Aanpak restitutiecommissie te formeel en te weinig empatisch, ‘het roer moet om’

wiki

De restitutiecommissie die sinds een kleine twintig jaar onderzoek doet naar Joodse roofkunst moet minder formalistisch en meer empatisch te werk gaan. Dat concludeert een speciale onderzoekscommissie onder leiding van oud-staatssecretaris Jacob Kohnstamm (D66). Er is te weinig interactie met de spelers, waardoor te vaak dingen verkeerd lopen. Nabestaanden moeten de kans krijgen om door de restitutiecommissie te worden gehoord en ook moet er voor de uitspraak een concept-oordeel naar partijen uitgaan, aldus Kohnstamm. Het onderzoek kwam er na ontevredenheid over het handelen van de commissie.

Verder dient er helpdesk te worden opgezet die goed bemand is en die nabestaanden helpt, algemene voorlichting geeft en mensen actief benadert als uit herkomstonderzoek is gebleken dat ze misschien recht hebben op teruggave van een gestolen kunstobject. Dit staat in het rapport Streven naar rechtvaardigheid van de commissie Kohnstamm. Hij stelt ook dat Nederland moet doorgaan met het actief opsporen van Joodse roofkunst. Eerder werd dit wel gedaan, maar in 2007 is dit plotseling en zonder goed verklaarbare reden gestopt. Het beëindigen van het zoekbeleid is in strijd met de Washington Principles, die in 1998 werden opgesteld waar het de internationale omgang met Joodse roofkunst betreft. Nederland heeft die richtlijnen onderschreven. Er zijn nog 3.750 objecten die nog onderzocht kunnen worden.

Beleid voortzetten
Al een poosje rommelde het waar het Joodse roofkunst in Nederland betreft. Nabestaanden waren te vaak ontevreden of hadden teveel twijfels over het handelen van de restitutiecommissie. Ook was er een vermoeden dat de musea waar de vermeende roofkunst hing te vaak aan het langste eind trokken. Volgens Kohnstamm handelt de restitutiecommissie in principe goed. Als vast komt te staan dat nabestaanden ook de rechthebbenden op een kunstwerk zijn en onvrijwillig bezitsverlies aannemelijk is, volgt er over het algemeen teruggave. Dat deel van het beleid moet worden voortgezet, maar er moeten dus wel aanpassingen worden gedaan in de manier waarop het plaatsvindt.

Onvrijwillig bezitverlies
Bij vermeende roofkunst die in het bezit is van musea of de overheid moet het algemene belang niet langer worden meegewogen in de afweging van de restitutiecommissie, aldus Kohnstamm. Herstel van onrecht moet dan voorop staan. Musea die indertijd ter goeder trouw een werk hebben vergaard, zouden voortaan ook moeten afzien van een beroep daarop als onvrijwillig bezitsverlies vaststaat. Verder stelt de evaluatiecommissie dat het restitutiebeleid is vastgelegd in vijftien verschillende documenten waardoor er voor spelers te weinig duidelijkheid is. Er moet een ‘eenduidig beoordelingskader’ komen voor restitutiezaken, zo stelt Kohnstamm vast. In het rapport wordt een voorzet gedaan voor hoe dat te doen.

De presentatie van het rapport van Kohnstamm


Kandinsky
In Nederland zijn nog altijd tussen de drie- en vierduizend kunstobjecten die in de nazi-tijd van Joden zijn geroofd en nog steeds niet zijn teruggegeven. Ze behoren vooral tot de collecties van musea, maar ook de koninklijke familie heeft roofkunst gehad. Door een zaak rond een schilderij van Wassily Kandinsky laaide de discussie over het Nederlandse roofkunstbeleid in de laatste jaren weer op. Eind vorig jaar stapten de erven van de Joodse kunsthandelaar Emmanuel Lewenstein naar de rechter om het doek Bild mit Häusern terug te krijgen van het Stedelijk Museum. Het werk zou in de Tweede Wereldoorlog zijn geroofd van Lewenstein en hangt thans in het museum. In 2018 oordeelde de Restitutiecommissie dat het niet naar de erven kan gaan, omdat het door de zoon van Lewenstein zou zijn verkocht.

Hammerstein weg
Op 1 december stapte voorzitter Alfred Hammerstein van de restitutiecommissie al op. De laatste jaren was er kritiek op de groep van Hammerstein, onder meer omdat die musea zou voortrekken boven de Joodse erven van kunst die in de bange jaren ’40-’45 is geroofd. Hammerstein is oud-president van het Gerechtshof te Arnhem. In 2016 trad hij aan voorzitter van de Restitutiecommissie. Hij gaf eerder te kennen achter het beleid van de commissie te staan. Kritiek van erven en anderen zoals het Centraal Joods Overleg (CJO) op het Nederlandse roofkunstbeleid noemde hij in een opiniestuk ‘suggestief’ en ‘niet berustend op feiten’. Het is onduidelijk of er na de uitkomst van het rapport van Kohnstamm nog meer koppen gaan rollen.

Lees ook:
Juliana had ‘fout’ servies dat terug moet naar de Joodse erven
Het gaat om twaalf borden en twee sauskommen van Meissen-porselein, die nu in het bezit zijn van de Nederlandse staat en zich onder andere bevinden in Paleis Het Loo. De overheid moet het servies teruggeven aan de erven van de oorspronkelijke Joodse eigenaar. 



Categorie:

Home » Nieuws » Aanpak restitutiecommissie te formeel en te weinig empatisch, ‘het roer moet om’