Raad Assen betuigt spijt voor rol gemeente in Sjoa

Het Joods monument van Assen (1990) van Sam Drukke (foto: Ronn, wikipedia commons)

De gemeenteraad van Assen heeft haar diepste spijt uitgesproken voor de rol van de gemeente in de bange jaren ’40-’45. De Joodse inwoners van de Drentse hoofdstad werden tijdens de Sjoa aan hun lot overgelaten, zo bleek eerder uit onderzoek. Slechts weinigen keerden na de oorlog terug.

Pointer

Net als in andere gemeenten in Drenthe wilde de het gemeentebestuur van Assen weten wat er was gebeurd met Joods vastgoed. De aanleiding daartoe was de uitzending van tv-programma Pointer, in 2020, over geroofde Joodse bezittingen door gemeenten. Het Drents Archief ging op onderzoek uit en concludeerde eerder dit haar dat van de 550 Joodse Assenaren slechts een handjevol de Sjoa overleefde en terugkeerde.

Spijt betuigd

De gemeenteraad van Assen stond donderdag stil bij de donkere feiten van weleer. Er werd spijt betuigd en raadslid Bouke Weening (CU) sprak. “De weinige Joden die de concentratiekampen overleefden kwamen terug. Terug naar wat? Terug naar geroofde of geplunderde huizen, maar bovenal, terug naar een stad waar begrip en steun ontbrak. En ze waren alles al kwijtgeraakt.” Op de publieke tribune zaten nabestaanden en vertegenwoordigers van de Stichting Behartiging Belangen Vroegere Joodse Gemeente Assen.

Rechtsherstel

Weening pleitte voor rechtsherstel. “We kunnen de geschiedenis niet terugdraaien. Maar we kunnen als inwoners van Assen en als gemeentebestuur wel aangeven dat we deze donkere bladzijde in onze geschiedenis erkennen (…) en dat we begrijpen dat de daardoor ervaren pijn enkele generaties verder nog steeds gevoeld wordt.” Het feit dat Joden na de oorlog kil door Assen werden ontvangen, ‘dat heeft ons geraakt’.

Aan hun lot overgelaten

In Assen werden tijdens de bezettingsjaren zeker 170 percelen van Joodse bewoners geconfisqueerd door de bezetter. Na de oorlog kregen alle rechtmatige eigenaren, voor zover ze er nog waren, of hun nabestaanden de percelen weer terug. Uit het onderzoek blijkt echter dat de gemeente Assen tijdens de bange jaren ’40-’45 geen strobreed in de weg legde en geen teken van verzet toonde. En na de oorlog werden teruggekeerde Joden kil ontvangen en volledig aan hun lot overgelaten.

Rol burgemeester

In het onderzoeksrapport is een opvallende passage gewijd aan de bedenkelijke rol van burgemeester Johan Bothenius Lohman. Hij werd uit zijn ambt gezet en mocht na de oorlog weer terugkeren. Toen vorderde hij een woning aan de Dr. Nassaulaan 14 van de Joodse onderduiker Moos Boekbinder, om er vervolgens zijn intrek in te nemen. De woning wilde hij echter niet verlaten. Het kwam aan op een rechtsgang die door hem werd gewonnen. Pas in 1949 trok hij uit het huis. Later werd hij ereburger en werd er een straat naar hem vernoemd.

Categorie:

Home » Nieuws » Raad Assen betuigt spijt voor rol gemeente in Sjoa