Joseph Roth’s ‘Het spinnenweb’ laat de lezer bijna beduusd achter – boekrecensie

LJ Veen

‘Grimmig en ijzingwekkende schets van een extremist in de Weimarrepubliek’

Joseph Roth’s Het spinnenweb is een grimmig, duister en soms ijzingwekkend geschreven debuut dat op elk vlak een klein literair meesterwerk genoemd mag worden. Ongeremd beschrijft Roth de radicalisering van de Duitse rechtenstudent Theodor Lohse en via hem de ontbinding, van de Weimarrepubliek die na de Eerste Wereldoorlog in het leven werd geroepen. Lohse is zijn archetype. Hij staat symbool voor de doorsnee kleinburger, voor veel meer gewone, jongemannen in het Duitsland van ná 1918. Via hem weet Roth de gelaagde individuele psychologie van radicalisering te verbinden met de politieke cultuur van Weimar. Het spinnenweb laat in alles een enorme historische inzichtelijkheid en gevoeligheid zien.

Wankel Weimar
De Joodse Oostenrijker Roth publiceerde zijn debuut oorspronkelijk als dertigdelig feuilleton in oktober 1923 in de Weense Arbeiter-Zeitung, het dagblad van de sociaaldemocratische partij. Dat was geen toeval. De jonge Roth sympathiseerde met het socialisme. Zijn vroege werk wordt door die politieke overtuiging gekenmerkt. Hij was fel tegen elke vorm van nationalisme en zou als journalist pogingen doen de opkomst van radicaal rechts, later in de vorm het nationaal-socialisme van de nazi’s, bloot te leggen en met de pen te bestrijden. Het spinnenweb past in die lijn.

Roth zag de ontwikkeling die we nu zo makkelijk kunnen rationaliseren al heel scherp. Radicaal rechts begon Duitsland langzaam in haar greep te krijgen. Een jaar voordat Roth zijn boek publiceerde werd de Weimarrepubliek geschokt door een politieke moord. Op zaterdagochtend 24 juni 1922 werd de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Walter Rathenau doodgeschoten door twee voormalig legerofficieren. Het verband met radicaal rechtse agitators, die Rathenau hadden bespot en in hem een aanjager van een ‘Joods-communistisch complot’ zagen, werd direct gemaakt door rijkskanselier Joseph Wirth. Hij verklaarde de demagogie van de rechtse pers mede schuldig. In het Duitse parlement richtte hij zich aan het slot van een vlammend betoog voor de democratie tot de nationalistische parlementsleden: ‘Daar zit de vijand die gif in het bloed van ons volk laat druppelen. Daar zit de vijand, en er is geen twijfel over mogelijk: de vijand zit rechts.’

De moord op Rathenau vormde een bepalend moment in de geschiedenis van de Weimarrepubliek, maar was als geweldsdaad geen uitzondering. Eerder in juni 1922 was de sociaaldemocraat Philipp Scheidemann met de schrik vrijgekomen na een aanval met bijtend blauwzuur. In 1920 was de pacifist en schrijver Hans Paasche door een ultra-nationalistische en antisemitische terreurorganisatie vermoord. Politiek gemotiveerde aanslagen en demagogie deden een nog jonge republiek wankelen. Tegen die achtergrond moet Roth’s roman gezien worden.

Durchschnittsmensch’
Via de figuur van de student Theodor Lohse schetst Roth het Duitsland van de jaren twintig en tegelijkertijd het Duitsland dat nog moest komen. Lohse is was het jonge Europa: ‘Nationalistisch en egoïstisch, zonder geloof, zonder trouw, bloeddorstig en bekrompen.’ Lohse is eigenlijk nooit meer dan een type in Roth’s roman. Het type Duitser dat zich na de Eerste Wereldoorlog ontheemd voelt en in Weimar de ‘oude orde’ van het keizerrijk niet meer herkent. Lohse is ook het ‘soort’ mens dat zich willoos onderwerpt aan een ideologie. Roth noemt Lohse niet een excentriekeling maar een ‘Durchschnittsmensch’: een ‘gewone Duitser’ – zijn vader is douanier – die door een gevoel van richtingsgebrek bevangen raakt door een reactionaire mentaliteit.

