Oekraïners gidsen door Joods Amsterdam – column Roland Vos

Roland Vos

Wandelen door de Joodse buurt, ik doe het regelmatig en graag. In veel gevallen leid ik mensen rond door het gebied waar honderden jaren Joden hebben gewoond, en waar zij in de Sjoa zijn weggehaald om te worden vermoord. Zondag was ik er weer eens voor een toer, maar dit keer had ik wel heel bijzondere gasten bij me. U zult er misschien niet zo gauw meer aan denken omdat ze het nieuws niet echt meer halen, maar ze zijn er nog steeds en blijven ook nog wel een poosje. Ik heb het over Oekraïense vluchtelingen, waar ik mij sinds het voorjaar voor inzet – Joods en niet-Joods.

Voordat ik ga vertellen hoe was om met deze Oekraïners te wandelen; eerst even waarom ik deze rondleidingen doe. Als manager van het museumcafé in het Joods Museum leid ik altijd nieuwe medewerkers door de voormalige Joodse buurt rond. Ik ben natuurlijk geen gecertificeerde gids, maar ik vertel gewoon wat ik weet. Met de jaren ben ik ook andere mensen gaan rondgidsen, dus ook niet-medewerkers.

Parmantig
Het is heerlijk om te vertellen over Asjkenazische – en Sefardische Joden, de grote synagoge die later met nog drie synagogen het Joods Museum zouden gaan vormen. De parmantige Snoge, maar ook de overeenkomst met de katholieke Mozes en Aäronkerk aan de overkant. De Oekraïners keken hun ogen uit en wilden veel weten. Er is voor mijn gevoel een grote overeenkomst tussen deze mensen nu en de situatie van de Joden van toen. Ik vertel dat de Asjkenazische Joden vanuit onder andere Polen en Oekraïne naar Amsterdam om te ontkomen aan pogroms. De huidige Oekraïners zijn ook op de vlucht. Ik merk dat ze zich kunnen identificeren met de Joden uit de zeventiende eeuw.

De Schaduwkade
Al wandelend langs het prachtige Meester Visserplein met de Dokwerker, gingen over de brug van de Wibautstraat waarvan je aan de ene kant de Hortus en aan de andere kan de ophaalbrug kan zien die vernoemd is naar Walter Süskind – hoofd van de Hollandse Schouwburg die in de jaren ’40-’45 Joodse kinderen redde. Wat is dit toch indrukwekkend, zo vonden ook de Oekraïners met mij. Hierna liepen we onder de weg door, langs de Namenwand, rechtsaf de zogenoemde Schaduwkade op, waar gedenkplaatjes met namen van vermoorde Joden op de rand van kade te zien zijn; elk recht tegenover het huis waar zij gewoond hebben. Die staan aan noordkant van de Nieuwe Keizersgracht , maar even zonder te veel drama: wat is het hier toch mooi om te lopen, ook al is de geschiedenis zo triest en schokkend.

Peies
In mijn gezelschap waren dit keer twee Oekraïense dames die momenteel in het Ibis-hotel in Amstelveen verblijven. Ze stelden ontzettend veel vragen, juist over Joden en het Jodendom. Het valt op dat ze er weinig over weten maar erg geïnteresseerd zijn. Ze realiseren zich dat ze in een gemeente worden opgevangen waar veel Joden wonen – Amstelveen kent een grote Joodse gemeenschap. Een van hen had vragen over peies, in de volksmond ‘pijpenkrullen’. “Is dat echt haar of zit het aan de hoed vast?” vroeg een van hen aan me. “Nee, dat is echt haar,” zei ik, waarna ik vertelde waarom deze mannen de krullen dragen.

Een uur wandelen
Maar wat een verrijking om hun opmerkingen en vragen aan te horen en waar mogelijk te beantwoorden. In mijn beste steenkolenengels legde ik zo veel mogelijk uit over Stolpersteine, de huiskamer-sjoel in de Nieuwe Kerkstraat en waarom er ‘Nieuwe’ voor sommige gracht- en straatnamen staat. We liepen langs de Hollandsche Schouwburg en het Nationaal Holocaust Museum in aanbouw. En we kwamen langs het Wertheimpark met het Nooit Meer Auschwitz-monument en lopen langs de Hortus weer richting de Snoge. Alles bij elkaar een wandeling van iets meer dan een uur.

Wat is het toch mooi om je kennis aan zulke mensen te kunnen overdragen en hen er bewust van te kunnen maken wat er heeft gespeeld, zeker gezien wat er nog steeds speelt in de wereld.

Categorie: |

Home » Nieuws » Oekraïners gidsen door Joods Amsterdam – column Roland Vos