De Joodse stem: PvdA Amsterdam

Beeld: Partij van de Arbeid
Beeld: Partij van de Arbeid

In het kader van de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart heeft Jonet in Amsterdam en Amstelveen vier stellingen rond Joodse thema’s aan de grootste politieke partijen voorgelegd. Vandaag is het de beurt aan de Amsterdamse PvdA in deze serie met de naam ‘De Joodse stem’. De sociaal-democraten vinden dat de gemeente zich niet moet uitlaten over de boycot van Israëlische producten en bedrijven. Voorman Pieter Hilhorst legt uit.

1. Veiligheid
Op het gebied van beveiliging van Joodse instellingen is in de laatste periode veel te doen geweest. Zo vindt de Joodse gemeenschap dat Joodse instellingen financiële compensatie moeten krijgen voor de hoge beveiligingskosten die zij maken. Per jaar is de gemeenschap circa een miljoen euro aan kosten kwijt. Ondanks dat het Rijk niet wil bijdragen aan de kosten (minister Opstelten van Veiligheid en Justitie vindt dat er geen sprake is van structurele dreiging) betalen de gemeente Amsterdam en stadsdeel Zuid wel mee aan de beveiliging. Vandaar de vraag aan u: moet de gemeente doorgaan met het bekostigen van de Joodse veiligheid? Zo ja, waarom?

Hilhorst: “Ja, Ieder kind moet zich in Amsterdam veilig voelen op school maar ook op straat. Is dat niet het geval, dan ligt er een taak voor de overheid. De PvdA Amsterdam heeft minister Opstelten hier eerder ook op aangesproken. Zo lang de nationale overheid haar verantwoordelijkheid niet neemt  wil de PvdA Amsterdam dat de gemeente bijdraagt aan de beveiligingskosten van maatschappelijke instellingen, waaronder scholen. Tegelijkertijd moet de onderliggende problematiek – onverdraagzaamheid – worden aangepakt. Dat gaat niet met alleen beveiligingsmaatregelen. Daar is onderwijs en ontmoeting voor nodig die uiteindelijk voor wederzijdse interesse en begrip zal moeten zorgen. Projecten zoals ‘leer je buren kennen’ van de LJG zijn daar een goed voorbeeld van.”

2. Holocaust-educatie
In de afgelopen jaren is het curriculum over de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust op meer middelbare scholen onder druk komen te staan. Er zijn docenten die het onderwerp ‘Jodenvervolging’ niet behandelen omdat ze angst hebben voor negatieve reacties van leerlingen. Vooral het conflict tussen Israël en de Palestijnen zorgt ervoor dat meer leerlingen niet meer open staan voor dit thema en negatief reageren. Zowel op zwarte als witte scholen komen deze situaties voor. Toch is het zo dat de Sjoa en Jodenvervolging essentiële onderdelen zijn van de Nederlandse geschiedenis en leerlingen inzicht kunnen geven in de gevaren van discriminatie en uitsluiting. De vraag: Zou het goed zijn als de gemeente Holocausteducatie aanmoedigt en het scholen verplicht stelt om hun klassen naar het Joods Cultureel Kwartier in Amsterdam te sturen?

Hilhorst: “Het is onacceptabel dat scholen in Amsterdam geen aandacht besteden aan de geschiedenis van de Joden in Amsterdam en de Sjoa, uit angst voor negatieve reacties van leerlingen. Dat maakt deze kwestie een probleem van spanning en intolerantie tussen bevolkingsgroepen- spanningen die de PvdA in Amsterdam wil bestrijden. Wij staan immers voor een stad waar iedereen zijn eigen identiteit in vrijheid kan belijden. Niemand kan iets van de twintigste eeuw begrijpen zonder zich te verdiepen in de (aanloop naar de) Holocaust. De historische relevantie in combinatie met de actuele thematiek maakt het onderwijzen van de Holocaust een buitengewoon belangrijk onderdeel van geschiedonderwijs. Verplichten van bezoeken – welke dan ook – vinden wij niet de juiste weg, maar de PvdA begrijpt de verrijkende en verbindende waarde die een bezoek kan hebben tussen groepen leerlingen. De gemeente kan dit wel stimuleren.”

3. Briet Mila
Na de discussie over een mogelijk verbod op de sjechita (de Joodse rituele slacht) woedt nu her en der een debat over een verbod op de briet mila (de Joodse jongensbesnijdenis). Tegenstanders zeggen dat dit ‘een ongewilde verminking’ is van kinderen, zonder stil te staan bij de religieuze waarde die dit heeft voor de Joden. In verschillende Europese landen wordt op nationaal en lokaal gebied gedebatteerd over een mogelijk verbod. Vraag: in uw gemeente wonen relatief gezien veel Joodse Nederlanders. Moet de gemeente stelling nemen tegen een mogelijk Nederlands verbod op de (Joodse) besnijdenis?

Hilhorst: “In de stad van Baruch Spinoza is religieuze vrijheid is een groot goed. In de discussie over de onverdoofde rituele slacht heeft de PvdA Amsterdam stelling genomen tegen de kabinetsplannen en de eigen Haagse fractie. De druk die wij met de Joodse en Islamitische gemeenschappen hebben weten uit te oefenen op de Haagse politiek heeft in ieder geval tot aanpassingen geleid. De PvdA erkent de waarde van de Briet Mila voor de Joodse gemeenschap. Bovendien zijn er ook niet-religieuze overwegingen waarom ouders besluiten om jongens te besnijden (hygiëne). Wij zijn  tegenstander van een mogelijk verbod.”

4. Israël-boycots
Sinds enige tijd komt het vaker voor dat Nederlandse bedrijven en instellingen niet meer actief willen zijn in Israel vanwege het Israëlische nederzettingenbeleid in de Palestijnse gebieden. De concerns PGGM en Vitens hebben zich al teruggetrokken, en ook het ministerie van Buitenlandse Zaken ontmoedigt bedrijven om zaken te doen met Israelische concerns die zich onder andere begeven in de Palestijnse gebieden. Vraag: het zou kunnen dat bedrijven uit uw gemeente voor hetzelfde dilemma komen te staan als bijvoorbeeld PGGM. Mogen zij zaken doen in Israel of niet? Moet de gemeente zo’n boycot ontmoedigen of juist ondersteunen?

Hilhorst: “Volgens de PvdA Amsterdam dient de gemeente binnen deze discussie een neutrale positie in te nemen. Een eventueel advies is voorbehouden aan het ministerie van Buitenlandse zaken, niet aan een lokale overheid. Voor de rest ligt de keuze voor een boycot bij de bedrijven zelf, die voor zichzelf moeten bepalen welke positie zij innemen binnen het Israël- Palestina debat.”[bl]

Categorie:

Home » Nieuws » De Joodse stem: PvdA Amsterdam