Die mentaliteit uit zich in een soort dubbelzinnige honger naar macht en een onvoorwaardelijk onderwerping aan gezag. ‘Altijd had Theodor in andermans macht geloofd’, schrijft Roth’, ‘in de macht van ieder ander met wie hij werd geconfronteerd’. Die machtsobsessie is bij Lohse in het leger versterkt. In de Eerste Wereldoorlog is hij luitenant geweest in het Duitse leger. Nadien keert hij terug in het burgerlijk bestaan. Aarden kan hij echter niet. Lohse lijkt zo bijna voorbestemd om zich te onderwerpen aan de reactionairen tendens. Hij radicaliseert omdat hij bij radicaal rechts de geruststellende belofte van herstel van de oude orde meent te hebben gevonden. En alleen binnen die orde kan hij functioneren, net zoals hij eigenlijk alleen in het leger gelukkig was. Een diepe afkeer, ‘oikofobie’ in het rechtse jargon, tegen het Duitsland waar hij in woont gaat hand in hand met liefde voor een Duitsland dat er ooit zou zijn geweest.

Haat spat van de pagina’s
Voor zijn verwording geeft Lohse als rechtenstudent privéles aan de zoon van een rijke Joodse juwelier Efrussi. Die behandelt hem goed. Het salaris dat hij er mee verdient is de basis van zijn materiële bestaan. Maar het staat zijn vrije val naar een gewelddadig nationalisme en een groeiende Jodenhaat niet in de weg. Verbitterd zegt hij de baan op en besluit lid te worden van een geheime radicaal rechtse organisatie genaamd SII of ‘Technische Burgerweer’, die in contact staat met Erich Ludendorf en Adolf Hitler. Hij pleegt aanslagen, geeft leiding aan intimidaties bij publieke gelegenheden en infiltreert in linkse organisaties.

Roth beschrijft Lohse’s antisemitisme onbeteugeld. De haat spat van de pagina’s. Het eist van de lezer bijna om het boek zo nu en dan dicht te slaan, zó ongekend bruut is de taal. Roth schrijft: ‘[De Joden] waren, zoals iedereen wist, te duchten omdat ze macht bezaten. Maar ook lelijk en afstotend, overal waar ze opdoken, in de tram, op straat, in het theater. En wanneer Theodor een Jood zag, plukte hij ostentatief aan zijn das om de aandacht van de ander op het dreigend teken van het hakenkruis te vestigen.’ En verder: ‘Zoals een jachthond overal de geur van wild ruikt, zo rook Theodor de geur van Joden, overal waar hij op superioriteit stuitte.’ Gruwelijke zinnen toen, gruwelijk zinnen nu, zeker om ze te lezen met het hele verloop van de geschiedenis in het achterhoofd.

Dolkstootlegende
Net als veel andere Duitse soldaten gelooft Lohse in de dolkstootlegende. De Joden zaten achter de nederlaag van de Eerste Wereldoorlog en ook de Weimarrepubliek was ‘een Joodse zaak [‘ein Jüdisches Geschäft’]. Even later beschrijft Roth de diep gewortelde waanideeën over Joden als ‘ongewortelde’ wereldburgers die de natie zouden bedreigen. De Joden zouden het leger hebben vernietigd, de overheid controleren en de uitvinders zijn van ‘het socialisme, het kosmopolitisme, de liefde voor de vijand’. Zo werd het overal in Europa beleden. Altijd gaat antisemitisme hand in hand met illiberalisme. Met anti-democratisch denken, anti-socialistische ideeën en een afkeer van kosmopolitisme, dat de radicaal rechtse politieke partijen van vandaag de dag met een venijnige kunstgreep nog weleens ‘globalisme’ noemen.

Roth benadrukt dat ook Lohse’s opvoeding een rol speelt. Vader Lohse was al een hardvochtige antisemiet en gaf zijn vooroordelen ongefilterd door aan zijn kinderen. Hij waarschuwde zijn ze voor omgang met Joden. Maar voor Lohse wordt het vooral een middel om zijn vervreemding van Weimar-Duitsland, en zijn persoonlijke ontheemding na zijn vertrek uit het leger, te rechtvaardigen.

