Brengt Joodse verscheidenheid ook eenheid? – column David Serphos
Jodendomsbeleving kent in Nederland een veelkleurig pallet. Je kan lid zijn van een liberaal-Joods kerkgenootschap en je kan een traditioneel Joods leven leiden. Je kan lid zijn van een orthodox-Joods kerkgenootschap en vrijzinnig leven. Je kan asjkenazische of Portuguese of Midden-Oosterse tradities volgen. Je kan modern-orthodox of modern-progressief zijn. Je kan peijes-met-streimel-Joods zijn. Je kan Jom-Kipoer-en-Rosj-Hasjana-Joods zijn of kosher-style of sjomeer sjabbat zijn. Je kan gay en zeer bewust Joods zijn. Je kan Maccabi- of JomHavoetbal-Joods zijn.
Er zijn ook geïmporteerde – Israëlische – varianten. Je Jodendom kan uit Crescas-cursussen en het Joods filmfestival bestaan. Of uit de jaarlijkse Auschwitz- en Jom Hasjoa herdenkingen. Je kan nergens bij (willen) horen en toch een leven leiden op basis van intrinsiek Joodse waarden. De scheidslijnen zijn de afgelopen decennia behoorlijk vervaagd en er zijn steeds meer schakeringen aan het kleurenpallet bijgekomen. Zoveel Joden, zoveel variaties. Maar goed, we zijn in Nederland dan ook nog altijd met zo’n 45.000 Joden (of 25.000 afhankelijk van welke definitie je wilt hanteren) en we laten ons niet graag vertellen waar we bij moeten horen. Er is voor elk wat wils.
Weinig ‘sociaal’ Jodendom
Hoe anders is dat op Curaçao, mijn tweede vaderland. Daar was de sefardische gemeente Mikvé Israel-Emanuel (‘Israëls hoop – God is met ons’) jarenlang mijn Joodse thuisbasis. Vooral de Snoa, de monumentale synagoge uit 1732, gaf en geeft me een warm gevoel van geborgenheid en samenzijn. Verder is het Joodse leven, in mijn persoonlijke beleving, de afgelopen decennia vooral erg afwezig geweest. Behalve de diensten in de Snoa – een mix van traditionele Spaans-Portugese tradities en hedendaagse reform liturgie – begrafenissen en een incidentele choepa (huwelijk), gebeurde er nooit zo veel. De gemeenschappelijke seideravond vormt een jaarlijks hoogtepunt. Een Israëlische of Joodse filmavond of een concert in de Snoa daargelaten is er in mijn kehilla in sociaal opzicht bar weinig ‘Joods’ te beleven.
Vrouwelijke rabbijn wordt spiritueel leider
De Amerikaanse chazzan (cantor) Avery Tracht, die na vijftien jaar vertrekt als ‘spiritueel leider’, werd per 1 augustus opgevolgd door rabbijn Georgette Kennebrae. Als Afro-Amerikaanse lesbische vrouw een bijzondere en verrassende keuze door deze gemeenschap, die ondanks zijn binding met het reform Jodendom toch ook als behoorlijk traditioneel valt te kenschetsen. Kennebrae (44), moeder van drie tieners, heeft een protestantse (Southern Baptist) achtergrond. Ze raakte na het lezen van Chaim Potoks The Chosen geïnteresseerd in – en ging enkele jaren later over tot – het Jodendom.
Ze studeerde aan het Reconstructionist Rabbinical College in de Verenigde Staten en liep als rabbijn-in-opleiding bij verschillende synagoges aan de Amerikaanse oostkust stage, onder meer bij de LHBTQI+ gemeente Beit Simchat Torah in Manhattan. Het zal spannend zijn om te zien wat zij met de interessante identiteitsmix die zij met zich meebrengt in petto heeft en zal weten te betekenen voor het Joodse sociale leven op het eiland. Hopelijk zal zij in staat zijn de steeds kleiner geworden gemeenschap weer onderwijs, social-pastorale zorg en meer Joodse verbondenheid te brengen.
Chabbad brengt levendigheid
Haar collega-rabbijn Refoel Silver van de modern-orthodoxe gemeente Shaarei Tzedek (‘poorten van
rechtvaardigheid’) behoort tot de Chabbad-beweging die wereldwijd Joden probeert dichterbij het Jodendom te brengen. De in België geboren Amerikaan woont sinds drie jaar op Curaçao, waar hij na het behalen van zijn s’micha (rabbinale wijding) met zijn jonge bruid naartoe vertrok om de asjkenazische gemeenschap te gaan leiden en een ‘Chabad Center’ op te zetten. Van hun huis hebben hij en zijn echtgenote een ontmoetingscentrum gemaakt waar iedere Jood, lid of geen lid, orthodox of liberaal, ashkenazisch of sefardisch, op het eiland wonend of op vakantie of op doorreis, welkom is. Zij verzorgen kosjere maaltijden voor toeristen, organiseren activiteiten voor kinderen en vieringen van Joodse feestdagen. Elke vrijdagavond zitten er gemiddeld tien gasten aan hun eettafel. Toen ik van 2017 tot 2018 op Curaçao verbleef, was hun huis een plek waar ik graag kwam omdat er een gemoedelijke Joodse sfeer hing. Het eten was uiteraard kosjer, er werden Joodse liedjes gezongen, er werd wat geleerd en gediscussieerd en ik vertrok altijd met een warm en voldaan gevoel weer naar huis.
Jood op onbewoond eiland
Dat Curaçao, met een Joodse gemeenschap van in totaal niet meer dan 150 zielen, twee Joodse gemeenten telt, lijkt op het eerste gezicht een grote luxe. Ik heb er nogal gemengde gevoelens bij. Het doet denken aan het mopje van de Joodse schipbreukeling die op een onbewoond eiland terecht kwam en er twee synagoges stichtte: één die hij bezocht en één waar hij niet bij wilde horen.
Zo weinig mensen en dan twee gemeenten, twee synagogen, en ook twee identiteiten? De vanzelfsprekende vraag is waarom de twee gemeenten niet samengaan. Zoals in 1963 de orthodoxe gemeente Mikvé Israel en de reformgemeente Emanuel na honderd jaar fuseerden tot één verenigde gemeente, het huidige Mikvé Israel-Emanuel.
Vrijzinnig vs. religieus
Dat dit niet gebeurt, heeft enerzijds te maken met hun geschiedenis: in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw werden de Oost-Europese nieuwkomers bepaald niet hartelijk verwelkomd door de sefardische families die zich er ruim twee eeuwen eerder gevestigd hadden. Anderzijds hebben de twee gemeenten zich de afgelopen decennia volledig tegenovergesteld aan elkaar ontwikkeld: de oude Portugese gemeente werd steeds vrijzinniger, de asjkenazische gemeente voelde zich meer thuis in de religieuze verankering van het Jodendom. In de loop der jaren is het erop gaan lijken dat er meer is dat de twee gemeenten van elkaar onderscheidt dan dat hen bindt. Dat is een constatering die me als Joodse yu di Kòrsow (‘kind van Curaçao’) zwaar valt.
De hoop op meer eenheid
Met de komst van de identiteit-rijke rabbijn Kennebrae naar de traditierijke Portugese gemeenschap, wordt een nieuw blad omgeslagen in de Curaçaos-Joodse geschiedenis. Het kan een omslagpunt blijken. Naar welke kant valt nog te bezien. Hopelijk brengt het eenheid in verscheidenheid. Die verscheidenheid staat in de Nederlandse context in elk geval garant voor een veelkleurige Joodse gemeenschap. Brengt het ook eenheid? Daar zullen we over enkele decennia maar eens goed op moeten terugblikken.
Lees ook:
Wiedergutmachung maakt blind – column David Serphos
‘Dit was zo’n beetje het seizoen van de Wiedergutmachung. Maar anders dan de oorspronkelijke Duitse variant, komt de laatste fase van het eer- en rechtsherstel in Nederland pas 65 jaar later tot stand. En dan nog op een bedenkelijke manier, waarbij wij ons laten gebruiken door de partijen met boter op hun hoofd…’
Een Curaçaos litteken – column David Serphos
‘De afgelopen week stond Curaçao in brand. Schreeuwende menigten waren de binnenstad van Willemstad binnengetrokken en hadden de toegangspoort tot het regeringscentrum vernield. Daar schreeuwden zij om het aftreden van de minister-president, terwijl zij de oproerpolitie intimideerden…’
Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren