‘Ik ben een Kooperberg’, deel 2 – column Max Moszkowicz

Max Moszkowicz

‘Ik ben een Kooperberg’ was de titel van de column die ik vorig jaar juli voor dit mooie platform schreef over de ontdekking van het Joodse bloed aan mijn moederszijde. Ik onderwierp mijn moeder aan een etnische DNA-test omdat er sinds ik me kan heugen geruchten binnen de familie resoneerden over een Joodse achtergrond. Het was een stuk familiegeschiedenis dat nog zeer in nevelen gehuld was, namelijk mijn maternale bloedlijn. Dat bewijs kreeg ik toen ik een etnische DNA-test deed en het onomstotelijke bewijs zag dat ik aan mijn moeders kant gigantisch veel Asjkenazisch Joods bloed heb. DNA liegt niet en dus was de tijd aangebroken om op onderzoek uit te gaan! De bevindingen openbaarden een prachtig familieverhaal.

MyHeritage
Het stuk heeft destijds een domino-effect veroorzaakt waarvan ik zijn weerga nooit had kunnen zien aankomen. Het was een etnische DNA-test van online genealogie-platform MyHeritage die het familie mysterie naar de oppervlakte bracht. Waar komt al dat Joodse bloed toch vandaan? Om het even kort te recapituleren: Doordat ik kon inzien aan wie ik genetisch verwant ben binnen de database van MyHeritage-gebruikers kon ik traceren van welke Joodse familie we afstammen.

Beetje geluk
Door de combinatie van de in nevelen gehulde overleveringen binnen de familie aan mijn moederskant en het onomstotelijke DNA-bewijs, bleek een Israëlische derde graad neef de sleutel naar het familiegeheim. Een verboden liefde op de overgang van de negentiende naar de twintigste eeuw was plaats delict van onze Joodse roots. Oude geruchten bleken waar te zijn. Alhoewel iedereen zijn eigen idee heeft van wie onze Joodse voorvader is, zijn er na een gecalculeerde deductie twee kandidaten overgebleven. Het moet een van de broers Kooperberg uit het Noord-Brabantse Raamsdonkveer zijn geweest. Of het was Jacob Kooperberg of het was Fillip Uri Kooperberg. Om uiteindelijk bij deze twee ‘kandidaten’, de gebroeders Kooperberg, uit te komen moet ik toegeven dat ik een beetje het geluk aan mijn zijde had.

Verborgen familiegeschiedenis
Enkele dagen na de publicatie van de Jonet-column ‘Ik ben een Kooperberg’ verscheen er een mailtje van ene Pascal Hendriks van het ‘Veerse erfgoed’ in mijn inbox. Ze bleken al heel lang bezig te zijn met het in kaart brengen van de Joodse geschiedenis in hun deel van de Brabantse mediene. Door de tweede wereldoorlog was de Brabantse Joodse gemeenschap vrijwel helemaal verdwenen, en het genootschap van het Veerse erfgoed was bezig met deze vergeten lokale geschiedenis weer in kaart te brengen. Pascal was net zo verbaasd over mijn column als ik over zijn werk. Mijn ontdekking bleek voor Pascal een belangrijke schakel voor zijn zoektocht naar de Joodse geschiedenis van Raamsdonkveer en Geertruidenberg te zijn, en zijn werk onthulde voor mijn familie op zijn beurt weer onbetaalbare informatie uit onze verborgen familiegeschiedenis.

Dronkenlappen en vechtjassen
Op uitnodiging van het Veerse erfgoed reisde ik samen met mijn moeder af, vergezeld door een substantiële delegatie van mijn maternale familie, naar de Brabantse gezelligheid van Raamsdonkveer. Aldaar openbaarden de bevlogen Pascal Hendriks, Riky van Leeuwen en Lenie Aarts het rijke verhaal achter onze Joodse roots. Het bleek een bloedspannend ‘who done it’ verhaal van een verboden liefde in tijden van verzuiling te zijn. Het Veerse genootschap trapte af met een in sierlijke letters opgetekend geboortecertificaat van mijn in 1894 te Raamsdonkveer geboren overgrootvader ‘Johannes Adrianus Vissers’, kind van moeder Maria Antonetta van der Pluijm en vader Hubertus ‘Huib’ Vissers. Hij was het veertiende kind in een rits van achttien kinderen uit de rauwe schippersfamilie ‘Vissers’.  Ze hadden een zekere reputatie in het dorp waar ze bekend stonden als dronkenlappen en vechtjassen. In menig rechtbank document passeerden er destijds meerdere van de Vissers-jongens de revue waarin ze meestal openlijk dronken waren en vaak ook nog eens stevig hadden geknokt. Een beetje de ‘New Kids’ maar dan meer dan honderd jaar geleden.

