Meer transparantie aub! – column Robbert Baruch

Robbert Baruch
Wikipedia

‘De noodzaak om Joods Europa op te bouwen is nog steeds aanwezig. Maar de formeel georganiseerde Joodse wereld blinkt vaak niet uit in transparantie, terwijl de bestuurders soms een vermogen verdienen of op een andere manier eigen belangen hebben. Zij zijn dan eerder onderdeel van het probleem dan van de oplossing.

Eén van de redenen dat ik betrekkelijk lang over mijn studie heb gedaan is omdat ik van het midden van de jaren tachtig tot het begin van de jaren negentig betrokken was bij de European Union of Jewish Students en met; via of anderszins dankzij deze organisatie Europa doorkruiste om (vooral Joodse) studenten te bereiken en te organiseren. Hoewel het mijn studie aanmerkelijk heeft vertraagd, ben ik dankbaar voor de ervaring. Ik heb een enorm interessante tijd gehad, vaardigheden opgedaan waar ik nog steeds veel aan heb, zowel letterlijk als figuurlijk van dichtbij de Berlijnse muur zien vallen en heb er een enorm netwerk in Europa van over gehouden waar ik tot de dag van vandaag profiteer. De andere kant van de medaille is dat ik er een tamelijk mistroostig beeld over heb gehouden van de staat waar de Joodse gemeenschappen in Europa zich in bevinden.

In sommige Midden- en Oost-Europese landen was ik al ver voordat de muur viel actief. We hadden wat contacten, een beetje geld, en aan ons was de taak om een organisatie op te bouwen. De mensen waar we mee te maken hadden, waren meestal jonge, bevlogen en gedreven activisten. Er was weinig organisatorische structuur, en voor zover die er was, was die niet te vertrouwen. Wij, aan de andere kant, kregen ons geld van Europese instituties en een aantal Joodse organisaties. Veel was het niet: ik heb in die tijd heus wel eens gevlogen, maar veel ging met de trein of met aftandse bussen die in Centraal- en Oost-Europa het meest gebruikte vervoermiddel waren. We waren rond de twintig en dachten, zeker toen de muur viel, dat wij de toekomst waren.

In de meeste gevallen is het er niet van gekomen. In veel landen in Centraal- en Oost-Europa zijn de mensen die toen actief waren, dat nu niet of nauwelijks meer. Het zijn meestal grote organisaties of hun vrienden die de macht hebben, of vrienden van de overheid, of mensen die voor de val van de muur ook al deel uitmaakten van de nomenklatura.

Aan organisaties geen gebrek; ik heb geen idee hoeveel koepelorganisaties van rabbijnen er inmiddels zijn; zeker in de landen waar restitutie via de formeel georganiseerde Joodse wereld lopen, is er een groot aantal Joodse clubs en spreken zich voor ik weet niet welk belang uit. En welk belang zij dienen zou ons juist moeten interesseren…

Maar publieke macht kan niet zonder publieke verantwoording. Organisaties die zich namens een achterban in het openbaar voor een politiek standpunt uitspreken, moeten dan ook uitleggen wie zij vertegenwoordigen en op basis waarvan en in welk belang zij zich uitspreken. Het is onduidelijk wie de ondertekenaars vertegenwoordigen.

Oekraïne
Een interessante casus is wat er nu speelt rond Oekraïne. De opperrabbijn, Bleich, heeft zich achter de oproep om voor het associatieverdrag met de EU te stemmen geschaard; hij is tegelijkertijd penningmeester van het European Jewish Congress, een organisatie die geleid wordt door de pro-Russische Moshe Kantor, maar ook de man die namens de Joodse gemeenschap van Ukraine datzelfde EJC bedankte voor de gift van 100.000 dollar om de veiligheidssituatie te verbeteren die was ontstaan na Euromaidan; hoewel volgens de huidige verklaring Oekraine juist zo veilig is voor Joden.

Het EJC is een organisatie die niet uitblinkt in transparantie.  Zoals wel vaker bij dit soort organisaties wordt gedaan alsof zij “de Joden” vertegenwoordigen, maar zelfs de Nederlandse vertegenwoordiger bij deze organisatie vertegenwoordigt maar een zeer beperkt aantal Nederlandse Joden. Jaarstukken en financiën zijn niet openbaar, en hoewel zij zeggen dat ze actief zijn in het Europees Parlement, zijn ze niet in het transparantieregister opgenomen. Degene die verantwoordelijk hiervoor is, is tegelijkertijd adviseur van een Europarlementariër die voor Forza Italia in het Europees Parlement zit, en partner bij een lobbykantoor is. Kortom: een onduidelijk geheel van geld, belangen en organisaties. Natuurlijk stemmen verstandige mensen voor het associatieverdrag (nóg verstandiger is trouwen om niet te stemmen!). Maar dan op basis van argumenten en niet op basis van emoties zonder nadere duiding, en grote namen.

In de Verenigde Staten is in ieder geval een gedeelte van het belang openbaar: één van de beste Joodse sites ter wereld (Forward.com) maakt ieder jaar bekend hoeveel de topbestuurders van sommige Joodse NGO’s verdienen. De resultaten zijn angstwekkend: aan de absolute top staat Lisa Lynch van Brandeis University met een inkomen van ruim 800.000 dollar. De bazen van AIPAC, de Joint en ADL verdienen harken een half miljoen binnen, terwijl bestuurders van lokale Joodse organisaties het met een Jodenfooi van een paar ton moeten doen. Belastingvrij, want zo gaat dat in de VS. Vaak doen ze goed werk, maar veelal wordt dat betaald door lidmaatschapsgelden, contributies en fundraisers, dus een beetje transparantie mag men wel verwachten.

Ik ben, zoals de meeste van de mensen die dertig jaar geleden actief waren in de Joodse studentenorganisaties, genezen van het verlangen om betrokken te zijn bij de formeel georganiseerde Joodse wereld. De tijd die ik over heb gehouden breng ik onder andere door met door Europa rijden op een motorfiets. En natuurlijk rijd ik dan langs monumenten en andere overblijfselen van het Joodse leven zoals dat voor de Tweede Wereldoorlog was, en bekruipt me weer het oude gevoel van woede, verdriet en verlangen om te repareren. Maar de organisaties die daar nu primair verantwoordelijk voor zijn zijn daarbij meestal eerder een obstakel dan een steun.’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Meer transparantie aub! – column Robbert Baruch