Sorry, geen vergiffenis – column Awraham Meijers

Awraham Meijers
Facebook

‘De Joods-Duitse dichter en strijdbaar atheïst Heinrich Heine schijnt op zijn sterfbed gezegd te hebben; “God, vergeef mij mijn zonden, het is immers uw vak”. Met die informatie dat het dus Zijn missie is om menselijke dwalingen te vergeven, durf ik mij te wagen aan kritiek op Zijn ultra-orthodoxe dienaren in Israël, die de democratische normen en waarden in dat land in toenemende mate onder druk zetten. Daarom vrees ik met grote vreze dat het daar met die democratie – de individuele vrijheid – bergafwaarts gaat. En vrees ik met grote vreze dat Israël in ras tempo afglijdt naar het niveau van een typisch Levantijns staatje met autocratische trekken en religieuze terreur à la Iran.
Neem bijvoorbeeld Pesach, de week die net achter ons ligt, waarin Joden herdenken dat God het Joodse volk (Bijbelwetenschappers spreken over slechts een handjevol Joden) uit de Egyptische slavernij naar Israël heeft geleid. Het prangend slavenjuk werd zo’n drieduizend jaar geleden afgeworpen. Nou, dat mag best worden gevierd – toch?

Tegendraads
Schiet me ineens het volgende te binnen: Toen ik in Israël woonde gingen we tijdens Pesach steevast naar Jaffo, om daar bij de Arabische bakker aan de Rechov Segev broodjes en pita’s te kopen. Op een gegeven moment opperde ik dat, als God de moeite had genomen de Joden uit de concentratiekampen te bevrijden, wij jaarlijks die glorieuze redding zouden vieren met Zweeds wittebrood. Hierop stelde mijn vriend Jochanan voor dat wij – tegendraadse jongens die we waren – een politieke partij moesten oprichten met als slogan: ‘Iedere Jood gratis wittebrood’. Ons optimistisch project kwam niet van de grond. Te tegendraads.

Wij bepalen hoe jij je feest viert.
Maar goed, Pesach. Een leuk feestje is nooit weg en wie lust er nou geen matzes!
Maar tegenwoordig neemt ook bij dat gezellige familiefeest de dwang van de ultra-orthodoxe schrijnend toe. Zij zijn de wet. Zij zijn de zelfbenoemde norm waar uiteindelijk heel Israël – Joden, niet-Joden, moslims, seculieren en atheïsten – zich aan moeten houden.
Zo geschiedde het deze Pesach dat, in tegenstelling tot voorgaande jaren, de gemeente Jeruzalem plotsklaps bedacht dat een wet met betrekking tot het verbod op het in bezit hebben van chomets (gedesemd brood) tijdens Pesach, moet worden gesanctioneerd. Ik stel mij voor dat Joden, ook seculiere, vanaf nu met een brandend kaarsje door het huis moeten kruipen om de woning voor Pesach van chomets te ontdoen. Dus kruimeltjes brood, die bijvoorbeeld onder een plint of achter het behang zitten, moeten verwijderd worden – desnoods met een pincet. En zo niet, dan zijn de ultra’s Boos & Verdrietig en verklaren zij de Pesachviering in dat treife huis ongeldig. Van vergiffenis door God is in dit geval geen sprake.
En nu komt het meest lugubere deel van dit verhaal: Ook moslims en christenen in de oude stad van Jeruzalem mogen tijdens Pesach niet op straat hun beroemde bagels aan de man brengen. Arabische bagels, wie kent ze niet, wie heeft ze daar nog niet gegeten, dit kenmerkend brood dat je vooral tegenkomt bij de Jaffa-poort! In reisgidsen wordt dit “Het symbool van de oude stad” genoemd. Het is voor bagelverkopers dé tijd van het jaar om wat extra’s te verdienen, want christelijke toeristen hebben massaal de oude stad bezocht tijdens de zogenoemde Heilige Week – de week vóór Pasen.
“Niks mee te maken”, zegt de Joodse inspectie, “Weg met die treife rotzooi! Wij zijn hier de baas, niet tegenstribbelen”.

Dieper buigen.
Broodbakker Zaki Sabah weigerde aan dit verbod te voldoen, en dus is zijn handeltje, zijn bron van inkomsten, in zijn islamitische wijk, in beslag genomen. Sabah: “Ik vertelde de inspecteurs dat ik niet permanent in de Joodse wijk ben met mijn bagels, dat er deze week veel christelijke toeristen naar de oude stad komen die onze bagels willen kopen. Maar ze luisterden niet naar mij. Een inspecteur vertelde dat het niet mag omdat het Pesach is. Er was zelfs een Joodse man die probeerde in te grijpen, maar het hielp niet. Ze namen gewoon mijn brood in beslag”.
Commentaar van de gemeente Jeruzalem: “Volgens de wet en de uitspraak van het Hooggerechtshof mogen tijdens Pesach gedesemde producten alleen worden verkocht in winkels, niet in de straten. Ze mogen niet in etalages of kiosken worden uitgestald. Dan wordt de wet gehandhaafd”.
Hoe bedoel je, religieuze dwang? Let maar op; volgend jaar zullen waarschijnlijk Beith Shemes en Ramat Gan aan de beurt zijn en ooit ook Jaffo, Nazareth en Akko – steden waar veel niet-Joden wonen. Israël zal binnen niet al te lange tijd nog dieper moeten buigen voor de religieuze knoet.
Gods erbarmen zal op zich laten wachten tot in de eeuwigheid. Sorry, Heinrich Heine, vergiffenis bestaat niet…’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Sorry, geen vergiffenis – column Awraham Meijers