Met gestrekt been – column Paul Damen

Damen

‘Het is niet de wijze van denken van de mens, die zijn wijze van leven verklaart, doch integendeel zijn wijze van leven, die zijn wijze van denken verklaart.’ Dit plat materialistische citaat is van Karl Marx. Absoluut deskundige in geestbezwering – zowel aan moeders – als vaderskant nazaat van een hele trits rabbijnen. Logischerwijs deed hij er dan ook álles aan om zijn geest te verheffen door het verhogen van zijn materiële welstand – door nimmer terugbetaalde leningen van zijn vriend Engels, of door oom Lion Philips, de man van Marx’ moeder te Zaltbommel, een dure poot uit te draaien. En vervolgens hem een uiterst slijmerige brief te sturen, maar in zijn filosofische geschriften te noteren: “Ik hou niet van geld. Geld is de reden dat we vechten”.
Ga toch een baan zoeken, ouwe hippie! Maar Marx was, behalve bij het naar buiten donderen van deurwaarders en het bakken van buitenechtelijke kinderen, uitgesproken lui. Te beroerd om ook maar iets dat geld opbracht tot een goed einde te brengen. Hij gaf die luiheid ook oprecht toe: “De oneigenlijkheid van de arbeid blijkt overduidelijk hieruit dat, zodra er geen fysieke of andere dwang meer bestaat, men de arbeid ontvlucht als de pest”. En dat ontvluchten deed hij van harte.
Maar waarom meld ik u dit alles? Omdat een van de voornaamste grondslagen van het marxisme volgens Marx de van de filosoof Hegel geleende dialectiek is: het idee dat op elke beweging in de maatschappij, economisch, filosofisch, noem maar op, een tegenbeweging volgt die dan weer alles vooruit stuwt tot er wéér een tegenbeweging komt en alles zich herhaalt. Hetzelfde geldt voor ideeën, voor debat: tegenspraak brengt ons verder.

Mafkezen
Helaas is daar weinig van te bespeuren in de moderne wereld van het internet, waar veel pro-Israëlpagina’s op Facebook bestaan bij de gratie van diffamatie en scheldpartijen, zodat menig forum leegloopt of zich opblaast met de Jodenhaters juichend aan de kant. Het grootste probleem van Israël-fans en andere Jodofielen is immers dat het Midden-Oosten net zoiets is als voetbal: iedereen heeft er verstand van. Lekker een beetje fröbelen met de Joden, alsof het de Edele Wilden van Rousseau zijn.
Daar komt nog bij dat al deze Israël steunende sites werken als een magneet op mafkezen. Als een bedevaartsoord bij een rooms mirakel, als een kassucces op de kermis. Zoals een circus minderbedeelden trekt die kijken naar clowns, lilliputters en andere mensen met een gebrek – zo erg als die dwerg in de bokstent kan ik toch niet zijn? – zo trekken pro-Israëlpagina’s op Facebook hele kuddes kreupelen. Gestoorden, gebochelden, lammen, eenpotigen: alle geestelijk uitgedaagden haasten zich naar het godswonder! De religieuze Veluwezoom, waar inteelt menige opmerkelijke zijstap in de evolutie opleverde, is niet toevallig zwaar oververtegenwoordigd. Die christenen gaan trouwens bij kritiek altijd trutten over de toon. Eerst krijg je hun Jezus gedwongen anaal ingebracht, maar ook maar “au!” roepen is blijkbaar taboe.

Iedereen koning én verzetsheld
Want hoe gaat dat? Op internet is iedereen koning én verzetsheld, zolang je je achter een pseudoniem kunt verschuilen. En dus droomt de handelaar in aardnoten te Amstelveen van een carrière als columnist, werpt de dorpsgek met asperger zich op als de filosoof van het Sashuis, denkt de zwaargereformeerde de nieuwe GBJ Hiltermann te zijn, droomt de IC-verpleegkundige dat ze rondbanjert op het Binnenhof, vermoedt de meneer van Likoed achter élke krantenregel een complot, en weet de “Joods-christelijke” maar intrinsiek antisemitische “pastor” dat de eindtijd eindelijk nabij is.
Een en ander gemodereerd door pak hem beet een bejaarde die zowel leeftijd als Sjoa-historie uitspeelt bij élke discussie. Of een halfdove huisvrouw uit Haifa die de youtube-filmpjes niet eens horen kan waarop kritiek komt, maar bij die kritiek de volumeknop metéén weet te vinden. Kijk: van je moeder accepteer je dat, bij vreemden ga ik er met gestrekt been tegenin.
En dan heb ik het niet eens over mensen die de Derde Tempel nú willen herbouwen, overal onder schrijven dat die-en-die een antisemiet is, in hun kritiek “krant” nog met -dt zouden schrijven, of het legioen dat overal Wilders bijsleept.
En het uiteindelijke effect is dat de Joodse gemeenschap wordt bekeken zoals Kuifje deed met de negers in Congo: als aandoenlijke maar simpele primitieven die hun tijd vullen met onderling gekrakeel. Rousseau, ik zei het al. Met gestrekt been erin, ik zweer het u. En dat been bezorgt geen bezigheidstherapie.

Dezelfde dwergen
Het summum zag ik dezer dagen toen een (besloten!) Facebook-groep die zich met media bezighoudt, besloot om geen artikelen (zelfs niet uit gristelijke kranten waar op zondag de link is uitgeschakeld) meer integraal te citeren wegens mogelijke copyrightschending omdat een of andere Amstelveense nerd meende óók meester in de rechten te zijn. Dan kan je, moegestreden, wel die groep verlaten, maar dan stuit je in een nieuwe Israël-steungroep steeds weer op dezelfde dwergen. Want “de geschiedenis herhaalt zich, eerst als tragedie, dan als klucht.”
U raadde het al: wederom de rabbijnenzoon dr. K. Marx. Maar dit keer heeft de Duitse denker gelijk. Want ook dát raadde u al: vooral vanwege dat gestrekte been hebben zowel de heks uit Haifa, de klaagbejaarde, de antisemitische boeteprediker als de aspergerartiest mij op Facebook uiteraard geblokkeerd. Zodat tegenspraak die ons verder zou brengen, is verworden tot bête geblaat. Niks gestrekt been. Het is een té rustig leven. Ik moet maar weer es de benen strekken.’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Met gestrekt been – column Paul Damen