Vijf Belgische families krijgen postuum Yad Vashem-onderscheiding

In België hebben vijf families postuum de Yad Vashem-onderscheiding gekregen voor het redden van Joodse levens tijdens de Sjoa. De overhandigingsceremonie vond plaats in Brussel, waar ongeveer zestig mensen aanwezig waren. Het was een bijzondere gebeurtenis, omdat het niet vaak voor komt dat een dergelijk aantal families postuum onderscheiden kan worden. In Nederland kregen onlangs echtparen uit Veenendaal een onderscheiding, ook postuum.

In het Centre communautaire laïc Juif in Brussel was de zaal gevuld voor de plechtigheid. De onderscheiding ging naar Joseph en Andrée Leidgens, Marthe Maindiaux, Alphonse en Alice Schell, Joseph Demesmaker, Prosper en Clementina Tuypens. Tijdens de bezetting van België (1940-1944) hebben zij Joden opgevangen of verborgen. Ze hebben voornamelijk kinderen gered. De vijf gezinnen kregen een diploma en een medaille met het opschrift ‘Wie één leven redt, redt de hele wereld’.

Het was een ontroerende bijeenkomst, omdat een aantal nakomelingen van de geredde kinderen in de zaal aanwezig was. Zij waren geroerd en bedankten de families die de ‘heroïsche moed’ hadden om hun voorouders op te vangen of te laten onderduiken. Verschillende sprekers uitten hun bezorgdheid over de toename van haatmisdrijven, aanslagen of de terugkeer van oorlog in Europa de afgelopen jaren. 

Onlangs kregen echtparen in Veenendaal postuum een Yad Vashem-onderscheiding. In hun woonplaats lieten zij Joden onderduiken, die zo konden ontkomen aan de dood. Nabestaanden van beide paren kregen een oorkonde en medaille uit handen van de Israëlische ambassadeur, Modi Ephraim. Het gebeurt steeds vaker dat de Yad Vashem-onderscheiding postuum wordt uitgereikt. Vrijwel altijd is dat aan mensen die bij leven ook in aanmerking zouden zijn gekomen voor de oorkonde en medaille. Soms weigerden ze die uit bescheidenheid.

Lees meer:
Postume Yad Vashem-onderscheiding voor echtparen uit Veenendaal
In Veenendaal zaten Judith Gosler en haar dochter Estella ondergedoken bij Johann Bernard Heij en Jannigje Maria Heij-Van den Berg. De man van Judith en vader van Estella, Hartog Gosler, was gearresteerd bij een grote razzia in Amsterdam in februari 1941. In juni van dat jaar werd hij het Oostenrijkse concentratiekamp Mauthausen vermoord. Judith keerde in 1943 terug in Amsterdam, waar ze nog moest waken voor haar leven.