Chanoeka in Amsterdam – column Boris Dittrich
De kracht van muziek is groter dan mensen denken. Dat heeft columnist Boris Dittrich ondervonden tijdens Chanoeka in Amsterdam. ‘Muziek kan je verheffen. Het doet je de rauwe werkelijkheid en de sores in de wereld voor even vergeten. Daarom moet cultuur ruim baan krijgen en niet als instrument in een politieke discussie worden betrokken’.
Nooit heb ik veel om Chanoeka gegeven, net zo min als kerstmis me veel doet. Maar dit jaar trok het Chanoekaconcert in het Amsterdamse concertgebouw de aandacht. De deelname van de Israëlische cantor zorgde al weken van te voren voor chaos en rumoer in de gelederen van het personeel aldaar, een deel ervan dreigde met een staking. De directie laste daarop het concert af.
De organisator van de Chanoekaconcert dreigde met een kort geding om nakoming van het contract af te dwingen. Ik las erover in Het Parool en besloot brieven aan de directeur en aan leden van de Raad van Toezicht te schrijven, waarin ik de vermenging van cultuur en politiek bekritiseerde. De cantor is geen zegsman van de regering-Netanyahu. Hij is een zanger die religieuze liederen ten gehore brengt.
Dvorak
De directeur heeft nooit op mijn email gereageerd, maar een lid van de Raad van Toezicht ging wel inhoudelijk in op mijn bezwaren en stelde me gerust. Ik waardeerde het dat het concertgebouw in de aanloop naar de concertdatum een compromis sloot met de organisator van het concert.
Ruim voor het bewuste Chanoekaconcert gingen mijn man en ik naar een concert van het residentieorkest in het concertgebouw. Ze zouden de negende symfonie van Dvorak spelen. Ik had me er erg op verheugd, ik ben een ver, ver familielid van Dvorak en mijn vader heeft me de liefde voor zijn muziek bijgebracht. Bij de ingang van het concertgebouw sprak een oudere dame me aan, ze drukte me een folder in de hand.
“Wat is het?” vroeg ik. Zonder leesbril op zag ik alleen maar een vage tekst.
“Het is een protest tegen de genocide in Gaza. We zijn tegen de afspraak die het concertgebouw met de Joodse organisator heeft gemaakt. Dat concert mag niet doorgaan.”
Toen pas zag ik de Arafat-sjaal over haar schouders gedrapeerd. Ik antwoordde dat ik juist blij was met het compromis. “Het laat zien dat in tijden van vreselijke polarisatie mensen toch tot een vergelijk kunnen komen, ook al blijven ze van mening verschillen.”
“Dus u keurt de genocide in Gaza goed!” Misprijzend keek ze me aan.
“Nee, ik keur niet goed wat er in Gaza gebeurt. Maar ik wil dat cultuur daar buiten wordt gehouden.”
“Ik had al zo’n vermoeden. Jullie politici zijn niet te vertrouwen.”
Ik gaf haar de folder terug en hoorde haar nog een paar nare opmerkingen roepen. Binnen, in de grote zaal, hoorden we niets van het geschreeuw op straat en even later raakte ik alle ergernis kwijt doordat Dvorak me mee wist te voeren naar grote hoogten.
Waalse Kerk
Op de dag dat in Sydney een antisemitische terreuraanslag werd gepleegd en een vader en zoon zestien mensen die Chanoeka wilden vieren, doodschoten, vond ’s avonds in Amsterdam in het concertgebouw het Chanoekaconcert plaats, waar zoveel om te doen was geweest. Pro-Palestina-demonstranten gooiden met een rookbom, dranghekken werden opzij geduwd, de politie moest hen met wapenstok bij de ingang weghouden, er werden arrestaties verricht. Het was uitverkocht.
Daarom gingen mijn man en ik daags later op 17 december naar het Chanoekaconcert in de Waalse Kerk. De spanning in de stad na Sydney en de trammelant bij het concertgebouw was voelbaar. Op de gracht bij de kerk was veel politie en beveiliging op de been en er volgde een strenge controle bij de ingang op de toegangskaarten. Bij binnenkomst werden we bedankt voor het tonen van solidariteit met de Joodse bevolking. Het bijwonen van een concert werd als politieke daad gezien.
Muziek verheft
De kaarsen in de negenarmige kandelaar werden aangestoken. Het concert van het Joodse lichtjesfeest kon beginnen. Helaas moest producent Barry Mehler voor aanvang het publiek attent maken op waar de nooduitgangen waren ‘voor het geval er iets vervelends mocht gebeuren’. Maar toen het Joods Kamer ensemble met cantor Gabor Raab uit Boedapest begon te zingen, verdween alle spanning en raakten we in vervoering.
Dat is waarom muziek zo belangrijk is. Muziek kan je verheffen. Het doet je de rauwe werkelijkheid en de sores in de wereld voor even vergeten. Daarom moet cultuur ruim baan krijgen en niet als instrument in een politieke discussie worden betrokken.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren







