Eisenmann: ‘Ik ben niet nodig voor de Joodse zaak’

De Joodse bestuurder Ronnie Eisenmann maakte vorige week bekend op plaats vijf van de conceptlijst van de VVD in het Amsterdamse stadsdeel Zuid te staan. Het gaat om een stadsdeel waar veel Joodse kiezers wonen. Eisenmann stelt dat hij niet nodig is om Joodse kiezers binnen te halen.

Hoe bent u op plek vijf van de VVD-lijst in stadsdeel Zuid terecht gekomen? Was u al actief voor die partij?

“Ik kreeg een hint om me kandidaat te stellen voor de lijst van de VVD voor de komende verkiezingen. Vervolgens hebben er twee gespreksrondes met het bestuur plaatsgevonden en vorige week ontving ik bericht dat ik op plaats nummer 5 sta op de zogenaamde conceptlijst. Uiteindelijk stellen de leden de lijst over twee weken vast. Ik was lange tijd niet politiek actief, omdat ik het niet juist vond om mijn voorkeur voor een politieke partij te laten blijken zolang ik voorzitter was van het bestuur van de Joodse Gemeente.”

Binnen Joods Nederland bent u vooral bekend als bestuurder voor de NIHS en als advocaat, vanwaar de overstap naar de politiek?

“Het is niet echt een overstap. Advocaat blijf ik gewoon en mijn zittingsperiode bij de Joodse Gemeente Amsterdam zat er op. Ik heb twee jaar terug al aangegeven dat dit mijn laatste periode zou zijn. Ik heb altijd interesse gehad voor de politiek en ben via mijn functie als voorzitter van de Joodse Gemeente veel in aanraking gekomen met de politiek, zowel lokaal als landelijk.

In 2011 en 2012 voorkwam u een verbod op de sjechita door op en rond het Binnenhof te onderhandelen. Hoe kijkt u daarop terug?

“We hebben met een team van vrijwilligers gestreden tegen de georganiseerde en sterk gefinancierde lobby van de PvdD. Dat was een harde, intensieve, maar ook zeer leerzame periode. Uiteindelijk hebben de zuivere argumenten van godsdienstvrijheid in de Eerste Kamer de doorslag gegeven. De constante strijd tegen de beeldvorming in een seculier land moest op die manier worden gevoerd. Ik ben er trots op dat ik onderdeel heb mogen uitmaken van een hecht team van jonge Joodse professionals, dat deze klus met elkaar heeft geklaard. Maar we moeten ons geen illusie maken, PvdD-leider Thieme en haar achterban zullen hun strijd willen voortzetten.”

De VVD in Amsterdam profileert zich als partij die voor de Joden in de hoofdstad opkomt, onder meer om te pleiten voor een totale overheidsvergoeding voor de beveiliging van Joodse instellingen. De partij maakt hiermee goede sier bij de Joodse gemeenschap. Bent u nog wel nodig?

“Ik ben niet zozeer nodig voor de Joodse zaak, zo zie ik dat niet en de VVD evenmin. Natuurlijk breng je je eigen achterban in een dergelijke functie mee, zeker in de lokale politiek, maar de belangen in de bestuurscommissie zijn de algemene VVD-belangen van en in het stadsdeel. Het is wel zo dat ik bewust heb gekozen voor de VVD, juist vanwege hun steun voor de Joodse zaak in de volle breedte, zoals we die de afgelopen twee gemeentelijke bestuursperioden hebben kunnen ondervinden.”

Bent u straks een stemmenkanon?

“Ik ga uiteraard mijn best doen om zoveel mogelijk stemmen te trekken. Uiteindelijk stemmen de mensen op een partij en een persoon waarmee ze iets hebben, zeker op lokaal niveau. Het is leuk om te merken dat mensen me nu al steunen en hebben toegezegd om mij te helpen. Campagne voeren is geen vies woord. Je zult bereid en in staat moeten zijn om de boodschap van de partij en de meerwaarde van jezelf uit te dragen.”

De VVD is traditioneel sterk in stadsdeel Zuid. De kans is dus aanwezig dat u in de deelraad komt. Bent u daar dan alleen actief voor de Joodse zaak of zijn er ook andere dossiers die u bekoren? Zo ja, welke?

“Nogmaals, de Joodse zaak is geen doel op zich, maar de Joodse belangen in het stadsdeel zijn de laatste jaren zeer goed bediend. Het zou mooi zijn als we vanuit het stadsdeel zaken gedaan kunnen krijgen die in gang zijn gezet, waaronder kosten van de veiligheid. Er zijn gelukkig nog veel meer belangen die spelen in het stadsdeel. Met bijna 140.000 inwoners is Zuid (als het een aparte gemeente zou zijn) na Den Bosch nummer achttien van grootste gemeenten van Nederland. Dat zegt wel wat.”

Wat zijn uw verwachtingen van de politiek?

“De deelraden worden anders van opzet. Er komen zogenaamde bestuurscommissies. Voor iedereen is het afwachten hoe dat precies invulling gaat krijgen. Hopelijk ben ik in staat om de belangen van de bewoners en ondernemers in Zuid te dienen. Dat begint met inzet en beleid. Ik zal me laten horen als dat nodig is. Dat heb ik bij de Joodse Gemeente ook altijd gedaan. Met mensen werken vind ik enorm leuk. In een voor mij nieuwe omgeving met nieuwe inzichten en een andere dynamiek aan de slag gaan en zaken gedaan krijgen, dat is voor mij de uitdaging.”