Wim van de Donk nieuwe voorzitter Nationaal Comité 4 en 5 Mei

Wim van de Donk (CDA), ex-Commissaris van de Koning in Noord-Brabant, is benoemd tot de nieuwe voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 Mei. Hij was voorgedragen door het bestuur en is benoemd door premier Mark Rutte (VVD) en minister Hugo de Jonge (CDA) van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De nieuwe voorzitter volgt Gerdi Verbeet (PvdA) op, die de rol sinds 2015 bekleedde. Van de Donk gaat een zesjarig mandaat aan en staat voor de uitdaging het nieuwe vierjarenplan van het Comité uit te voeren, waarin de focus ligt op inclusiviteit, zelfkritiek en verbreding.

Van de Donk was van 2009 tot en met 2020 commissaris van de Koning in Noord-Brabant, waar hij indertijd partijgenote Hanja Maij-Weggen opvolgde. In die functie deed hij veel ervaring op in het openbaar bestuur. Momenteel is hij ook Rector Magnificus en tevens voorzitter van het College van Bestuur van de Tilburg University (tot 2010 de Universiteit van Tilburg). In 2008 hield Van de Donk op verzoek van het Nationaal Comité de 5 mei-lezing waarin hij stelde dat vrijheid verplicht: “De bevrijding was niet alleen een verlossing, maar ook een opdracht: vrijheid moet worden geleerd, ontwikkeld, verdedigd, gedeeld, en dat telkens weer opnieuw.”

Onlangs presenteerde het Nationaal Comité 4 en 5 Mei haar visie voor de periode 2021-2025, waarin inclusiviteit, zelfkritiek en verbreding belangrijke nieuwe componenten zijn. Nederlanders met een migratieachtergrond moeten meer betrokken worden bij de herdenkingen en festiviteiten, zo vindt het bestuur. Tegelijkertijd moeten de Sjoa en het verzet ‘een belangrijke plaats’ krijgen in het geheel. Het Comité maakt niet duidelijk hoe het deze verschillende kanten denkt te combineren. Kritiek is er ook. Zo wordt gesproken over ‘ont-Joodsing’ van de meidagen.

In zijn 4 en 5 mei-lezing voor de Joodse Gemeente Amsterdam verwoordde schrijver Marcel Möring wat een deel van de Joodse Nederlanders van de nieuwe koers vindt. ‘De Nederlandse herdenkingscultuur is gebaseerd op een gelijkheidsideaal dat niets te maken heeft met de historische realiteit. Dat overheidsbeleid is nooit helemaal gewijzigd. De gelijkheidssaus wordt nog altijd over de dodenherdenking gesmeerd en naarmate de oorlog verder achter ons ligt wordt het ‘vangnet’ van de dodenherdenking wijder’, aldus Möring, die verwees naar het beleidsplan. ‘Vier en vijf mei zijn een herdenkingsprullenbak geworden, een pr-instrument in dienst van het burgerschapsideaal zoals de overheid dat voor zich ziet’.

Lees ook:
4 en 5 mei nog meer verbreed, diversiteit en zelfkritiek komen erbij
In de beleidsvisie voor de komende vier jaar zegt het Nationaal Comité 4 en 5 Mei te willen verbreden. Inclusiviteit, diversiteit en zelfkritiek zijn nieuwe componenten, onder meer om Nederlanders met een migratieachtergrond te betrekken bij het herdenken. Het Comité maakt niet duidelijk hoe het in de praktijk zal gaan om dit voor elkaar te krijgen. Lees hier de belangrijkste punten in het beleidsplan.