In de oorlog waren de Oekraïners niet bepaald pro-Joods’

Binyomin Jacobs (beeld: speakersacademy)
Binyomin Jacobs (beeld: speakersacademy) (dv)

‘Terwijl ik dit Pesach artikel aan het papier toevertrouw, verbaas ik mij over de vanzelfsprekendheid waarmee wij hier in Nederland overtuigd zijn dat Rusland ongelijk heeft en de Oekraïne gelijk. Het doet mij denken aan ‘de lente revoluties’ in de diverse Arabische landen. We stonden volledig achter de nieuwe overheden en voelden de opluchting van de bevrijding…….. Hoe bedrogen zijn we uitgekomen, want het is maar zeer de vraag of de revoluties inderdaad de lente hebben gebracht!

En zie, dezelfde emoties zien we nu weer in de Oekraïne. We zijn collectief tegen Rusland en bijna eensgezind voor de Oekraïne! Een korte historische terugblik vertelt ons echter dat in de Tweede Wereldoorlog de Oekraïners niet bepaald pro-Joods waren. Integendeel! De wreedheden waren van ongekend niveau. En ook vandaag staat antisemitisme hoog in het Oekraïense vaandel.
In de Poerim-geschiedenis hadden de Joden een duidelijke tegenstander, Haman, die Koning Achasjwerosj wist te beïnvloeden. Maar in de Oekraïne is er geen sprake van voor- en tegenstanders: er zijn enkel tegenstanders! En wij zitten er tussenin: wat we doen, doen we fout.

De Megilla leert ons dat we onze hoop op de Allerhoogste moeten richten en tegelijkertijd de diplomatieke wegen moeten bewandelen, maar in de Oekraïne zijn er voor de Joden geen diplomatieke wegen. En dus rest ons om te hopen op een redding van Bovenaf. En dat is Pesach. Alle diplomatieke pogingen die Moshe ondernam richting de Farao, liepen op niets uit. Iedere keer weer kwamen er beloftes van de Farao. Hij zou de Joden laten gaan. Maar als dan de zoveelste plaag weer voorbij was, bleek de plechtige toezegging waardeloos…. en dus waren we weer slaven van de Farao in Egypte.

Totdat de Allerhoogste ingreep en het hele Joodse volk de bevrijding tegemoet kon gaan. Weg van de anti-Joodse wereld, weg van de slavernij, weg van een leven waarin de afgodendienst centraal stond. En tegelijkertijd niet alleen weg van, maar ook op weg naar de berg Sinai. Eensgezind stonden we daar aan de voet van de berg Sinai op de vijftigste dag na de Uittocht uit Egypte om de Thora, het geheim van ons bestaan, in ontvangst te nemen. Bevrijd! Maar niet voor eeuwig. Want vele ballingschappen moesten we als volk doorstaan en als volk overleven.

Enige weken geleden liep ik in Warschau in de straten die eens het getto vormden. En ook moest ik voor een missie naar Hongarije. Iedere vierkante centimeter was doorweekt met Joodse geschiedenis en met Joodse tranen. Geschiedenis die geen geschiedenis had hoeven zijn, als de mensen mens zouden zijn gebleven.

Bij de Seideravond drinken we juist rode wijn, om te tonen dat we niet bang zijn voor het bloedsprookje dat verhaalt dat wij Joden het bloed gebruiken van christen kinderen om onze matzes te bakken.    

Maar is het bloedsprookje slechts een sprookje dat in het land der fabelen thuishoort? Of leeft het nog en weer in Polen, Oekraïne, Hongarije?
En helpen diplomatieke stappen nog, gelijk op Poerim, of is Poerim al voorbij en trekken we op met matzes in onze hand naar de geoela, de bevrijding. Toen was die bevrijding nog van tijdelijke duur, maar nu trekken we op, vanuit de vier hoeken der aarde, richting geoela sjeleema, naar de complete en ultieme bevrijding. Nu nog slaven, maar morgen vrij, echt vrij en dus in Jeroesjalajim habenoeja, het herbouwde Jeruzalem.

Zonder gezeur over ‘bezette gebieden en kolonisten’, zonder anti Israël resoluties van de Verenigde Naties, zonder problemen met koosjer slachten en de brit mila, zonder boycot van Israël die zogenaamd niet als boycot is bedoeld, zonder antizionisten die benadrukken geen antisemieten te zijn,

maar met het Beth Hamikdasj, de Derde Tempel, waar Hakadosj Baroeg Hoe voelbaar en zichtbaar aanwezig zal zijn!
Jeroesjalajim, het onverdeelde centrum van Israël en van de wereld. Jeroesjalajim: een volledige G’dvrezendheid die een intense achdoet, éénheid, zal brengen, tussen Israël en de volkeren en ook onderling tussen ons. Ziet u het voor u? Geen machloukes meer! Alle blikken dezelfde kant op gericht!
Dat is de tijd van de Mosjiach die nu eindelijk moet komen.
Bimheera wejameenoe – spoedig in onze dagen.’

Binyomin Jacobs, opperrabbijn                                       
Pesach 5774
 

Categorie:

Home » Columns en opinie » In de oorlog waren de Oekraïners niet bepaald pro-Joods’