Je mag tegenwoordig niks meer zeggen – column David Barnouw
De vrijheid van meningsuiting zou tegenwoordig onder druk staan, stelt columnist David Barnouw. Dat die wordt beperkt, vindt hij apekool. Kijk maar eens naar sociale media. ‘De hoeveelheid haatdragende, smerige, obscene en zwaar beledigende uitingen op sommige socials is onuitputtelijk’.
Wat ontzettend jammer dat ik mijn column niet een maand later kan inleveren. Dan zou ik de tentoonstelling in het Joods Museum Seks: Jewish Positions hebben kunnen meenemen. Want wat zou dat nu zijn: Joodse standpunten, Joodse functies of Joodse locaties? Ik neig naar Joodse Standjes, een Joodse Kamasutra als het ware of ‘hoe deed de overspelige koning David het?’ om maar een bekende Jood te noemen. Maar omdat de tentoonstelling pas 21 november – de geboortedatum van Voltaire – opent, moet ik mij op andere onderwerpen concentreren.
De vrijheid van meningsuiting in dit geval. Die staat nu onder druk, schijnt het. Het hoogtepunt van die vrijheid zou bereikt zijn bij het zogenaamde Ezelproces uit 1968. De schrijver Gerard Reve werd niet veroordeeld voor strafbare, smalende godslasteringen in de zin van artikel 147 Wetboek van Strafrecht. Zijn uitingen waren weliswaar godslasterlijk, maar niet honend. Deze uitspraak, tot aan de Hoge Raad, is in Nederland vaak gebruikt om te bewijzen dat je vanaf toen alles mocht zeggen en dat zulks de laatste decennia ernstig is teruggedraaid.
De hoeders van het allervrijste vrije woord schijnen niet te beseffen dat naast artikel 147 (godsdienst) ook nog artikel 137 a-h (discriminatie) bestaat.
De vrijheid van meningsuiting is een overeenkomst tussen de staat en de burgers, niet van burgers onderling. En de vrijheid van meningsuiting kent natuurlijk altijd grenzen. Als iemand mij in het openbaar regelmatig voor pedofiel uitmaakt, zal ik naar de politie gaan en hopen dat er een proces-verbaal wordt opgemaakt en dat de dader zich zal moeten verantwoorden.
Een van de vrijste woord hoeders, wijlen Theo van Gogh, moest ook verschillende keren voor de rechter komen omdat hij van mening was dat er voor hem geen grenzen of wetten golden. Zijn antisemitische en islamofobe uitlatingen waren toen strafbaar en die zijn dat nog steeds. Maar het was niet de staat die met Theo afrekende, maar een geradicaliseerde moslim, die voor deze moord een levenslange gevangenisstraf kreeg.
‘Je mag tegenwoordig ook niets meer zeggen’ is een klacht die de laatste tijd eerst van de rechterflanken van het politieke spectrum te horen waren. Niet alleen mag je niets meer zeggen, maar alles wat mooi is en onze nationale identiteit verbeeldt, wordt ons ook afgepakt. Ik noem er maar een paar: Zwarte Piet, Jan-Pieterszoon Coen, de hele Gouden Eeuw en nu ook het o zo onschuldige meeneem bloemenboeket. ‘Je mag tegenwoordig ook niets meer zeggen’ komt nu ook van de linkerflanken, die jaloers kijken naar de gouden tijd van Theo van Gogh, de ridder van het Vrije Woord.
Sinds de tomeloze opkomst van de socials lijken het mij volstrekt onzinnige beweringen. De hoeveelheid haatdragende, smerige, obscene en zwaar beledigende uitingen op sommige socials is onuitputtelijk. Een groot deel is overduidelijk in strijd met de artikelen 137 en 147, maar worden nooit vervolgd, op enkele uitzonderingen na. Niet uit desinteresse, maar omdat er gewoon geen beginnen aan is. En ook omdat het overgrote deel van deze vrije woord ridders anoniem schelden en beledigen, hun Vrije Woord-gezicht als het ware afdekken.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren