Brits verbod op boycots tegen producten Israël

In Groot-Brittannië is het voor bepaalde instellingen binnenkort niet langer mogelijk om boycots tegen Israël in te stellen. Dit heeft de regering van premier David Cameron (Conservatieven) besloten. Publiek gefinancierde instellingen mogen geen diensten en goederen meer weigeren van bedrijven, die betrokken zijn bij wapenhandel, fossiele brandstoffen, tabaksproducten of Israëlische nederzettingen op de West Bank of de Golan Hoogvlakte.

Instellingen die toch een dergelijke maatregel nemen, kunnen rekenen op hoge straffen en boetes. Wel geldt er nog een uitzondering op boycots, die horen bij op nationaal niveau bepaalde sancties. Het verbod is er gekomen omdat dergelijke boycots het debat vergiftigden en polariseerden, goede betrekkingen hebben ondermijnd en voer waren voor antisemitisme, zo stelt de Britse regering vast. Onder publiek gefinancierde instellingen vallen onder andere onderwijsinstellingen, regionale overheden, maar ook studentenverenigingen.

In de afgelopen jaren is het aantal Britse boycots tegen Israël en producten uit dat land halsoverkop toegenomen. De grootste voortrekkers is de BDS-beweging (Boycot, Divestment and Sanctions), die zich ook in andere Europese landen roert. De Britse maatregel is echter de eerste in zijn soort en krijgt kritiek uit de hoek van Amnesty International. Programmadirecteur Peter Frankental van economische relaties spreekt van ‘een grote aanval op democratische vrijheden’. Mogelijk stapt de BDS-beweging in Groot-Brittannië naar de rechter.