende slag, de spanning is voelbaar: ‘De klap zelf klonk oorverdovend droog. Droog als een kogel die afketst op een stalen plaat. Maar nog onheilspellender was de naklank. Het was het geluid van gruzelementen, van een stoomwals die rijdt over een pad van schelpen. Joseph trok wit weg. Het had zich in een fractie van een seconde afgespeeld, maar hij meende dit geluid te herkennen. Het was het geluid van verbrijzeling, van een diamant die aan splinters is geslagen’.

Het is fascinerend om (opnieuw) kennis te nemen van een era waarin deze voor Amsterdam en Nederland zo belangrijke industrie floreerde. De werknemers kwamen er bekaaid af. De wereldwijde export van juwelen voor de allerrijksten, zou uiteindelijk leiden tot sterke gevoelens van onvrede binnen de arbeidende klasse. Onvrede, die culmineerde in de sociaal-economische organisatie van arbeiders – de vakbond. Het dubbelslachtige van hun situatie was het feit dat arbeiders, die zich als anti kapitalistisch manifesteerden, dondersgoed begrepen dat juist zij vanwege hun werk in de diamantindustrie per definitie in dienst stonden van hun klassenvijand; de kapitaalkrachtige proleten. Pam vat die ‘schizofrenie’ prachtig samen in zijn beschrijving van de onoverbrugbare breuk binnen de wereld van diamantslijpers. Tijdens een tumultueuze vergadering in het Concertgebouw (dat destijds nog aan de stadsrand stond) gingen morrende radicalen de strijd aan met doorgewinterde vakbondsbestuurders. Er woedde een kleine revolutie in onze hoofdstad, door Pam helder beschreven.

Er is nog een historisch perspectief in Leviathan, dat wil zeggen de huidige nasleep van een probleem dat direct te maken heeft met de Tweede Wereldoorlog. Namelijk de reis van Steinberg naar München, waar hij verslag gaat doen van het proces tegen de hoogbejaarde oud-kampbewaker van Sobibor, Iwan Demjanjuk – Iwan de Verschrikkelijke.
Terwijl Steinbergs familiegeschiedenis in de rechtszaal wordt herbeleefd, raakt ook zijn privéleven in een stroomversnelling.
Eerder verzeilde hij toevallig (wat is toeval in een roman?) in de diffuuste wereld van de diamanthandel en krijgt mede daar door een liefdesrelatie met een vrouw die hem kennelijk ‘zomaar’ tegen een belachelijk lage prijs een kostbaar collier heeft verkocht. Een mysterieuze vrouw is het, die een rode draad in Steinbergs leven zal vormen, maar op onverklaarbare reden – een eigenschap van mysterieuze vrouwen – weer uit zijn leven zal verdwijnen.

Heden en verleden, werkelijkheid en fictie. Die laatste twee componenten brengen de lezer soms in verwarring. Theo van Gogh, diens zoon Lieuwe, en de familie Van Gogh worden benoemd. De familie (niet Lieuwe) krijgt een sneer van Pam. Ook de omstreden (ex) advocaat Bram Moszkowicz krijgt een veeg uit de pan. Pam heeft – ach, hoe grappig toch – een leuk alias voor hem bedacht: Bram Snorkowicz. Deze zou de nalatenschap van Theo van Gogh regelen, maar: ‘Zijn kantoor heeft de opdracht teruggegeven toen bleek dat er niets mee te verdienen viel’. Ook Maarten van Rossem wordt (zonder diens naam te noemen) de oren gewassen als Pam het over ‘excentrieke academici’ heeft: ‘Een van hen heeft zo’n half geschoren stoppelbaard. Hij draagt een slobberige schipperstrui en de roos op zijn schouders lijkt op poedersuiker die door een zeef over een portie poffertjes is uitgespreid. Sinds hij op de televisie pontificaal heeft verklaard dat hij maar één keer per jaar doucht en dat het belang van hygiëne sterk wordt overdreven, is zijn status bij het grote publiek enorm gestegen’. Nogal flauw om op dergelijke wijze te polemiseren tegen bepaalde personen of instellingen. Waarom wordt bijvoorbeeld de familie Van Gogh met naam vermeld: ‘De Van Goghs haten elkaar’ en worden anderen op suggestieve wijze afgebrand. Waarom heet de alcoholistische directeur van het Instituut Oslinga? – een niet-bestaande familienaam. En waarom heet een juwelier Plukker en zijn zaak Goudeerlijk? Dat is sowieso niet grappig, zeker niet in een roman die heftige beelden oproept als het gaat over uitgebuite arbeiders, massavernietiging van Joden en het proces tegen Demjanjuk.
Er staan ook nogal wat feitelijke fouten in Leviathan. Zo wordt een wandeling beschreven waarin het Amstel Hotel ter linker zijde van de Amstel is gesitueerd. Moet rechteroever zijn. Ook merkwaardig: ‘Wij, dat was een zaal vol mensen (…) hadden hun jassen aangehouden. Wij hun jassen? Laten we het hier maar bij houden.

Het is duidelijk dat Leviathan voor de voortreffelijke columnist Max Pam het echte grote werk moest worden. Een heuse roman, ter grootte van bijna vijfhonderd pagina’s. Zijn magnum opus, zoals hij het zelf noemt. Er wordt te veel besproken; alles wat interessant is komt vaak (te) uitgebreid aan bod. Bovendien lopen Pam de literator en Pam de chroniqueur elkaar telkens voor de voeten. Deze vorm van Dichtung und Wahrheit leidt tot verwarring, en dat is jammer. Want naast historisch feitenmateriaal zijn er nogal wat ongeloofwaardige plotelementen: De dode collega Vanter, die brieven blijft sturen, een seksverslaafde dame met één been en zijn grote liefde die plotsklaps van de aardbodem verdwijnt. Bizar is voor Max Pam kennelijk niet bizar genoeg. De betekenis van het Hebreeuwse woord Leviathan is ‘De kronkelende’ en kronkelen doet deze roman. Ondanks de kritische kanttekeningen is het toch een aanrader!’

Tekst: Awraham Meijers

Titel: Leviathan of Het hart in de Steen
Auteur: Max Pam
Pagina’s: 493
Uitgever: Balans, Amsterdam
Prijs in de boekhandel: 14,99 euro
ISBN: 9789460034572

Categorie:

Home » Cultuur » Boeken » Leviathan of het Hart in de steen – recensie