Eerste lichtje Chanoeka aangestoken in Obrechtsjoel en in Joods Nederland

Chazzan Sasha van Ravenwade (foto: K. Rijken)

Op verschillende plekken in Joods Nederland is het eerste lichtje van Chanoeka aangestoken. Vanwege corona was het nog nooit was het zo interactief als dit jaar. In de Obrechtsjoel (Raw Aron Schuster of RAS-synagoge) in Amsterdam-Zuid werd het eerste lichtje van de Joodse Gemeente Amsterdam (NIHS) van Chanoeka aangestoken. Alles was te zien via een livestream en op YouTube, zie onder. Benzi Loonstein had een boodschap voor iedereen: juist ook in deze bijzondere tijden moeten de Joden hun identiteit en cultuur blijven behouden. Daarnaast waren er livestreams van chanoekia’s aansteken op de Dam en in de Utrechtse tuin van de familie Heinz.

Rond vier uur ‘s middags, ingaande 25 kislew, kwamen minstens tien mannen naar de Obrechtsjoel voor het eerste lichtje, allen op gepaste afstand en met mondkapjes op. Het aansteken werd verricht door chazzan Sasha van Ravenswade en de derasja werd uitgesproken door Benzi Loonstein. In zijn boodschap stond hij stil bij de oorsprong van Chanoeka en de uitdagingen waar de Joden destijds mee te maken hadden. Net als toen is er ook nu sprake van antisemitisme en assimilatie, en beiden moeten de Joden nog steeds tegengaan, stelde Loonstein terwijl hij de camera’s in sprak. Achteraf was NIHS-voorzitter Ruben Troostwijk zeer tevreden. Hij wijst op de andere uitzendingen in de komende dagen.

Cultuur en tradities ‘weggooien’
“De Hellenistische Grieken bedreigden het voortbestaan van het Joodse volk op twee manieren. Allereerst door actief antisemitisme. Hun haat tegen de Joden vertaalden ze in fysieke aanvallen, waarbij vele Joden het lieven lieten en ook de Beth Hamikdasj, de Tempel, werd aangevallen. Maar naast het voeren van een fysieke oorlog, deden de Grieken nog iets anders. Ze probeerden te zorgen voor assimilatie onder de Joden. Ze wilden dat de Joden hun Hellenistische cultuur zouden overnemen en hun eigen cultuur en tradities zouden ‘weggooien’. Daarmee werd de facto hetzelfde bedreigd, namelijk het voortbestaan van het Joodse volk,” aldus Loonstein.

“Wat was het antwoord van de Joden hierop? We kennen de verhalen van de Joden die stiekem thuis Tora leerden en de dreidels bij de hand hielden voor het geval dat de Grieken aan kwamen lopen. Hieruit blijkt dat ze de tradities in huiselijke sfeer, in het geheim, voortzetten. Maar daar bleef het niet bij. Op enig moment vonden de Chasjmona’iem het genoeg en kwamen in opstand. Het verzet was vanaf dat moment niet alleen meer in het geheim, maar werd publiekelijk. De Chashmona’iem stonden op. Maar ze hadden meer mensen nodig. En dus riepen ze: Mi Lashem elai, Wie voor G’d opstaat, laat hem of haar zich bij mij voegen. En zo voegden anderen zich bij de strijd voor het voortbestaan van het Jodendom. In die kreet, Mi lasham Elai, zit de essentie van het hele Chanoeka-verhaal. Ze waren trots op wie ze waren en wilden dat koste wat kost niet opgeven. Ze spraken zich uit.”

Huidige uitdagingen
Loonstein stond stil bij de situatie van 2020. “De gevaren van toen, van antisemitisme en assimilatie, vormen vandaag de nog steeds een bedreiging,” zei hij. “Antisemitisme komt op vanuit alle hoeken, van politiek links tot rechts. Maar we moeten ook het gevaar vanuit onszelf niet vergeten. De vrijheden en mogelijkheden vandaag de dag zijn op het oog groot. Dat is iets prachtigs en dat moeten we koesteren. Maar hoeveel ruimte laten we in ons leven over voor onze eigen cultuur en onze eigen identiteit?”

Benzi Loonstein (foto: K. Rijken)

‘Geen schaamte hebben’
De Joden moeten nooit vergeten wie ze zijn en zich daar nooit voor schamen, stelde Loonstein. “Natuurlijk is het goed om onderdeel te zijn van de gemeenschap waarin wij wonen, om te integreren. Zo heeft onze aartsvader Ja’akow het ons voor gedaan en dat is nadien altijd een bijzondere eigenschap van het Joodse volk geweest. Als we de kans krijgen, dan nestelen we ons in een gemeenschap en doen we mee. We kunnen integreren en doen dat ook. Maar we moeten ervoor zorgen dat het integreren in een andere cultuur er niet voor zorgt, dat we onze eigen cultuur, onze eigen identiteit, verliezen. We moeten nooit willen verbergen wie we zijn. Integendeel. Het aansteken van de chanoekia, maar ook juist de plaats waar we dat doen, is precies daarvoor bedoeld.”

