‘Van Engelshoven moet zich schamen’ – interview met gedupeerde Hester Bergen

Hester Bergen (Foto: H. Bergen)

Hester Bergen heeft een bijzondere week achter de rug. Maandag werd bekend dat de restitutiecommissie voor Joodse roofkunst minder formalistisch en meer empatisch te werk moet gaan. Er is te weinig interactie met de spelers waardoor te vaak dingen verkeerd lopen, en nabestaanden moeten de kans krijgen om door de commissie te worden gehoord. Dit stelde een evaluatiecommissie onder leiding van Jakob Kohnstamm maandag na maanden van onderzoek.

Hester Bergen is zo’n nabestaande. Haar gevluchte Joodse overgrootmoeder Johanna Margareta Stern-Lippmann had een dertigtal schilderijen meegenomen, waarvan een groot deel door de nazi’s werd geroofd. Zij overleefde de Sjoa niet. Voor Bergen, die met het Van Abbemuseum in Eindhoven in de weer was over een Kandinsky en tegenwerking van de restitutiecommissie ondervond, is het een week van gerechtigheid geweest. Een interview.

U bent nabestaande van een Joodse eigenaar van wie kunst geroofd is in de Sjoa. Kunt u vertellen waarover het precies gaat?

“Het gaat over een Kandinsky, Blick Auf Murnau mit Kirche, die in het Van Abbemuseum hangt. Deze hing prominent aan de muur bij mijn overgrootmoeder zoals de foto in het fotoalbum laat zien. Op de achterkant van het schilderij staat Landschaft, zoals in haar testament stond. Zowel mijn overgrootmoeder als mijn beide grootouders zijn vermoord, en mijn moeder heeft de oorlog door onderduik overleefd omdat haar ouders, mijn grootouders, de nazi’s een groot geldbedrag hebben gegeven toen ze werden opgepakt.”

Wat heeft u allemaal gedaan om het werk terug te krijgen?

“Mijn eerste contact met het het Van Abbemuseum was eind 2013. Via museale verwervingen, waarbij musea werden verplicht hun eigen kunst op roofkunst te onderzoeken, kwam het schilderij naar buiten als zijnde ‘mogelijk roofkunst’. In februari 2015 kon ik schilderij zelf aan de achterkant komen bekijken en toen zagen we dus dat Landschaft gekerfd op de achterkant van de lijst. We zijn in gezamenlijk goed overleg naar de restitutiecommissie gestapt.”

Vanaf toen begon de bureaucratische nachtmerrie?

“Naast het vele inhoudelijke onderzoek dat ik deed en de diverse gesprekken met de directeur, Charles Esche, die ik voerde, heb ik na aanmelding bij de restitutiecommissie, ook tientallen brieven moeten schrijven. Dit deed ik om de ene na de andere onlogische benadering te weerleggen. Ik heb ook verschillende klachten ingediend bij de minister, foute rapporten van het expertisecentrum moeten corrigeren en continu onderzoek moeten doen om steeds opnieuw foute veronderstellingen van het expertisecentrum met bewijs te weerleggen. De bewijslast die nazaten moesten leveren was de afgelopen jaren krankzinnig hoog.”

Waarom moest u uiteindelijk naar de rechter? 

“De restitutiecommissie wees onze claim in januari 2018 af. De motivering van die afwijzing deugde alleen niet, hetgeen directeur Charles Esche beaamde. Echter, door die afwijzing van commissie werd hij aan de kant gezet; het Van Abbe Museum is een gemeentemuseum dus kreeg ik te maken met de gemeente Eindhoven die een advocaat in de hand nam. Esche zelf was na de uitspraak ‘verbijsterd’, zoals hij telefonisch en via de mail liet weten. Hij wilde immers al een afscheidsexpositie organiseren en was overtuigd dat het doek moest worden gerestitueerd.”

En toen?

“Ik ben zes weken aan het lijntje gehouden, omdat ik in goed vertrouwen dacht in gesprek te kunnen met hetzij Charles of de gemeente Eindhoven, temeer omdat die gebrekkige motivering overduidelijk was, maar na zes weken kwam er een brief van de advocaat van de gemeente. Aangezien zo een uitspraak juridisch onder een bindend advies valt, had ik officieel acht weken om het advies ‘nietig’ te laten verklaren. De eerste zes weken gingen verloren aan wachten op een redelijk gesprek en na de brief van hun advocaat heb ik dus een rechtszaak moeten aanspannen, een verzoek tot nietigverklaring van dat advies.”

