Joods Erfgoed; wat doen we ermee? – column David Barnouw

Radio 1

Het begon met een viertal artikelen in Benjamin, het JMW-Magazine, over Joods erfgoed in Nederland en wat er mee te doen. Succesverhalen zoals Westerbork en de sjoel in Dieren, mislukkingen zoals de sjoel in Deventer (nee, het wordt geen Foodhal) en klagen (waarom krijgt de muur van Mussert subsidie?). Merkwaardig genoeg ging het laatste verhaal over de vraag wat Joods erfgoed nu precies was; iets om mee te beginnen, zou ik zeggen.

Het waren aanzetten voor het debat dat op 9 februari, toen Ciara over ons land raasde, dat plaatsvond in de Amsterdamse Uilenburgersjoel’ zelf een mooi voorbeeld van fraai gerestaureerd Joods erfgoed met een brede culturele invulling. Vier sprekers voerden het woord, onder leiding van de hoofdredacteur van Benjamin, Ferry Biedermann.

Emile Schrijver, de multimiljonair van het Holocaust Museum, startte met een fraaie academische inleiding zonder moeilijk gedoe, maar lucide en vol vraagtekens. Maar eerst had hij een teleurstellende mededeling; het merendeel aan Joods erfgoed wat aan het Joods Historisch Museum wordt aangeboden, is noch museaal, noch kostbaar. Het is voor de familie wellicht waardevol, maar daar buiten niet of nauwelijks.

Vervolgens hakte Schrijver het idee Joods erfgoed in hapklare brokjes, maar hij wist ook weer alles met elkaar te verbinden. Synagogen, musea, bibliotheken, archieven, begraafplaatsen, privécollecties, Holocausterfgoed/omstreden erfgoed, roofkunst, kunstmarkt, toerisme en de internationale aspecten kwamen allemaal aan bod. Maar zelfs met een fraaie UNESCO-definitie kom je er (nog) niet uit, wat dat Joodse erfgoed nu echt is.

Tamara van Kessel stapte over de grens met als voorbeeld het Joodse getto in Rome, waar steeds minder Joden wonen, maar wat steeds ‘Joodser’ geworden is, inclusief Davidsterren en Israëlische vlaggen. En zij merkte op dat in Nederland wel erg veel Joodse begraafplaatsen in het Monumentenregister staan. Panellid Daniël Metz bleef in Amsterdam, waar hij de nadruk legde op Joodse gebouwen in de openbare ruimte, die om tal van redenen behouden dienden te blijven. Manja Pach tenslotte liet zien hoe Joods erfgoed behouden kon blijven, maar legde ook de vinger op het feit dat door het geringe aantal Joden een heleboel Joods erfgoed nauwelijks zou kunnen blijven.

Samen met de eerste spreker gingen zij in forumvorm verder op het onderwerp, maar wat nu precies Joods erfgoed was, bleef in het ongewisse. Duidelijk was wel dat de invloed van de Holocaust de laatste decennia groter is geworden en dat Joods erfgoed, wat vroeger niet bewaard bleef, nu wel meer kansen heeft. Het is een paradox voor een gemeenschap die in het nu wil leven en naar de toekomst kijkt, subsidies ontvangt vanwege de grote vervolging. Dat sommige zaken toch niet gemakkelijk van de grond komen, werd ook geweten aan de versplintering in Joods Nederland en aan tegengestelde belangen.

Zelf ben ik van mening dat er veel te leren valt hoe de landelijke vereniging Erfgoed omgaat met lastige keuzes. Dat geldt ook voor de verschillende stichtingen die kerken willen behouden en onderhouden. Een probleem is en blijft dat iedereen vroom zegt dat je niet alles kunt bewaren, maar het stukje erfgoed waar ik zo dol op ben, moet natuurlijk wel blijven.

Wordt vervolgd (hoop ik).

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Joods Erfgoed; wat doen we ermee? – column David Barnouw