Geen sterker wapen
Het is juist goed om de chanoekia openlijk aan te steken, benadrukte Loonstein. “Als u en ik straks de chanoekia aansteken met open gordijnen, geven wij allemaal dat signaal af, aan onszelf maar ook zeker aan de buitenwereld en aan de jeugd. We beginnen met 1 kaars, gaan morgen verder met twee en zo steeds meer. Ook daarin is te zien: het trots uitspreken wie je bent, zorgt ervoor dat het gevoel van identiteit alleen maar sterker en sterker wordt. En niet alleen bij jezelf. Mede-Joden zullen langs uw huis lopen en het licht van de chanoekia zien schijnen. Door straks voor het raam aan te steken, zeggen wij allen: Mi lashem, elai. Of zoals een bekend Joods popliedje vandaag de dag luidt: I’m a Jew and I’m proud and I sing it out loud. Want er is geen sterker wapen tegen de uitdagingen van antisemitisme en assimilatie, dan het uiten en doorgeven van trots op onze identiteit en geschiedenis en dan de uitoefening van ons geloof.”

Chanoeka thuis
Na afloop was voorzitter Ruben Troostwijk erg tevreden over de bijeenkomst. Sasha, die vanavond chazzan was, heeft een prachtige stem en Benzi heeft erg mooi gesproken. Dat in combinatie met de Rintel Chanoekia, waarvan de echte uit 1753 in het JHM staat, maakt het allemaal erg mooi,” aldus Troostwijk. “We doen dit altijd, maar vanwege corona zijn er nu minder mensen die kunnen komen. Daarom kunnen mensen meekijken. Ook zitten veel mensen traditioneel met Chanoeka thuis, dus kunnen ze nu toch meer zien.” Het sjoelbezoek is met Chanoeka niet altijd erg groot, aldus Troostwijk. “Gezinnen of families komen normaal gesproken bij elkaar, maar door corona kan dit nu ook niet plaatsvinden als normaal. Verder is deze sjoeldienst vroeg en gekoppeld aan de tijden ingaande sjabbat. Veel mensen zitten dan nog op hun werk.”

Estafette
De NIHS heeft dit jaar een soort estafette bedacht waar acht van de negen NIHS-sjoels aan meedoen. “Elke avond doen we een droosje, een toespraak, en dat is normaal gesproken ook niet. We wisselen dus iedere avond af vanuit de Obrechtsjoel, op twee na. Uitgaande Sjabbat doen we het bij jeugdvereniging van Bne Akiva, samen met AMOS.” Ook zoekt de NIHS de aanleunwoningen van het Joodse verzorgingstehuis Beth Shalom in Amsterdam-Buitenveldert op. “De bewoners van die woningen mogen het hoofdgebouw van Beth Sharlom niet betreden en daarom zijn we er woensdagavond voor hen. Dat doen we samen met Chabad. In de middag brengen we soefganiot langs en dan aan het einde van de dag, om vijf uur, wordt buiten door rabbijn Zvi Spiero de menora aangestoken.”


Viering in de Mediene
Daarnaast was er een openbare viering in de Mediene, in Utrecht. Daar werd in de tuin van de familie Heinz het eerste licht aangestoken. “Chanoeka staat symbool voor vrijheid en respect. Voor mensen die anders zijn of misschien anders doen. Voor mensen die misschien niet op ons lijken,” zei rebbetzin Bracha Heintz vanuit haar tuin. “Iedereen moet elkaar respecteren, zolang een ander de vrijheid van een tweede niet aantast. We staan niet alleen, we worden vanuit alle kanten geholpen.” Er was het Maoz Tsoer vanuit Den Haag en er waren bijdragen van de Israëlische ambassadeur, waarnemend burgemeester Peter den Oudsten van Utrecht, een imam en het aartsbisdom Utrecht. Ook bekende Utrechter Henk Westbroek was van de partij. Bekijk de registratie ui de Domstad hier:


Pakketten
“We kunnen niet samen feestvieren, elkaar niet vasthouden, niet met elkaar dansen”, zegt rebbetzin Bracha Heintz, echtgenoot van de rabbijn in Utrecht. “Maar juist nu we het virtueel doen, kunnen nog meer mensen meedoen. We draaien het om en maken het groter en mooier. Dat is het hele idee van Chanoeka.” Vanuit het huis van de rabbijn en zijn vrouw zijn de afgelopen dagen 150 pakketten verspreid om joodse gelovigen te helpen Chanoeka thuis te vieren. In de tasjes zaten onder meer een kandelaar, een traditioneel tolletje, een mondkapje met opdruk, chocola en typische lekkernijen als soefganiot – een soort donut met jam – en latkes – in olie gebakken aardappelkoekjes. Zo’n vijfentwintig vrijwilligers hebben de virtuele viering, het maken van de pakketjes en het rondbrengen daarvan mogelijk gemaakt.

Halsema ‘op de Dam’
Niet alleen in de Obrechtsjoel werd donderdagavond het eerste lichtje aangestoken, maar ook op andere plaatsen in het land was het zover. Op de Dam in Amsterdam wordt ieder jaar een chanoekia verlicht. Zo ook nu. Door corona kon een grote bijeenkomst niet doorgaan en dus was er een bescheiden samenkomst georganiseerd die menen via de live stream konden volgen. Burgemeester Femke Halsema (GroenLinks) speelde hier ook een rol in. Onder leiding van Menachem Evers stak onder meer voorzitter David Beesemer van Maccabi Nederland het eerste lichtje aan.

Bron: Twitter


Lees ook:
Trump plant Chanoeka-feestje in Witte Huis en dat kan uit de hand lopen
President Donald Trump houdt binnenkort een Chanoeka-bijeenkomst in het Witte Huis waar een groot aantal gasten naartoe mag komen. Het is een van de vele samenkomsten die zijn regering ondanks de coronaproblemen houdt. Voor een nieuwe uitbraak in de ambtswoning wordt gevreesd.

Categorie: |

Home » Nieuws » Eerste lichtje Chanoeka aangestoken in Obrechtsjoel en in Joods Nederland