De rechter deed dus een positieve uitspraak?

Na acht maanden hadden we een zogenaamd herzieningverzoek. We hadden nieuw bewijs en alles wat in het slechte motiveringsrapport reden was om het niet aan mijn familie toe te kennen, konden we in het herzieningsverzoek  weerleggen met ‘bewijzen’ aan de hand van nieuwe documenten. We kregen het schilderij niet terug, want het hangt nog in het Van Abbemuseum.”

Deze week was het voor u en anderen een zware tijd. Kent u nog meer nabestaanden en gedupeerden? Zo ja, hoe gaat het met hen?

“Na de grote kritiek eind 2018, begin 2019 op de restitutiecommissie, gepubliceerd in onder andere het NRC en op Jonet.nl, hebben we een groepsapp gemaakt met andere claimanten. Het beleid deugde immers niet meer en veel claimanten liepen tegen hetzelfde op: bureaucratie en geen moreel kompas.”

Samen heeft u doorgestreden en de minister stelde een evaluatiecommissie onder leiding van Jacob Kohnstamm in. Deze week maakte die zijn bevindingen bekend. Wat vindt u daarvan?

“Dat rapport is een grote her- en erkenning van hetgeen ik heb meegemaakt afgelopen jaren. De bureaucratie, te formalistisch en niet empatisch. Dus wij zijn erg blij met die her-en erkenning.”

Welke uitkomsten zijn voor u het meest opmerkelijk?

“Ik vind zelf de toon van het rapport het opmerkelijkst. De commissie Kohnstamn fileert de huidige restitutiecommissie in alle opzichten en helaas herken ik alles wat in het rapport staat.”

Kohnstamm is zorgvuldig en integer te werk gegaan. Zijn er toch nog onderdelen of conclusies die u mist?

“Wat mij betreft had er ook uitdrukkelijk mogen worden gezegd dat in een geval als dit, het museum samen met de claimant eerst zelf onderzoek zou moeten gaan laten uitvoeren, wellicht door het expertisecentrum. En dat dan beide partijen op basis daarvan zouden kunnen besluiten of ze er uit kunnen komen zonder de zaak voor te leggen aan de commissie. Tussen Charles Esche en mij verliep het met wederzijds respect en oog voor elkaars positie, maar ik mocht na het negatieve advies van de restitutiecommissie geen contact meer met hem hebben.”

Hoe bent u in de afgelopen week met het nieuws van Kohnstamm omgegaan?

“Ik heb veel media op me af gekregen. Ik had zelf niet eerder iets groots met de media gedaan en heb dat nu wel gedaan omdat ik dit moment wel moet benutten om druk op het systeem te zetten; mijn familie wacht al jaren en mijn bejaarde achternicht van 85, die de oorlog overleefde door onderduik, heeft geen tijd meer om te wachten tot aanbevelingen door de minister worden doorgevoerd. Wij zijn de dupe geweest van dit bureaucratie systeem en ik ben het aan mijn familieleden die de oorlog meemaakten verplicht om er nu geen gras meer over te laten groeien. Mijn moeder en een andere achternicht, die beide ook onderdoken zaten, zijn inmiddels overleden in respectievelijk 2014 en 2018. Het is een schande dat Nederland alles zo traag heeft gemaakt dat mensen die de oorlog meemaakten nu overlijden, met een ondertoon ‘dat alles 75 jaar na dato is’.”

Het doet u echt nog steeds wat.

“Ja. Mijn moeder kwam als tienjarige wees na een onderduikperiode van 2,5 jaar uit de oorlog. Haar ouders werden vermoord waardoor ze bij de Commissie Oorlogspleegkinderen terechtkwam. Die hebben haar tot 1952 bij haar onderduikfamilie gelaten in plaats van haar ‘terug te geven’ aan haar biologische familie die nog wel leefde en die haar dolgraag wilde. Onbegrijpelijk, want waarom een Joods kind laten bij een christelijke familie die haar misbruikte? Mijn moeder zei altijd: ‘voor mij was de periode na de oorlog erger dan in de oorlog’. Die commissie was ook zo slecht, met eenzelfde bureaucratische opstelling. Ik heb het afgelopen jaar de restitutiecommissie hiermee vaak vergeleken. Mijn moeder heeft zich haar hele leven afgevraagd waarom haar familie niet vocht voor haar, maar het tegendeel is waar, zo heb ik tijdens mijn onderzoek van de Kandinsky gevonden in het archief van de Commissie Oorlogspleegkinderen. Zo is onderzoek erg emotioneel en daar houdt niemand rekening mee.”

