‘Pardon my Flemish’ – column Jonath Weinberger

De uit Vlaanderen afkomstige Jonath Weinberger woont sinds een klein jaar in Nederland, waar ze aan allerlei zaken moet wennen. Het taalverschil levert de meeste uitdagingen op, in positieve en negatieve zin. Ze vertelt erover in haar eerste column voor Jonet.nl. ‘De laatste tijd echter worstel ik met de gedachte: zou ik nou gewoon niet mijn taal aanpassen?’
Een jaar geleden besloot ik om het kleine België in te ruilen voor het land van onze immer opgewekt ogende noorderburen. Waarom? Dat komt ervan als je verliefd wordt op een Hollander en tja, alles voor de liefde natuurlijk. Het voordeel was dat ik de nationale taal al in de pocket had. Of tenminste, dat dacht ik, als naïeve docent Nederlands.
Neen, de taalverschillen zijn niet onoverbrugbaar in dit door grachten omgeven polderparadijs. Toch bots ik af en toe op linguïstieke uitdagingen. Mijn echtgenoot is meestal het slachtoffer die deze taalkwesties moet ondergaan. Die arme man werd ook direct omsingeld door mijn leger aan Vlaamse kinderen en hij vormt nu de stille minderheid in zijn eigen huis, die zich dan maar aanpast aan ons Vlaamse brabbeltaaltje.
Woorden uit de huiselijke sfeer zoals zetel (bank), kuisen (schoonmaken), droogkast (droger), lavabo (wastafel), frigo (ijskast), pijpajuin (bosui), een appelsien (sinaasappel), patat (aardappel), kleed (jurk), zijn inmiddels routine geworden in zijn dagelijkse vocabularium. Hij is dus ondertussen prachtig gereïntegreerd, echter af en toe komt er nog wel eens een woord of uitdrukking bovendrijven waar hij gene snars van snapt.
‘Ik wil voort’
Het is uiteraard hoogst onhandig wanneer een dergelijk tafereel zich voordoet in de nabijheid van anderen. Zoals wanneer ik hem subtiel duidelijk trachtte te maken dat ik wou vertrekken van een feestje, maar hij dat niet begreep. Als een Vlaming wil doorgaan, wil dat zeggen dat hij/zij naar huis wil. Mijn partner snapte dat niet. Ik besloot het dan maar anders te verwoorden, maar ook daar ving ik bot. “Ik wil voort”, begreep hij evenmin. En het is al zo lastig om met mijn wederhelft, eeuwige sjmoezer die hij is, op tijd weg te kunnen van een social event. Maar goed, daar leg je je dan bij neer. Liefde maakt blind…
Hollands accent
De laatste tijd echter worstel ik met de gedachte: zou ik nou gewoon niet mijn taal aanpassen? Ik bedoel, ik kan het wel, dat Hollands accent. Het is best een schattig taaltje. Die harde g-klank klinkt verdacht veel als de prachtige Hebreeuwse “chet” en ik kan heus wel mijn Gentse ‘r’ wat Engelser doen klinken. En waarom de letter ‘v’ uitspreken zoals het hoort? Daar gebruiken Nederlanders wel de ‘w’ voor. Dat de ‘f’ en de ‘v’ volledig hetzelfde klinken, is toch eigenlijk logisch?
Zachte ‘g’
Sjongejonge, ik ben zelfs bereid om woorden die eindigen op – tie uit te spreken als -tsie (polietsie, democraatsie…) Maar ik heb ook goede tegenargumenten. Ik krijg hier namelijk zoveel complimentjes over mijn prachtige accent. Ik word hier als een exotisch fenomeen aanschouwd. En hoewel België zich inderdaad wat zuidelijker bevindt, ben ik opeens een ‘zuiders type’ geworden.
IJdel als ik ben, vind ik dat stiekem natuurlijk heel fijn. Mijn zachte “g” en rare woordenschat wordt hier echt gewaardeerd en dat voegt toe aan een positiever zelfbeeld. Dus waarom zou ik dan volledig assimileren?
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren