‘Het is 1938!’

Brigitte Wielheesen (beeld: FB).
Brigitte Wielheesen (beeld: FB).

‘Mijn hele leven heb ik mij naïef afgevraagd wat bekenden van me in de jaren 1933-1945 tegen Jodenhaat en de anti-Joodse maatregelen gedaan zouden hebben. Passief of actief verzet, vluchten, collaboratie of de kop in het zand steken? Waarom leidde dit tijdperk tot de moord op zes miljoen Joden? Hoe was dit mogelijk? Ik begin het steeds meer te begrijpen. Het  aantal personen waarvan ik verwacht dat ze actief verzet zouden plegen kan ik op een hand tellen. Het aantal personen die ik in de laatste twee categorieën classificeer wordt steeds hoger. De Nederlandse politici vallen sowieso al in de laatste categorie. Het is te stil in Den Haag. Angstig stil.

Het is een illusie te denken dat Jodenhaat nooit heeft bestaan in de Nederlandse maatschappij. Sinds begin jaren negentig is door het CIDI gemonitort hoeveel antisemitische incidenten hebben plaatsgevonden. Vanaf 2000 is een sterke stijging van Jodenhaat te constateren, blijkt uit de presentaties van het CIDI. Deze jaarlijkse stijgingen rapporteren ook  de Anne Frank Stichting en de Landelijke Vereniging van Antidiscriminatie Bureaus en Meldpunten (LVADB). Het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI) meldt sinds 2009 de steeds meer groeiende toename van Jodenhaat op Marokkaanse en islamitische sites. De vaak onjuiste berichtgeving door de media over Israël speelt een grote rol in de sterke toename van Jodenhaat in de laatste decennia.

Eind november lees ik over het bezoek van een Britse parlementaire delegatie aan Nederland. Deze parlementariërs horen ter plekke dat een hoog aantal Joodse jongeren Nederland wil verlaten. Overigens geen onbekend gegeven. In 2000 wordt door de media al melding gemaakt van een groot  aantal Joodse jongeren dat vanwege Jodenhaat Nederland uit wil. De Britse parlementariërs zijn gechoqueerd en begrijpen niet dat de Nederlandse regering zich stil houdt over deze kwestie. Volgens parlementariër John Mann zijn in Nederland de minst betrokken politici van alle Europese landen. Met name in het parlement vielen hun weinig politici op die zich actief tegen het toenemend antisemitisme keren. “Als parlementariërs moeten we onze verantwoordelijkheid erkennen en moeten wij de leiding nemen in het gevecht tegen deze opleving van haat,” stelt Mann.

Politici steken al vijftien jaar hun kop in het zand of kijken weg. Het tijdperk 1933-1945 zijn ze vergeten en ze houden steeds minder rekening met het behoud van een eigen Joodse identiteit. Artikel 1 en 6 van de Grondwet wordt met een korreltje zout gehandhaafd. Dat bleek tijdens het debat over ritueel slachten en de voorstellen die in de politieke laden klaar liggen om de besnijdenis te ontmoedigen.

Wat hebben Nederlandse politici dit jaar gedaan tegen antisemitisme? Het kabinet spreekt met diverse betrokken organisaties over de bestrijding van antisemitisme. De toenmalige minister Timmermans noemt antisemitisme een uiting van ‘één van de donkerste delen van de Europese ziel’. Het is de grootste uitdaging voor ‘ons als Europeanen’ hier telkens wat aan te doen. In augustus meldde premier Rutte: “Ouders, familie en scholen hebben een grote verantwoordelijkheid om te voorkomen dat jongeren radicaliseren en zich antisemitisch uitlaten.” De ministers Bussemaker en Asscher gaan binnenkort praten met gemeenten, scholen en maatschappelijke organisaties over de manier waarop discriminatie en antisemitisme het beste kunnen worden aangepakt. Er wordt gepolderd. Is dit de aanpak tegen Jodenhaat? Als de Nederlandse politici hun prioriteiten niet gaan verleggen, hebben we straks geen Joodse jongeren meer. Naïef ben ik niet meer. Het is 1938! Die paar mensen die ik met een hand kan tellen, koester ik.’

Categorie:

Home » Columns en opinie » ‘Het is 1938!’