Er is veel gebeurd. Twee weken geleden nam voorzitter Alfred Hammerstein van de restitutiecommissie zelf ontslag. Wat vindt u daarvan?

“Toen ik het hoorde, sprong ik een gat in de lucht. Sinds de heer Hammerstein voorzitter was, heeft de commissie een koers genomen die nu heeft geresulteerd in een vernietigend rapport van de heer Kohnstamm.”

Wat verwacht u van de nieuwe, tijdelijke voorzitter, mevrouw E.H. Swaab? 

“Ik hoop dat het rapport impact gaat hebben op de commissieleden die nog zitten. Of mevrouw Swaab in staat zal zijn om minder dan Hammerstein zaken uitsluitend door een juridische bril te beoordelen, zal de tijd leren.”

Verwacht u dat de restitutiecommissie de aanbevelingen van Kohnstamm overneemt?

“Ik ga ervan uit. Mooie boel als de minister een onderzoek laat uitvoeren en ze dat dan ook weer in de wind slaan? Als ze dat doen, dan is het echt een hardleerse bedoeling en dat is het eigenlijk al.”

Kohnstamm heeft ook nadrukkelijk gezegd dat de overheid opnieuw achter de herkomst van kunstobjecten aan moet. Dat gebeurt niet meer sinds 2007. Wat vind u daarvan?

“Op 18 december 2006 is er een schilderij aan mijn familie gerestitueerd. Als bewijsvoering was er een document waarop meerdere schilderijen vermeld werden en dat document is toen niet door de commissie uit eigen beweging onder de aandacht van de familie gebracht. Ook is niet aangeboden om te helpen bij het onderzoek naar andere daarop vermelde schilderijen die vermist werden. Ik zag pas op 12 mei 2010 dat er kennelijk zo’n lijst was en daarom ben ik toen gaan zoeken. Dat heeft ons onderzoek dus met vier jaar vertraagd en dat leidde ertoe dat familieleden die de oorlog hadden meegemaakt er geen kennis meer van hebben gehad. Wij ondervonden dus ook de niet actieve rol van de Nederlandse overheid, die door de heer Kohnstamm werd bekritiseerd en dat moet echt gaan veranderen.”

Verwacht u dat de Nederlandse overheid deze en de andere aanbevelingen van Kohnstamm overneemt?

“Ja, als ze dat niet doen, ben ik definitief klaar met Nederland. Mijn broer zegt altijd dat in Nederland de meeste Joden zijn vermoord van West-Europa. Nederland pretendeert wel netjes te zijn, maar ik zet daar inmiddels vraagtekens achter.”

Hoezo?

“Nederland vervalt iedere keer in het blindelings toepassen van regeltjes. Wij dienen de regels in plaats van dat de regels ons dienen. Als de aanbevelingen die Kohnstamm aandraagt om dat te veranderen, niet worden opgevolgd, is Nederland niet alleen dom maar ook bewust opportunistisch en niet bereid om recht te doen aan wat de Joden is aangedaan.”

Wat vindt u van het handelen van minister Ingrid van Engelshoven (D66) tot nu toe?

“De minister moet zich schamen dat ze het zo uit de hand heeft laten lopen. Willem-Alexander heeft op 4 mei eindelijk eens excuus aangeboden. Een minister die de cultuur, en dus ook hoe wij op een behoorlijke wijze met onze geschiedenis moeten omgaan, dient te bewaken, zou verontschuldigingen moeten aanbieden voor het feit dat zij een bureaucratisch, en voor de Joodse slachtoffers van roofkunst, vijandig bewind heeft laten ontstaan.”

Lees ook:
Aanpak restitutiecommissie te formeel en te weinig empatisch, aldus Kohnstamm, ‘het roer moet om’

De restitutiecommissie voor Joodse roofkunst is formalistisch en niet genoeg empatisch. Nabestaanden worden niet gehoord en er is ook geen mogelijkheid voor een concept-uitspraak tussendoor. Ook moet Nederland weer actief roofkunst gaan opsporen. Dit en meer staat in het rapport Streven naar rechtvaardigheid van de commissie Kohnstamm. 

Categorie: |

Home » Nieuws » ‘Van Engelshoven moet zich schamen’ – interview met gedupeerde Hester Bergen