Naza – column Paul Damen

Paul Damen, 2019 (bron: FB)

Noem het een politieke parabel, van mijn part. Of een ware wintervertelling. Toen Duitsland alweer de oorlog verloren had, maar niet de nazi’s verboden, wilden die nog steed de vorige Krieg winnen. Want Nederland moest van de kaart geveegd. ‘Holland: von der Grenze zum Strand!

Bij oostenwind lieten de nazi’s ballonnen op met oude pantservuisten eraan. Of hingen die aan door de Verenigde Naties als noodhulp verstrekte condooms of chirurgische handschoenen met helium. Elke nacht schoten ze carbidbussen af, zodat in grensplaatsen als Enschede, Oldenzaal en Hardenberg niemand sliep. Elke nacht het alarm van amateurraketten, gemaakt van oude regenpijpen, die vaak ergens in een akker landden, maar ook wel eens crashten in kinderkresjes. Soms, als er weer een serie regenpijpen tussen de pootaardappelen was ontploft, had de Nederlandse regering er genoeg van. Dan beschoten F16’s de lanceerinstallaties over de grens, bewoond gebied vermijdend, maar wel bewust bierkelders met bruinhemden precisie-bombarderend.

Maar dat was ‘buitenproportioneel’, luidde internationaal de kritiek. Zo kwam er nooit vrede, zeiden de Verenigde Naties – met nogal wat landen erin die met de nazi’s samenwerkten. Die bierkelders waren burgerdoelen. Zeiden de grootmachten. Waar twee vechten, moet de sterkste ook de verstandigste zijn. Zei het Europees Parlement. Nazi-Duitsland had het ook niet gemakkelijk immers, geïsoleerd, verdeeld, deels achter een Muur, en met enkel katapulten, stenen en proppenschieters als wapen, zei de internationale pers. Dat Duitsland ontwapend was vanwege die eerdere oorlogen, stond er dan weer niet bij. Of dat die nazi’s Nederland nog steeds van de kaart wilden vegen.

Nee, Europa, de wereld, de pers, de politiek was duidelijk voor nazi-Duitsland. De boycot van Nederlandse producten als tulp en tomaat was al bijna gewoon. En bij demonstraties liepen jongeren verkleed als ‘verzetsstrijder’. Bruin uniform, houten handgranaat aan de koppelriem. Nederland pleegde ‘genocide’ op Duitsland, zeiden ze. Het was één grote gevangenis. En door hun megafoons klonk ‘intifada nu!’ en ‘Nederland weg ermee, van Enschede tot aan de zee!’ Of ze showden op kaartjes hoe Duitsland was gekrompen. Het Derde Rijk, ooit reikend tot aan de Oeral, nu gesplitst, Elzas afgepakt, Berlijn bezet door koloniale machten als Engeland en Amerika.

Nederland wilde zelfs de Duitse bedevaarten naar Zandvoort stoppen! En wat moest men dan als Duitser zonder de cultuur van kuilen graven en die markeren met een windscherm en een kratje bier? Sommigen eisten zelfs de Dam op – ‘als zij niet tegen de bolsjevisten hadden gevochten, had dat hele Nationale Monument daar niet gestaan’. Linkse wetenschappers wezen op het Wilhelmus waar sprake was ‘van Duitschen bloed’. Naar Willem van Oranje, uit Dillenburg, Duitsland. Heette Nijmegen niet van oudsher Nimwegen? En Arnhem eigenlijk Arnheim? En de Rijn ooit Rhein? En die Karel de Grote uit het ‘nationale Nederlandse’ epos ‘Karel ende Elegast’ – kwam die niet uit Aken? En die ‘elegast’ – ‘gast’, kan het duidelijker?

En zo werd de geschiedenis herschreven en Nederland met terugwerkende kracht opgeheven. Dat vond de wereld normaal. Dat hele ‘Hollandisme’ zoals de Nederlanders hun nationaal streven omschreven, dat was toch enkel een Westers koloniaal project, bedoeld om Duitsers hun terechte claim op hun land te ontzeggen?

En dus stond er elke week een voormalige Oostfrontstrijder op de Dam met een fietskar vol Rijksvlaggen. Met op plakkaten de ‘misdaden van Nederlanders’. Al waren die foto’s van aardbevingen op Haïti en hadden de Nederlandse soldaten een Arbeidzjaans uniform aan. Maar dat misdadige Nederland mocht niet bestaan! En het gemeentebestuur liet die man op de Dam gewoon zijn gang gaan. Want ‘vrijheid van meningsuiting’, toch?

Zelfs in de Nederlandse regering wilden ministers steun geven aan Duitse bruine partijen – om ‘humanitaire redenen’. Want ‘voor dat bruin zijn was geen bewijs’. En toen de Amerikanen wél de geldkraan van die bruine partijen dicht draaiden, bleef die minister die gewoon doorbetalen. En de kerken bleven collecteren voor de Duitse nood. Want was Jezus, die opkwam voor de onderdrukten, ook niet een soort bruine verzetsstrijder geweest? Ja, het kon zo mooi zijn als die koloniale Hollanders nou eens ophielden, met hun nederzettingen vol vakantiehuisjes, het leven van hun Oosterburen zuur te maken! Samen in vrede, zoals in andere staten waar dat was gelukt. Zoals Amerika en Rusland. Engeland en Ierland. Israël en Palestina. Maar ja, echte vrede tussen Nederland en Duitsland – daar zou het wel nooit van komen. Daarvoor verschilden die landen te veel van elkaar. En van de rest van de wereld. Toch?

Lees ook:
De leugenfabriek – column Paul Damen

‘In geen enkele regio die ik bereisde wordt de kleine leugen zo enthousiast gebruikt als smeermiddel in de dagelijkse omgang als in het Midden-Oosten. Vanaf de meest onschuldige drogcomplimenten: wat heeft meneer een mooi pak aan, wat ziet zijn mevrouw er beeldschoon uit; tot verhaal op verhaal vanwege de verkoop, soek-na-soek, vertel me er niet van. Onze westerse, calvinistische blik begrijpt dat niet…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Naza – column Paul Damen