Schijnwerkelijkheid
Roth is messcherp in het socialiseren en psychologiseren van Lohse. Hij blijkt een vat vol tegenstrijdigheden. Grootheidswaanzin en narcisme wisselen zich af met een minderwaardigheidscomplex en een simpele lafheid om ‘nee’ te zeggen. Dat alles tegen de achtergrond van collectieve manie en een sfeer van samenzwering die Lohse een gevoel van grootsheid geeft. ‘Heerlijk’ noemt hij zijn leven incognito . Hij voelt zich belangrijk als hij aan ‘de onzichtbare draden’ kan trekken ‘waaraan…ministers, instanties, staatslieden en parlementariërs hingen.’ Lohse voert zijn orders uit, onder andere de moord op een socialistische student, en ervaart de ‘loerende houding van zijn spin’ als een ‘laving’.

Zo raakt Lohse bedwelmd door de macht die hij voelt als lid van een gewelddadige club. Als Lohse de kranten haalt belandt hij in de roes van zijn eigen schijnwerkelijkheid. De plek waar hij ‘held en middelpunt’ blijft. Zijn grootheidswaanzin leidt zelfs tot jaloezie op Hitler. Hitler was gevaarlijk, jazeker. Maar hadden ze wel van Theodor Lohse gehoord!? De grote Theodor Lohse. Roth laat zien dat radicalisering in de eerste plaats wordt gevoed door het ondergeschikt maken van waarheid en oprechtheid aan eerzucht en een verknipt zelfbeeld. Tegelijkertijd is de kleinheid van ‘Theodor de machtige’, de schakel die hij is maar niet wil zijn, onmiskenbaar. Roth legt de contradictie steeds opnieuw bloot.

De eindfase van zijn radicalisering dient zich als niemand hem nog kan overtuigen behalve hijzelf. Zijn waanzin gaat zover dat hij zichzelf slechts in de spiegel hoeft toe te spreken, toe te ‘bulderen’, om in een soort narcistische extase te komen. Ondertussen gaat achter de verwrongen psyche van Theodor Lohse op z’n best nihilisme schuil: ‘Waarin geloofde hij vandaag?’ ‘Hij kan alles verantwoorden.’

Menselijke sentimenten
Het Spinnenweb laat de lezer bijna beduusd achter. Niets lijkt Lohse’s radicalisering te kunnen stuiten. Hij is, zoals een ander personage in de roman opmerkt, ‘overrompeld’ door zijn nieuwe rol. Een rol die hij nooit echt heeft gekozen maar die, als je alles bij elkaar optelt, onvermijdelijk lijkt. Iedere pagina bevestigt het opnieuw, alsof Roth met een priemende blik in de toekomst kon kijken.

Maar Het Spinnenweb geeft evenzeer een inzicht in de psychologie van radicalisering, in dit geval de radicalisering van extreemrechts in Europa. De figuur Theodor Lohse is typisch voor Weimar-Duitsland, maar op een heel fundamentele manier meer dan dat. De mooiste romans zijn net zo tijdloos als tijdsgebonden. Ook Het Spinnenweb. Roth beschrijft door en door menselijke sentimenten. Hij laat met het oog van een journalist zien hoezeer de mens gesocialiseerd kan zijn en, als hij volkomen onbewust leeft, niet eens meer de invloeden kan achterhalen die hem tot een soort gevangene maken van karakterbeperkingen, hardnekkige vooroordelen of ideologisch fanatisme. Die gedachte – en de noodzaak de onderliggende tendensen ervan te bestrijden – is nog even belangrijk in onze tijd. Dat maakt van Het Spinnenweb eenbriljant boek.

Titel: Het Spinnenweb
Auteur: Joseph Roth
Uitgeverij: LJ Veen Klassiek
ISBN: 9789020416428
Prijs: 15 euro

Categorie: |

Home » Nieuws » Joseph Roth’s ‘Het spinnenweb’ laat de lezer bijna beduusd achter – boekrecensie