Sprongetje
Het onderzoek bracht ons als eerste naar het kleine dorpje ‘Dussen’ waar de jonge Jacob Kooperberg in de leer was bij zijn oom in de kosjere slagerij. Maria Antonetta van der Pluijm kwam uit Dussen, dus de kans is groot dat de tieners elkaar daar hebben ontmoet. Om er niet een al te lang verhaal van te maken, maken we even een sprongetje. Het Veerse erfgoed nam ons op sleeptouw langs de plekken waar de Kooperberg-familie en de Vissers-familie woonden en werkten in Raamsdonkveer. Maria was getrouwd met de rauwe vletter Huibert Vissers, hij was meestal de hele week van huis om te werken in de Biesbos, Maria was werkzaam als dienstbode voor de grote broer van Jacob, namelijk Fillip Uri Kooperberg. De familie Vissers had een kleine aanleunwoning tegen de manifacturenwinkel van Filip Uri, waar hijzelf boven woonde. Fillip Uri was zijn leven lang vrijgezel en bekleedde een belangrijke functie binnen de Joodse gemeenschap in de regio als voorzitter van de synagoge in Geertruidenberg. Het gerucht ging dat twee à drie van de achttien Vissers-kinderen waren verwekt door een van de Kooperbergen. Mijn DNA-test wijst uit dat in ieder geval mijn overgrootvader een van die kinderen was. Saillant detail is dat Johannes ‘Han’ Vissers zijn eerste baantje kreeg in de zaak van Fillip Uri.

Wie was mijn voorvader?
Nu reist de vraag: Wie van deze twee broers is mijn voorvader? Was het de verboden puberliefde tussen Maria Antonetta en Jacob die zich voortzette in hun volwassen leven naast hun bestaande huwelijken? Of werd Maria Antonetta verliefd op de grote broer Fillip Uri?

Nadat Fillip Uri overleed liet hij een gigantische erfenis aan Maria Antonetta en een deel van haar kinderen na, en hij hielp een aantal van de kinderen financieel door hun scholing heen. We zullen het nooit weten maar geef je fantasie de vrije loop. Was het Jacob die het hart van Maria Antonetta veroverde op een zwoele Brabantse zomeravond? Wellicht deed zijn grote broer enkel alleen maar een verwoede poging om het ‘schandaal’ stil te houden in tijden van verzuiling en om zijn positie als figuur van statuur in de gemeenschap veilig te stellen? Of bleef hij vrijgezel omdat Maria Antonetta zijn levenslange grote liefde was? Wees vrij om zelf te kiezen wie het zou kunnen zijn geweest, maar ik ga voor Jacob, daar is echter bijna niemand in mijn familie het mee eens.

Catherine Keijl is familie
De climax kwam een half jaar geleden toen er in Raamsdonkveer het ‘Kooperbergpad’ werd onthuld door Pascal en de burgermeester ter nagedachtenis aan de Joodse geschiedenis van het dorp. Wederom waren we met de familie uitgenodigd als genetische nabestaanden van de Kooperberg familie. Maar er wachtte ons daar een grote verrassing! We troffen een grote groep mensen aan die Pascal en de burgermeester omringden. Het Veerse erfgoed had wereldwijd afstammelingen van de familie Kooperberg opgespoord en een groot deel was aanwezig, waaronder journaliste en televisiepersoonlijkheid Catherine Keijl. De Olympische schaatser en goudenmedaillewinnaar Mark Tuitert blijkt ook een Kooperberg afstammeling te zijn uit zijn aflevering in ‘Verborgen verleden’. De Nieuw Zeelander John Kooperberg voerde het hoogste woord aangezien hij de stamboom knap in elkaar had geschoven. Maar met die bastaarden van Fillip Uri of Jacob Kooperberg had hij maar weinig op en daar moesten we als familie toch wel een beetje om gniffelen.

Boom geplant
We stonden er lekker toch maar, een hele sliert familie voortgekomen uit de verboden liefde tussen een joodse jongen en een katholiek meisje. We zijn geen Vissers maar Kooperbergjes! De Brabantse lokale kranten kopten: De Moszkowicz-broers hebben Joodse roots in ons Raamsdonkveer, en wij Moszkowicz’en zijn daar trots op. We hebben de dappere onderzoekers van het ‘Veerse erfgoed’ Pascal, Riky en Lenie bedankt door in hun naam bomen in Israël te laten planten. Trots stuurden ze me later foto’s met de certificaten van hun bomen die ze thuis aan de muur hadden opgehangen. Wellicht zou dit een nieuwe documentaire kunnen worden, zal ik het doen?

Lees ook:
Ik ben een Kooperberg! – column Max Moszkowicz

‘Wellicht weet je het nog, drie jaar geleden kwam mijn eerste grote mensen-documentaire ‘Wij Moszkowicz’ uit. Zes jaar lang dompelde ik me onder in de meeste pijnlijke maar ook mooie momenten in het bestaan van mijzelf en dat van mijn vader Robert Moszkowicz…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » ‘Ik ben een Kooperberg’, deel 2 – column Max Moszkowicz